kilometerstanden

woensdag 7 juli 2010

triketreffen

Zaterdag 26 juni was het in Essen te doen. Ron, een Nederlandse collega-triker, had een treffen georganiseerd. Om 8 u hadden we met enkelen afgesproken in Ossendrecht. Kwestie van opgewarmd aan te komen in "de Bostella".
Het was in elk geval geen alledaags zicht: tegen vertrekkenstijd (11 u) stonden voor het café 10 trikes van allerlei slag, een Sunrider velomobiel en een "gewone" ligfiets. Dit alles werd met verbazing bekeken door de plaatselijke bevolking en de groep wielertoeristen die er tegen ons vertrek neerstreek.
Langs voornamelijk rustige wegen slingerden we over de landgrens heen en weer aan een gezapig tempo. De Kalmthoutse Heide en het Markiezaatmeer zijn mooie stekken om langs te toeren. We bekeken die langs alle kanten (vooral van laag boven de grond).


Op een bepaald moment, ergens op de Kalmthoutse heide, stelde Ron een pauze voor met de gelegenheid om elkaars fietsen te proberen.
Enkele korte indrukken:
  • Rons ICE Qnt reed voortreffelijk. Goede wegligging, comfortabele spanzitting, uitermate precies schakelend en een voor mij ideale houding. Echt een langeafstandsfiets, waarmee het niet steekt op 10 of 20 km. Enkel de draaicirkel viel wat tegen. Een heel verschil met het exemplaar dat ik enkele jaren geleden probeerde; toen besliste ik dat die zeker niets voor mij was. Achteraf bleek die slecht afgesteld (huurfiets).
  • De volgende was een zeldzaamheid: een Thorax Tangens. Als er een over-engineered versie van een trike bestaat, dan is het deze wel. Onwaarschijnlijk comfortabel (volledig geveerd en erg zacht ook), zeer goede zitting, alles tot in de kleinste details afgewerkt. Bijvoorbeeld: als je de trapboom inkort, zorgt een spansysteem ervoor dat je de ketting niet dient in te korten. Net als bij de ICE zitten alle kabels zoveel mogelijk in het frame weggewerkt. Het stuursysteem is even wennen, maar werkt heel behoorlijk. Dit is een supercomfortabele toerfiets, maar niet om snel mee te rijden, temeer daar de remmen echt aan een nazicht toe waren: ik trok de hendels tot tegen het stuur om wat te vertragen.
  • HP Velotechnik Scorpion. Hiervan waren er enkele exemplaren op de rit. Ik reed met twee verschillende. Je voelt, net als bij de Thorax, de Duitse degelijkheid. Dit boezemt vertrouwen in. De Scorpions waren allebei achteraan geveerd en ook hier was alles netjes weggewerkt. Zowel de spanzitting als de schelp zaten goed en de stuurhelften zaten op de juiste hoogte. Ook hier ging het schakelen vlot. Het sturen was precies, maar niet echt vinnig. Kortom: voelt heel goed aan, maar is naar mijn smaak niet vinnig genoeg.
  • Dan waren er nog enkele exemplaren waar ik niet mee gereden had, wegens geen tijd, niet op mijn maat afgesteld of andere redenen: een ICE Vortex (splinternieuwe racemachine), een ICE Q zonder vering, een zelfbouwmodel, de Sunrider, een Flevotrike (moet ik toch eens proberen: zag er erg comfortabel uit om te toeren), een KMX (met Veltop dak) en wellicht vergeet ik nog wat.
  • Conclusie: de Gforce stond zijn mannetje en is duidelijk meer op snelheid dan op comfort toegespitst. Moeilijkste/zwakste punt is de directe besturing. De sterke punten zijn het snedige rijgedrag en de uitermate krachtige remmen (denk eraan: ik monteerde de Hygia Multi). Elke fiets heeft wel iets en uiteindelijk kies je in functie van wat je ermee schikt te doen. Van wat ik probeerde sluit Ice het meeste aan op mijn idee van trikerijden. Enkel de draaicirkel zou wat korter mogen. Een testrit op de nieuwe Ice Sprint staat nog op het verlanglijstje.
Op het einde van de dag stond de teller op 95 km, waarvan ongeveer 70 km in groep en de rest met een select gezelschap (Stefaan en Wouter) aan in het weerkeren een iets hoger tempo (hier en daar toch) 40 km/u langs schitterende vrijliggende fietspaden, zachtjes slingerend, stijgend en dalend door het heidelandschap.