kilometerstanden

donderdag 1 juni 2017

Rondje Frankrijk 2017 - chronologisch deel 2: op weg naar de Vélorizon in Lunéville

(post helemaal herwerkt op 6 juni)

De trip omgekeerd

Onze zuiderburen leven in een heel groot land. Ook daar zijn ligfietsers. Niet veel, maar ze zijn er en ze beschikken over een levendig forum.
Daar vernam ik dat in de periode dat ik naar Frankrijk trok een treffen georganiseerd werd in Lunéville, bij Nancy. Dat was meteen een reden om de trip van richting te veranderen: Lunéville lag pal op de route, maar oorspronkelijk op de terugweg. Zo kon ik weer andere ligfietsers ontmoeten.

Eerste dagen: naar Lunéville

Dinsdag 23 mei

Het gaat altijd zo: je prikt een startuur, maar er komt nog wat tussen. Het huis moet nog wat opgeruimd worden, enkele zaken in de velomobiel en fietskar worden nog herschikt… 

Uiteindelijk bezorg ik rond 9u30 de sleutel aan de buurvrouw en begint de echte fietsvakantie. De track is ingeladen. Die vertelt me dat het tot Lunéville 300 km is. Vandaag wil ik er ongeveer 120 rijden, morgen dezelfde afstand en donderdagmorgen de laatste 60. Met twee volle accu’s mag 120 km geen probleem vormen.


E-Orca in reisconfiguratie

Alras blijkt dat mijn originele plannen niet stroken met de werkelijkheid. Ik vond de routes te braaf, maar was duidelijk uit het oog verloren dat de bepakking het heel wat lastiger maakt. De hellingen lijken dubbel zo zwaar. Het zal dus toch maar de uitgestippelde ‘brave’ route worden.
Sommige klimmen moeten in eerste versnelling genomen worden en de ondersteuning moet soms zelfs van de laagste naar de tweede stand (er zijn er vier) om boven te raken.

De lucht is stralend blauw en er waait een zwakke zuidwestelijke bries: het zal warm worden! De pet staat op het hoofd, de zonnebril op de neus en de zon pal voor me. Zo volg ik gedwee het paarse lijntje op de Oregon 450. De snelheid varieert tussen 9 km/u bij de steilste klimmen tot 60 km/u bij de afdalingen. Sneller zou ook kunnen, maar niet met de lading die ik mee heb. Meestal hou ik het op 50 tot 55, soms minder, afhankelijk van de staat van de weg en het overzicht. Een rekensommetje: 50 kg Orca, 6 kg Cyclone, 65 kg Jan en flink wat bagage. Ik reken hier grofweg 25 kg. Dat maakt alles samen ruw geschat 150 kg die vooruit moet komen met een vermogen van pakweg 300 watt. Het is duidelijk dat de snelheid lager zal liggen dan gewoonlijk.



De eerste verbinding gaat dus vanuit de Thiérache (een streek bekend omwille van de versterkte kerken) naar de omgeving van Nancy.
Waar onvoldoende reisvoorbereiding toe kan leiden: onderweg merk ik dat ik door de Argonne rij. Wie iets van (militaire) geschiedenis kent, weet dat ook in die streek duchtig slag geleverd werd in de Eerste Wereldoorlog.
Verdun ligt in die omgeving. Need I say more? Monumenten en soldatenkerkhoven in overvloed. Merkwaardig genoeg is '100 jaar oorlog' hier blijkbaar in alle stilte voorbijgegaan. Waar je aan de vroegere Frontlijn in West-Vlaanderen overal Britse oorlogstoeristen aantreft (ook hele busladingen middelbare scholieren), is er in de Argonne amper iets van te merken.

De Cycle Analyst zegt me dat het verbruik op 5,1 Wh/km ligt. Dat betekent dat ik geen 100 km zal halen met de Flevobike accu. Origineel levert die 500 Wh, maar na drie en een half jaar is het al wat minder: eerder 450 Wh. Dat is een behoorlijk succes: bij de meeste pedelecs heb je na die tijd al je tweede accu. De Crystalyte accu zou goed moeten zijn voor 400 Wh, dus pakweg 70 km extra. Het is een ruilexemplaar dat ik vorige week van Brecht (fietser.be) kreeg, omdat de mijne defect is. ‘helemaal geladen en amper gebruikt,’ zei hij. 

