dinsdag 25 augustus 2015

Batterijen laden (deel 2)

Tja, indien je ergens naartoe trekt op vakantie, moet je ook terugkeren. Dat kan moeilijk anders voor de meesten onder ons en bij mij is het ook zo.

Dag 2: de terugrit

Alleen: ik koos voor een andere route als variatie voor de terugweg. Korter, vlakker, sneller. Zo hoopte ik toch.


Het weer was vrij stabiel sinds enkele dagen. Dat betekent 's morgens grijs en miezerig, waarna het tegen de middag opklaarde en dan kwam de zon erdoor. Ook donderdag, de dag van de terugrit, was het niet anders. Ik vertrok dus met het dakje erop en het minivizier om de druppels weg te leiden (werkt trouwens prima, dat miniviziertje). De bagage was wel sterk beperkt, want Stef, bij wie ik logeerde, zou dezelfde dag met de auto naar Gent rijden. Hij nam mijn reistas mee en dat scheelde toch wat kilootjes en meteen ook ettelijke liters bagageruimte.

De eerste twintig kilometer gingen over verlaten plattelandswegen, met af en toe mooie beelden.


Jawel, het ging alweer bergop
Poortgebouw, het enige wat overblijft van wat ooit een monumentale abdij was
Na korte tijd kwam ik alweer op een voie verte terecht: de "Voie Verte de l'Avesnois".


Dit was duidelijk één van de vroegere fietsroutes, want deze was niet geasfalteerd, maar slechts halfverhard en variërend in breedte en rijcomfort. Wat wel gelijk bleef, was dat de hellingen erg vriendelijk waren en de bochten heel flauw. Dit spoor loopt door een enorm bosgebied en is 30 hele kilometers lang. Dat houdt in dat er amper zijwegen zijn en dat ik de route voor mij alleen had.


Grint, bergop en regen, maar heel erg rustig
Alleen had ik jammer genoeg onderweg een plek met glas niet gezien. Gevolg: lek...


Leunen tegen een bankje om de band te wisselen
Na het wisselen van de binnen- en buitenband kon ik weer verder.

Alweer een abdij
Thuis heb ik de buitenband helemaal nagezien: hij zat vol glassplinters, waarvan er eentje door de antileklaag geraakt was.

Dat een "voie verte" en de RAVeL routes over vroegere spoorlijnen lopen, wordt af en toe heel erg duidelijk.


In een klein stationnetje
Af en toe wordt het ook erg smal, toch voor een meersporige fiets.


Het stuk tussen Maubeuge (oude vestingstad) en Mons is niet bijzonder. Hier was het afgelopen met de Voie Verte. Wel ging het voortdurend bergaf. Ik reed daarbij gewoon op de baan. Dat was om twee redenen: het fietspad was niet bruikbaar en ik ging te snel.
Indien ik op de gps-gegevens af mag gaan, haalde ik op een gegeven moment 87,3 km/u. Als het hard bergaf gaat, hou ik mijn aandacht liever bij de weg, dus of het klopt, weet ik niet, maar het zou kunnen. Dat betekent alweer een PR, maar dan eentje zonder inspanning.

 In elk geval kon ik kilometers lang afdalen over goede asfaltwegen. Dat was een mooie compensatie voor een niet zo boeiende omgeving. De fietspaden hier waren een collectie van takken, grint en stenen. Op andere plaatsen waren ze dichtgegroeid met gras en onkruid.


Vanaf Ath, waar het nog even lastiger werd (zie foto hieronder), verliep de rit tot aan de taalgrens langsheen een schitterend kanaal (Ath - Enghien/Edingen).


Zelfs met een Orca is deze bocht niet haalbaar
Een kudde wielertoeristen: deze route is populair
Daarna kwam ik weer in Vlaanderen terecht. Vanaf Geraardsbergen kwam ik weer op bekend terrein. Nu was het gewoon zaak om via de kortste route huiswaarts te fietsen.

Data voor deze rit:


  • 168 km afgelegd (tegenover 191 tijdens de heenrit)
  • 6 uren gefietst
  • 703 hoogtemeters
  • maximum snelheid volgens gps: 87,3 km/u

3 opmerkingen:

  1. Hoi Jan,

    Ook hier een feest van herkenning!

    Groeten, Wilco

    BeantwoordenVerwijderen
  2. hahaha ath en zo heerlijk plek zeg ik fiets vaak naar deze kanten ,mag blij zijn dat je water niet gevolgd via blanton en zo ,want vrees dat je dan niet thuis zo geraakt zijn hel wegen
    maar je heb mooi foto,s bij zo

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Net als Wilco heb ik een levendig beeld bij deze rit. Gravel wegen, takken en trop op 'fietstroken'. Dan mag ik aannemen dat je nogal wat gewent ben in Belgie en genoemd hebt.
    Maar toch ondanks de magere fietsinfrastruktuur, het blijft een mooi gebied om te zien. Afdalen deden wij met gemengde gevoelens. Na elke bocht kon zo maar het asfalt overgaan in kinderkopjes(kasseien)...brrr!

    BeantwoordenVerwijderen