Gisteren, zondag 16 september, begon de "week van de mobiliteit" in Vlaanderen. In de grote steden betekent dat dat het centrum autovrij - eerder autoluw - gemaakt wordt: het centrum is uitsluitend voor zachte weggebruikers bereikbaar. In sommige steden durven ze wat minder...
In Gent hield dit onder andere een plein om bakfietsen te testen in, een plein om elektrisch te fietsen en met de Gentse Liggers maakten we gebruik van de omstandigheden om het ligfietsen te promoten. Omdat we in de eerste plaats fietsers zijn, maakten we in de voormiddag een ritje door het havengebied, dat voor fietsers grotendeels ongekend terrein is (en op werkdagen ook niet echt veilig, omwille van het vele vrachtverkeer).
In de namiddag gingen we dan de promotoer op: aanwezigheidspolitiek wordt dat genoemd. Ligfietsen en vooral velomobielen trekken zeer snel de aandacht en het valt daarbij op hoeveel mensen geen schroom tonen: overal een duwen en trekken, het hoofd in de fiets steken, proberen er in te klimmen... Op de foto is het nog leuk.
Ik ben benieuw hoe ze zouden reageren indien je hun autodeur zou opentrekken en even aan alle knopjes op het dashboard zou zitten friemelen ? In elk geval: ruim voldoende interesse en veel bewondering voor wie ermee rijdt. Of het ertoe leidt om ook maar één extra persoon in een velomobiel te krijgen ? Ik betwijfel het ten zeerste, maar je weet natuurlijk nooit.
Positief is alvast dat een VM niet meer als "een raar ding" beschouwd wordt; dat meer en meer mensen meteen weten wat het is. De sociale aanvaarding is dus wel verbeterd en van velen hoor je bewondering voor het feit dat je als "mobiliteitspionier" bezig bent.
Overigens reed ik na de middag mijn achterband lek. Het vorige lek dateert van begin augustus, dat wil zeggen naar schatting 1.500 km geleden en toen was het de rechterband. In beide gevallen ging het om een glassplinter die zich een weg door de antileklaag gewrongen had.
Grappige terminologie om te onthouden. Zachte weggebruiker en aanwezigheid politiek.
BeantwoordenVerwijderenIk sta soms ook perplex hoe vrij men is met het 'bevoelen' van een velomobiel. Overigens verschilt dit sterk per land. In Nederland schroomt men niet ongevraagd de fiets te bekijken en een negatieve beoordeling te ventileren in het bijzijn van de eigenaar. Niet eens geadresseerd aan de eigenaar.
Het is vooral een kindermagneet. Moeders met kinderen zijn de gevaarlijkste 'geintresseerden'. Alsof het een voertuig op een kermiskindermolen is.
Duitsland en Scandinavische landen zijn veel netter. Eerst vraagt men of er even (respectvol) gekeken mag worden. Verder blijft commentaar meestal achterwegen. Rijdend wordt je daar voorbeeldig behandeld als verkeersdeelnemer.
In Engeland wordt je kompleet genegeerd als je ergens geparkeerd staat. Pas als je gaat rijden ben je (ongelijke) competitie. Dan is het oppassen geblazen.
Ik ben niet meer zo van het showen van mijn fiets. Het is gewoon mijn vervoer. Mijn keus. Punt.
Ik probeer niet op te vallen of uit te dagen. Parkeer hem meestal ook zo veel mogelijk uit het zicht van het publiek. Om een discussie te voorkomen waar de uitkomst bij voorbaat al vast staat. En krassen op de lak.
Wel, in de namiddag stopten we een half uurtje op de stand van fietser.be. De twee VM's die er stonden kregen er op slag 6 collega's bij. Brecht (van Fietser.be) was zeer enthousiast: volgens hem is de attitude tegenover dergelijke vervoersmiddelen positief geëvolueerd. We kregen ook weinig of geen negatieve commentaar.
Verwijderen