Chablis ligt ten noordoosten van Auxerre. Dat is waar ik wilde aanpikken op de pelgrimsroute, maar het wordt dus iets noordelijker.
In mijn hoofd doet dit iets: ik ben op de terugweg, het einde lonkt. Deze reis is anders verlopen dan ik verwachtte; de roes van het reizen is niet zo aanwezig. Een keer ik op de route zit, zie ik de afstand tot Châlons-en-Champagne en dan tot aan de auto. 'Enkele dagen nog,' denk ik.
Er zijn enkele redenen waarom ik besloot de trip een eind in te korten. Een E-Orca zonder enige bagage rijdt helemaal anders dan een die nokvol materiaal zit en waar nog een Radical Cyclone achter hangt. Dat was ik compleet uit het oog verloren. De woon-werk-ritten verlopen met een (bewogen) gemiddelde van meer dan 30 km/u; nu zit ik aan 22 km/u. Het algemene gemiddelde ligt een pak lager, want dit is reizen, dus er wordt geregeld gestopt om iets te bekijken, om een foto te maken.
Ook maakt de ongewoon hoge temperatuur de reis extra lastig. De inschatting tegen Arc-et-Senans, op de 'Groene Weg', was dat ik er niet zou raken; dat de hele trip iets te hoog gegrepen was.
Natuurlijk kun je ervoor kiezen om de reis toch te volbrengen. Mijn insteek is dat reizen leuk moet blijven. De zware belasting doet me de zaken anders bekijken. Het desolate van de 'Grand Est' is ook al een groot contrast met de vorige reis. Onderweg is er zo goed als geen contact met andere mensen, want die zijn er gewoonweg niet. Sommigen houden daarvan. Ik niet.
Typerend voor deze reis: 'mairie' (gemeentehuis) en dorpsschool, allebei al lang leeg en verlaten |
Goed. De rit noordwaarts, daar gaat het hierom.
2 juni
Deze keer gaat het zoals gepland. De tent staat goed opgesteld, met schaduw de avond ervoor en nu in een heerlijk zonnetje om op te drogen.Na een korte aanloop vanaf het Lac de Panthier pik ik aan op de route. De Oregon probeert me weer op het verkeerde been te zette: zodra ik op de route kom, geeft hij nog 756 km aan tot Châlons-en Champagne... Heb ik dit zo fout ingeschat? Zo ja, dan kom ik in tijdsnood.
Plots verspringt de resterende afstand van de track naar 488 km en als ik Troyes nader, zijn het er maar 100 meer! Ik heb er intussen de kaart en wegenatlas bijgenomen en zo zag ik dat die afstanden niet klopten. De reden? Geen idee.
Het landschap is ondertussen vertrouwd: glooiend, slingerend, bijna altijd door landelijk gebied. Sporadisch kruis ik een auto of wordt ik door één ingehaald, met een frequentie van 1 of 2 per uur. Dorpen zijn of lijken leeg, buizerds zweven door de lucht, waar je ook kijkt.
Af en toe rij ik langs of over een traagstromend riviertje, met bloeiende waterplanten. Dit is mooi. Dit is genieten.
Het schiet echt op. Ik heb ook geen zin om er het maximum uit te halen. Troyes blijkt een verrassing te zijn: een historisch centrum vol houten huizen. Het stadje moet enkele eeuwen geleden stilgevallen zijn, waardoor dit nog echt middeleeuws oogt. Dit wil ik nog wel eens komen bekijken bij gelegenheid.
De kaart wordt er weer bijgenomen, samen met de Archies database met campings. Het wordt er eentje langs het Lac d'Orient. Dit ligt een tiental km oostelijk van de route, maar dat maakt niet uit.
Lekker relaxed worden tent en tarp opgezet.
Met een glas rosé erbij vlei ik me neer in het kampeerstoeltje en geniet een flinke poos van het aangename weer, ondertussen een boek lezend. Af en toe komt een nieuwsgierige campinggast - uiteraard logerend in een mobilhome - de Orca en uitrusting keuren. Er volgen gesprekken met o.a. een Duitser die op tocht is, een Zuid-Afrikaans koppel dat Frankrijk verkent...
Bij het aankomen had ik gezien dat aan de overkant van de weg een snackbar te vinden is. Tegen 19u ga ik daar een hap eten. Deze keer worden gelukkig heel wat groenten geserveerd.
Er is regen aangekondigd, dus alles wordt zorgvuldig opgezet. Alle stormkoorden worden aangespannen, het Tyvek grondzeil wordt zo gelegd dat er zo weinig mogelijk kans is dat er water tussen dat zeil en het grondzeil van de tent terechtkomt.
Als ik me 's avonds in de tent terugtrek, worden de Orca (met dakje) en Cyclone (met regenhoes) zo ver mogelijk onder de tarp gezet.
De voorzorgsmaatregelen zijn niet tevergeefs, want er valt een flinke bui. In een tent klinkt dat altijd nog spectaculairder.
In het totaal zijn nu 1084 km afgelegd.