Net na de middag is de Flevobike accu leeg en wordt de tweede ingeschakeld. Niet goed: een volgeladen accu heeft een spanning van om en bij de 40V, maar het display (Cycle Analist) houdt het op 38V. Uit ervaring weet ik dat dit slecht nieuws is, want 38 V is zo goed als leeg…
In de namiddag stop ik aan een groezelige bar, waar de barmadam aan een luid spelende tv gekluisterd is. Ik mag de accu laden en drink iets terwijl ik in de wegenatlas probeer te vinden waar ik me nu bevind. Na amper een kwartier vraagt de dame me hoe lang dat ding nog aan moet liggen. Het is duidelijk: ze wil geen klanten (ik ben de enige), maar ze wil tv kijken. Rare dingen zoals elektrisch ondersteunde dingen lijken nieuwerwetse trends waar ze niets van snapt (vermoed ik). Ik pak het boeltje in en vertrek dan maar. Voor alles moet er een eerste keer zijn. 

Een km verder is de reserveaccu leeg en moet de andere weer ingeschakeld worden. Met een kwartier laden raak je niet ver, dus die 120 km zal helaas wat minder worden.

Op vlak terrein is niet-ondersteund rijden geen probleem, zelfs niet met een zwaarbeladen velomobiel. Maar hier is het niet vlak. Sommige hellingen zijn dat bijna, maar blijven eindeloos stijgen, terwijl andere korter en veel steiler zijn. Vaak komt na een bocht als toetje nog een steiler stuk. Ik kan met dus niet permitteren om een heel eind niet ondersteund te rijden.

Na 110 km en weer midden in een klim,is de energie op. Archies campings wordt opgeroepen op de Oregon en op anderhalve kilometer, in de richting waar ik heen moet, is er een camping.

Het is 23 mei, duidelijk buiten het seizoen: ik ben de enige gast op een ruime camping. Het zwembad is nog niet geopend, het restaurant heeft nog niets in huis en de bar is ook gesloten. De enige rustverstoorder is de campinguitbaatster die het gras afrijdt. Ze heeft zich er wel voor verontschuldigd, maar het werk moet gedaan worden.

De tent wordt opgezet, de accu aan de lader gehangen. Deze fietsdag zit erop.


Helemaal alleen op camping 'les Naiades'

Verschil met de vorige fietsvakantie: cafemadammen die acculaders niet vertrouwen zijn nieuw voor mij en lege campings, waar je dus geen gezelschap hebt, had ik in jaren niet. 

’s Avonds ga ik eten in een herberg in Appremont. Aan de wand hangen historische foto’s van stukgeschoten dorpen. Dit is de Argonne: alweer frontgebied van de Grote Oorlog. Nadien zit ik rustig bij de tent op de camping. Het enige geluid is vogelgezang, met daar tussendoor de (relatief) luidruchtige acculader. Die is al twee uren bezig om de ‘volle’ Crystalyte accu van energie te voorzien.

Morgen zal het beter gaan. Morgen doe ik iets meer kilometers, om de achterstand van vandaag in te halen, want donderdag is er een doel. Daarna wordt het anders. De rit kan altijd ingekort worden. Ben ik halfweg de vakantie niet voorbij Lyon, dan snij ik een stuk af.  

Woensdag 24 mei

Het plan was: opbreken en aanzetten tegen 9u. Eindigen zou ik doen op ongeveer 60 km van Lunéville. 

Helaas: op elke reis heb je minstens één pechdag en dit was er een, hopelijk de enige.

Het begint met een detail: de thermos vindt maar geen plaats. Dat kan eigenlijk niet, want hij zat tussen de bagage, maar het lukt maar niet. Vertraging dus. Puzzelen.

Rond 9u30 zou het dan toch lukken. De boel is uiteindelijk gepakt en de thermos heeft een plekje gekregen. Maar de fiets stuurt in slow motion: de neus komt achter op de stuurbewegingen. Dat fenomeen ken ik: lekke band en helaas nog de slechtst denkbare. Lekke achterband dus.

Eigenlijk is dat wel logisch: want die ene band moet veel meer gewicht dragen dan beide voorbanden samen en daar bovenop moet hij ook het vermogen van de aandrijving verwerken. De fiets moet leeg, want anders is die veel te zwaar. De pomp, herstelspullen en reserve binnen- en buitenband worden klaargelegd. De Orca gaat op zijn kant en de Conti TourRIDE wordt gewisseld voor de eerste reserve: een Schwalbe Tryker.
Daar ben ik niet zo happy mee: die Trykers zijn prima voorbanden, maar voor achteraan heb ik andere voorkeuren. Tja, pech.

De Conti TourRIDE die erop lag, gaat mee op de Cyclone voor controle nadien.


