kilometerstanden

zondag 11 januari 2015

Ruige rit

Vrijdagavond hielden de Gentse Liggers de traditionele "nocturne": een nachtelijke rit met spaghetti en drank achteraf. Maar: voor diezelfde avond had ik een afspraak met een groepje vrienden. Daarvoor moest ik niet 30 km rijden naar Overslag, maar ik moest in Leuven zijn, ongeveer 80 km van huis. Dat kan natuurlijk met de trein, maar het lijkt me wel wat om met de Orca te doen. Op zich is dat zeker haalbaar: vrijdagavond naar daar en zaterdag de tocht in omgekeerde richting.

De voorbije week waren de weersverwachtingen voor het weekend niet erg hoopgevend: veel wind en veel regen, dat is wat men voorspelt. Nou ja, dat zou een heroïsch tintje geven aan de rit. Om toch wat meer van ons landje te zien, kies ik voor verschillende routes voor de weg heen en terug.

De uitgestippelde route voor het doorgaan loopt min of meer in een rechte lijn tot waar ik de Schelde over moet: van Gent over Zele naar Dendermonde. Vanaf daar in bijna rechte lijn naar Puurs en dan via Mechelen naar Leuven.




De weg terug zal me dwars door Brussel sturen. Die route loopt grotendeels langs oude steenwegen, van Leuven naar Brussel en dan via Aalst terug naar Gent.

Vrijdag: om 15u30 zet ik aan voor een tocht van 95 km. De beloofde wind - windkracht 6 à 7 - is er, maar omdat ik die in de rug heb, maakt het niet zoveel uit. De rukwinden maken fietsen tot iets waarbij ik continu alert moet blijven. De toegevoegde ruitjes bewijzen alweer hun nut om de regen buiten te houden.

Tot aan Dendermonde loopt het langs (voor mij) gekende wegen. Pas op het einde, tussen Zele en Dendermonde, kom ik aan het jaagpad langs de Schelde. Dat eerste deel valt best te omschrijven als een "snelle verbindingsrit": langs de steenweg van Gent naar Dendermonde (de Dendermondse Steenweg heet die, niet toevallig).


Dendermonde, op weg naar Moerzeke
Vanaf Dendermonde volgt de route de linkeroever van de Schelde een eindje, om aan Moerzeke een ruime bocht af te snijden, waarna de overzet in Sint-Amands me over het water zou voeren. In dit stuk achter de dijk is het heel rustig, maar sommige stukken staan behoorlijk vol water. Dan moet je "op de tast" rijden, want je hebt er geen idee van of en waar er putten in het wegdek zitten.

Aan Sint-Amands heb ik pech: de overzetdienst komt er op het uur en het half uur; op zaterdag tot 18u. Ik kom er aan om 17u05 en mag dus meteen een half uur toevoegen aan de reistijd. 

Wachten op de veerpont, Moerzeke
Het halve uurtje wordt doorgebracht binnen de beschermende cocon die de Orca is, met het getik van de regen en wat muziek om me gezelschap te houden. Met de kont van de Orca naar de wind gedraaid en het dakje boven me is het aangenaam wachten.

Onbereikbaar aan de overkant van de Schelde: Sint-Amands
Vanaf Sint-Amands loopt er een fietsroute tot aan Puurs. 's Nachts (enfin, het is al flink donker), met windkracht 7 en flinke hoosbuien, blijkt die route niet echt "leesbaar": de ene keer links van de spoorlijn, dan weer rechts en af en toe een eind zonder fietspad; hier en daar een strook aarde om stukken te verbinden. Om het geheel te vervolledigen zit er ergens onderweg nog een versperring in waar ik met de Orca enkel door kan mits uitstappen en voor- en achteruit duwen.
(Sorry, geen foto's, want het was donker en het regende hard.)

Dan gaat het weer verder, langs rivieren en kanalen, naar Boom en via Battel naar Mechelen. Sommige einden is het echt opletten: water links, water rechts en het jaagpad is door de regen ook een watervlak geworden. Daarbij is de enige verlichting die van de Orca, waardoor een slingerende dijk moeilijk te volgen wordt. Snelheid matigen en via de gps anticiperen waar scherpe bochten zitten is de manier om niet in de rivier te belanden.

Vanaf Mechelen volg ik de vaart tot aan Leuven, maar daar slaat het noodlot toe: ondanks de Schwalbe Marathons rijd ik lek! Gelukkig staat in de buurt een eenzame verlichtingspaal en onder de oranje gloed wissel ik - nog steeds in de regen - de binnenband. Bij een snelle inspectie lijkt de buitenband onbeschadigd. Een eind verder blijkt dat toch een foute inschatting, want ook de nieuwe binnenband gaat lek.

Gelukkig merk ik dat net aan een fabrieksterrein, waardoor ik in de luwte van het receptiegebouw een poging kan ondernemen om die band te herstellen: er is namelijk geen reserve meer aan boord. Dan ontdek ik dat een band plakken in de regen niet lukt: de lijm houdt het niet. Zo goed en zo kwaad mogelijk wordt de reparatie uitgevoerd en de Marathon nog eens nagelopen, want er moet toch iets in zitten. Ik vind niets - niet moeilijk, met zwak licht, veel wind en veel regen is het zicht ook niet ideaal - en kan niets anders dan een poging ondernemen om verder te rijden met een half herstelde band. Alles wordt weer aan boord gegooid en ik ga door. Nog 12 km te gaan.

Het wordt gauw duidelijk: de band blijft lucht verliezen. Er zit niets anders op dan om de kilometer de pomp bovenhalen. De procedure is dan: deksel open, pomp nemen - de ventieldop zet ik er niet meer op -, de band zo hard mogelijk oppompen, in recordtempo de pomp wegstoppen en wegscheuren aan zo hoog mogelijke snelheid.

Ik was vertrokken om 15u30 en had gerekend op een aankomst tegen 19u. Met een afstand van 95 km moest dat haalbaar zijn. Het oponthoud in Sint-Amands had mijn verwachtingen al bijgesteld: het zou 19u30 worden. Met het lek was nog meer tijd verloren en het geregeld stoppen om de band weer op te pompen doet de achterstand nog verder oplopen. Uiteindelijk wordt het 21u eer ik er ben. Een mooie route, maar in het donker zie je daar niet veel van.

Deel 2: de weg terug.

Zaterdagmorgen, na het ontbijt, haal ik de twee lekke binnenbanden bij me en ging ook de Marathon van de velg voor inspectie. In de warmte van de woonkamer gaat banden plakken veel beter dan in het duister in de regen!


Aan de buitenband merk ik niets, maar om geen risico te nemen blijft die in de Orca en wordt de reserve-Tryker uitgehaald. Ik kan het al meteen verklappen: op de 80 km terug (andere route) gaat het prima.

Voor het weerkeren zocht ik een andere uitdaging: deze route zou over de grote steenwegen lopen, van Leuven naar Brussel, dan dwars door de Europese hoofdstad - berucht voor de fietsonvriendelijke inrichting - en dan langs Aalst naar Gent terug.




De wind waait zaterdag nog harder, met rukwinden tot 85 km/u (windkracht 8 maar liefst) en deze keer moet ik recht tegen de wind in. Sommige - de meeste - stukken blijft het droog, maar af en toe komt het water met emmers naar beneden.

Ik had het de avond ervoor al gemerkt: de afdichting die ik bedacht had voor de voetengaten - een plaat Coroplast -, had het begeven: aan de achterkant zijn de bevestigingen (met drie schroeven met flinke ringen) doorgescheurd. De tape die het geheel moet verstevigen is door de stormwind en het vele water ook losgekomen. De Twintex die Flevobike gebruikt is ook niet ideaal om iets op vast te plakken: het materiaal lijkt bijna onmogelijk om op te hechten. De plaat wordt dus ook vooraan losgemaakt en verdwijnt bij het afval.

Ergens tussen Leuven en Brussel hoor ik een continu gekletter. Dat was er vroeger al, maar toen weet ik het aan contactgeluiden tussen de Coroplastplaat en de Orca-bodem. Dat blijkt een foute veronderstelling, want zonder die afdichting blijft iets rammelen. Dan heb ik de claxon nodig, maar die doet niets meer. Dus bekijk ik die eens van dichterbij: het gerammel komt niet van die bodemplaat, maar van de claxon die los op de bodem ligt: de steun is doorgebroken. Nu heeft ook de bedrading - die de claxon nog min of meer op zijn plaats hield - het begeven, waardoor ik de rit verder toeterloos moet maken.


Claxon op doorgebroken steun.
Brussel: de schrik van de fietsers.

Via Kortenberg rij ik onze hoofdstad binnen. Hier krijg ik al een voorsmaakje van de Brussels "fietspaden".

Ergens tussen Kortenberg en Brussel en jawel: dit is het fietspad!
Amper over de R0, kom ik meteen aan op een berucht punt: het Meiserplein. Dat is een kruispunt van 7 grote wegen, geregeld door verkeerslichten en - alsjeblieft - zonder fietspaden. De Orca wordt gestopt en ik stap uit om het kruispunt even nader te beschouwen. Gelukkig is het zaterdag en niet druk.

Meiserplein, Brussel
Daarna kan ik er zonder problemen langs. 

Nu is het officieel: zelfs met een velomobiel raak je heelhuids over dit beruchte plein.

Zo rij ik langs een aantal plaatsen in Brussel die ik wel ken, maar waar ik nog nooit fietste, om via de basiliek van Koekelberg die stad te verlaten.

Leopold II-laan, Brussel
basiliek van Koekelberg, Brussel
Dan gaat het verder langs grote en minder grote wegen, via Asse en Aalst naar Gent. De fietspaden varieren van onbestaand over pokdalig naar nagelnieuw. 


Net voor Aalst gaat het zo vlot, dat ik vergeet tijdig op de Oregon te kijken. Ik ben dus van de route afgeweken en moet via kleine paadjes weer aansluiting vinden.

Aalst. Net gepast voor de spoorbreedte van de Orca

Af en toe is het droog en af en toe klettert de regen op de weg en op de Orca. Hevige windstoten duwen me van links naar rechts (maar slechts een centimeter of tien). De naderende buien zijn indrukwekkend om te zien.


Naderend buienfront, Melle
Met een gemiddelde snelheid van 25 km/u kom ik om 15u terug thuis. De accu van de verlichting is leeg (had ik beter de voorbije nacht geladen), de claxon stuk, de bodemplaat ligt ergens bij het afval, twee banden gingen lek, maar alles bij elkaar was de tocht wel aangenaam. De Orca blijft een prima velomobiel om langere afstanden af te leggen.

6 opmerkingen:

  1. Na de oliebollenverplaatsing alweer een heroische beschrijving van een tocht, dit keer wel met bereiken van het gestelde doel!

    Groeten, Adri.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Jawel, maar het heroïsche bleef deze keer wel veilig. Op jaagpaden (hoe moeilijk ook) heb je geen ander verkeer. Daarenboven had ik geen keuze, want onderweg kwam ik tot de conclusie dat ik van niemand van het gezelschap een telefoonnummer bij had. Afhaken was dus geen optie ;-) En eigenlijk was het - op het lek na - wel genieten deze keer.

      Verwijderen
  2. Mooi verhaal Jan! Je hebt nu gemerkt dat het vervangen van alleen een binnenband meestal weer een lek oplevert. Ik heb minimaal altijd één buitenband met licht opgepompte binnenband in de fiets mee.
    Is er een lek dan vervang ik altijd de hele combinatie.
    Groeten,
    Wim

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik had ook een reserve buitenband bij, maar omdat ik niets vond ik de Marathon, besloot ik die verder te gebruiken. Fout, dus. Al ga ik al zovele decennia mee, ik leer nog altijd bij ;-)

      Verwijderen
    2. O, ja: ik heb vandaag de Marathon bijna binnenstebuiten gekeerd, maar er is niets aan te vinden. Wel twee sneden in het loopvlak, waarvan één tot op de antileklaag (maar niet erdoor). Meer niet. Het is een raadsel.

      Verwijderen
  3. Dit is helemaal in lijn met mijn ervaringen, lek rijden in de regen staat vrijwel garant voor een volgende lekke band. Nogmaals neem ik mij voor: bij regen en donker, binnen- en buitenband vervangen, Bij lange tochten moet je dat 2 maal kunnen doen (eigenlijk ;-) )

    BeantwoordenVerwijderen