3 juni
Het plan voor vandaag: de track volgen tot aan het eindpunt. Dat is Châlons-en-Champagne. Daar schakel ik over naar de track die me naar de auto moet leiden. Vandaag poog ik tot in de omgeving van Reims te raken.Het weer is 'normaal'. De temperatuur bedraagt een goede 20 graden, de zon schijnt geregeld, maar af en toe zijn er bewolkte periodes. Prima reisweer voor de velomobiel.
In Châlons-en-Champagne verlies ik dik een half uur, want volgens de track - die origineel in omgekeerde richting opgemaakt is - moet ik door enkelerichtingsstraten waar ik niet in mag. Het wordt flink zoeken, want de grote wegen lijken onderling niet verbonden. Uiteindelijk blijkt dat ik een klein straatje tussen twee uitvalswegen nodig heb. Dat leidt me door een militair domein - gelukkig via de openbare weg - en zo rij ik naar l'Epine. Dat dorp zie je al van ver: het staat op een heuveltop en wordt overheerst door een gigantische kathedraal, compleet buiten verhouding tot de rest van het dorp. Ook dit is weer een overblijfsel van de hele handel rond de pelgrimsroute. De kerk moet hier eeuwen geleden flink aan verdiend hebben!
In l'Epine zet ik me op een terrasje, terwijl de accu aan de lader gaat. Deze keer komt een gepensioneerd Australisch koppel me wat informatie over de Orca vragen. De kaart en atlas worden naast de gps gelegd. Dan blijkt dat beide tracks niet echt naadloos op elkaar aansluiten: ik had in Châlons-en-Champagne moeten overschakelen. Nu zit ik een flink eind te oostelijk.
Via een grotere 'route départementale' keer ik snel terug naar het startpunt van de volgende track. De ondersteuning staat voor een keer op 'normal' en het tempo gaat omhoog naar 30 à 35 km/u waar het vlak is. Hier is meer verkeer, dus ik moet opletten.
Daarna gaat het richting Reims. Nu zit ik in het hart van de Champagnestreek. Net zoals in de Bourgogne rij ik tussen hellingen vol druivelaars. Ook hier hangt de - letterlijk - adembenemende geur van zwavel.
Archies stuurt me naar een 'camping municipal' in Val-de-Vesle. De Oregon doet nog maar eens moeilijk: als ik de route bekijk naar de camping, moet ik een helling op naar het champagnedorp Verzy, waar ik weer enkele kilometers bergaf moet om dan parallel aan die route weer naar boven te rijden. Dat lijkt me niet logisch.
Ik schrap de route, kies de camping opnieuw en deze keer krijg ik een ander resultaat, dat er realistischer uit ziet.
Als ik er aankom, staat onder de verwelkoming de melding 'complet'.
Dat kan toch niet? Aan de receptie blijkt dat er voor een eenzame fietser met een tentje toch nog een plekje te vinden zal zijn. De receptioniste stapt op haar fiets en leidt me naar de plek. Onderweg zie ik heel wat lege 'emplacements'. Hoezo 'complet'?
Deze camping is geen aanrader. De andere gasten zijn luidruchtig. De reden is snel duidelijk: op en naast veel caravans en mobilhomes staat een hele batterij lege champagneflessen. Hier vind je geen reizigers, wel mensen die zich als doel gesteld hebben zoveel mogelijk champagne te drinken, gecombineerd met uitgebreid barbecuen. In tegenstelling tot de in Vlaanderen wijd verspreide mening dat Nederlanders verschrikkelijke campinggasten zijn, blijkt het hier om bijzonder luidruchtige Belgen te gaan. Ze amuseren zich wel.
zondag 4 juni
Dit wordt de laatste dag van de fietsvakantie. Nog een goede 100 km naar waar de auto staat. De vrienden zijn thuis; ik geef ze een seintje dat ik er na de middag zal zijn.'s Morgens zet ik een thermos vol verse koffie. De ontbijtgranen zijn op, de melk ook. Onderweg stop ik bij een bakker in Reims voor een paar vers gebakken croissants. Wat verder zet ik de Orca opzij en ontbijt langs de weg: lekker verse koffie met echte Franse croissants. De fietsvakantie moet in stijl eindigen.
Die laatste dag is er voor mij vaak teveel aan. Het eindpunt lonkt en dan moet het snel gaan. In deze omgeving is het ook drukker. Daarnaast heb ik de Oregon zelf een route laten berekenen: korter, maar langs drukkere, grotere wegen. De verkeersdiscipline blijft wel dezelfde: automobilisten geven me ruim baan en geregeld wordt gewuifd van achter de voorruit. Dit is helemaal anders dan in België, dat is telkens weer duidelijk te merken aan het verkeersgedrag.
Na een tijd wijkt de route weer af van die départementales en gaat het langs kleine slingerwegen. De namen van de gemeenten klinken me bekend in de oren: ik nader het doel.
Bijna op de bestemming |
Nu kan ik beginnen denken aan de aanpak voor de zuidelijke helft van Frankrijk. Dat is voor de komende jaren. Dat zal ook helemaal anders verlopen, verwacht ik, maar daarover vertel ik later meer.