Orca op de operatietafel. Een stuk van de bagage en de slechte buitenband op de voorgrond

Uiteindelijk is het zowat 11 u als ik kan vertrekken.

Dan steekt een oud euvel de kop op: de ondersteuning vindt de nulstand niet. Dat wil zeggen dat de motor continu teveel vermogen geeft en als ik stop met trappen, blijft hij 50 W leveren. Niet leuk fietsen, niet goed en dodelijk voor de autonomie. Ook schakelen bergop gaat dan moeizaam. De standaardoplossing, die ik 20 km verder probeer, is de motor uitschakelen, enkele minuten wachten en dan weer aanzetten. Helaas: deze keer werkt het niet.
Dit is een pechdag, weet je nog?

Het normale reisverbruik van tussen 5 en 6 Wh per km loopt op naar 11 Wh. Vloekend ga ik verder.
De hellingen zijn ook al minder vriendelijk: 9 en zelfs 10 % zijn geen uitzondering. Met een totaal gewicht van om en bij 150 kg is dat stevig werken.

Door die ellende groeit de achterstand en zou ik nooit de geplande 120 km halen. Plan B wordt bovengehaald: ik kijk waar de grootste stad ligt die ik tegen het eind wil bereikt hebben en laat de Oregon een kortere, snellere route voorstellen.

Na de middagpauze, ergens aan een kapelletje onderweg, wordt de reserveaccu ingeschakeld. Mirakel (daarvoor dient dat kapelletje): de ondersteuning functioneert weer zoals het hoort!  Maar ondertussen is al veel energie verbruikt. Na 70 km is het al tijd voor de reserve. Veel te vroeg, maar het moet dan maar.
Ik beslis onderweg de route in te korten om de verloren tijd in te halen. Geen kleine weggetjes, maar ‘départementales’. Nog altijd rustig, maar minder dan de echt kleine wegen. Het voordeel: de verbindingen zijn rechter, de hellingen afgevlakt en de weg korter.

Het eerste doel is Commercy. Daar ga ik na hoe ver ik nog moet tot Lunéville en dat blijkt nog teveel te zijn om de hele afstand voor morgen te bewaren. Ik brei er dus nog 20 km aan en dan zal ik voor een camping kijken.

Terwijl ik van een frisse pint geniet, krijgt de Flevobike accu wat energie bij. Campings zijn niet dik gezaaid in deze regio. De dichtstbijzijnde in de juiste richting – oostelijk – ligt nog eens bijna 20 km verder.

De Crystalyte accu haalt het net niet. Gelukkig had de andere wat extra gekregen, want ik krijg het ook moeilijk.

Verrassing: de camping is goed gevuld. Bijna uitsluitend mobilhomes (campers) en ook bijna uitsluitend Nederlanders en Duitsers. De ligging is prima: op de oever van de Moezel. Ondanks het vele volk is het ook erg rustig.



’s Avonds neem ik eerst een fris biertje om te bekomen, want het was een erg warme dag, en dan volgt een Elzasser kaasschotel met verse groenten. Simpel, maar lekker. 

Praktisch: routeorganisatie

De route werd uitgestippeld met openrouteservice.org, met 'toerfietsen' als insteek. Wat dat inhoudt, werd snel duidelijk: landbouwwegen, kleine slingerpaadjes, maar wel allemaal verhard met asfalt.
De hellingen zijn vaak niet min; de uitzichten evenmin.

Hoe pak ik het in de praktijk aan? De route (track) staat op de gps. In dit geval is er een deadline: op 25 mei moet ik in Lunéville zijn.

Om een camping te zoeken, installeer ik de 'Archies Campings' database. Een keer ik op pakweg 20 km van de beoogde afstand kom, roep ik de database op en pik er een camping uit in min of meer de juiste (wind-)richting. Geen vaste bestemming dus, maar een die onderweg gekozen wordt

Donderdag 25 mei

Laatste stukje naar het treffen 

Op 25 mei pak ik alweer het boeltje in. Ik wist het al van toen ik er aankwam: dit zou starten met een héél flinke klim. Minstens 10% en dat over anderhalve kilometer. Daarna gaat het door de bossen tot kort voor Nancy. Prachtig slingerend en golvend, weinig verkeer en prima asfalt. Dat had ik op de Michelin wegenatlas al gezien: dit is een weg met een groen randje. Dat betekent 'uitzonderlijk mooi'.

Tussen Nancy en Lunéville is het niet boeiend. Dit is een aaneenschakeling van voorstedelijke handelszaken, grote fabrieken, grauwe huizen en druk verkeer.De aankomst en het treffen zijn voor het volgende deel...

1 opmerking: