Het dagritme is zoals gewoonlijk: zo rond 6u30 ben ik uit de veren om me rustig voor te bereiden op de rit. Hiervoor is absoluut geen wekker nodig: mijn bioritme zorgt er wel voor.
De laatste bagage wordt in de Orca gestouwd, een laatste ontbijt genoten in het gebouw van Flevobike, de watervoorraad op peil gebracht, de track op de Oregon 450 klaargezet en rond 8u kan ik de tocht aanvatten.
Het eerste deel, van Dronten tot ongeveer aan Biddinghuizen is een verschrikking. Er ligt wel een fietspad en dat is netjes gescheiden van de autoweg, maar het is gemaakt uit erg grof asfalt. De rolweerstand stijgt met 20 à 25%! Dat kost veel energie en het maakt een pak herrie.
Daarna wordt het wegdek aangenamer en schakel ik mentaal weer om naar de reismodus. Indien de route vooraf vastgelegd is en in de gps zit, is het een kwestie van de aangegeven weg te volgen en ondertussen te genieten van de omgeving.
Hoewel: die weg is niet altijd even makkelijk: soms krijg je in het fietsland Nederland ook wel een uitdaging onder de wielen geschoven.
Het blijft evenwel zo dat de aanduidingen voor fietsers prima zijn.
Er zijn op deze rit enkele belangrijke verschillen met de heenweg. Om te beginnen zou dit een veel korter eind worden: ongeveer 130 km. (In de praktijk werd het wat meer, 155 km, omdat ik in Dordrecht ook nog wat rondreed.) Een peulschil, vergeleken met de 190 km van donderdag.
Minder leuk is dat ik nu de wind tegen heb en op open vlaktes en lange, rechte einden kan dat dik tegenvallen. De kruissnelheid ligt lager en toch kruipt er meer energie in elke afgelegde kilometer. Dat maakt niet uit: ik heb de hele dag en dan is die afstand zelfs aan 20 km/u makkelijk haalbaar.
De omgeving wordt steeds mooier, zeker als ik Flevoland verlaten heb. Dan kom je in ouder land terecht en dat merk je aan alles.
Ook nu weer leidt de rit me voornamelijk over dijken en langs het water. Ergens onderweg kom ik langs een gebied dat aangegeven is als de oudste polder van Nederland, waar ook een oud stoomgemaal staat.
En dan moet ik ook over iets wat "de Utrechtse heuvelrug" genoemd wordt. Tja, hoe moet ik het zeggen: na de Molenroute in de Vlaamse Ardennen de week ervoor, stelt dit echt niets voor. Het gaat wat omhoog en het rijdt wat langzamer daardoor, maar dat is het dan ook.
Rond Soest is het ook weer wat klimmen en dalen en daar is het alweer wat heviger. Op het hoogste punt dwarst de route het oude militaire vliegveld Soesterberg. Ik kan het niet laten om mijn "vliegtuig zonder vleugels" even te laten poseren op de startbaan.
Hier hangt onweer in de lucht, maar het blijft droog |
Zaterdag is ook een dag waarop allerlei zaken georganiseerd worden. Zo zie ik op een paar honderd meters een defilé van oude tractoren passeren. Terwijl ik door Soest rij, kruis ik een aantal prachtig onderhouden (of gerestaureerde) oldtimer auto's, meestal bestuurd door heren met een witgrijze haardos. Nog een eind verder slingert een konvooi militaire voertuigen uit WOII over de landwegen, min of meer dezelfde richting uitgaand als ikzelf.
We kruisen elkaars pad verschillende keren.
Dan zijn er nog de ontelbare windmolens onderweg, zowel oude, waarvan een aantal gediend hebben als gemaal, als hypermoderne.
Nieuw land, nieuwe molens |
Oud land en dus oude molens (windgemaal) |
Omdat het zo vroeg is, besluit ik om nog even tot in het centrum een kijkje te gaan nemen. Dat weekend is er namelijk een evenement gaande: Dordrecht in stoom. In het historische centrum, rond de haven, zijn allerlei stoommachines te vinden: stoomschepen, stoomtreinen, stationaire en mobiele stoomgeneratoren, ... Dit trekt volk aan en dat iss duidelijk te zien: je kan er over de koppen lopen. De Orca in zo'n omgeving is geen zo'n goed idee, dus wend ik de steven en ga een eind richting Hollandse Biesbosch. Dat blijkt niet zo bijzonder te zijn, na een hele dag door het groen te rijden. Na het eind van vandaag heb ik er ook genoeg van, dus keer ik terug naar mijn overnachtingsadres voor vandaag en stal de Orca in de garage, broederlijk naast de Quest van mijn gastheer.
's Avonds trekken we nog even tot in het centrum, om in alle rust de resterende stoommachines te bewonderen en tot in de top van een graanzuiger te klimmen.
Daarmee zit ook dag 4 erop. Met een prima rijdende Orca in een voor het grootste deel erg groene en rustige omgeving is dat zeker geen straf.
Wat die Orca betreft: hij schakelt weer voelbaar vlotter (niet dat het voordien slecht was, maar ik voel verschil) en de motor reageert directer.
Omdat voordien een aansluiting niet helemaal correct was, bleef het piekvermogen beperkt tot 250 W (wettelijk is het nominale vermogen beperkt tot die waarde) en nu is dat gestegen tot meer dan 500 W! Voor alle duidelijkheid: het piekvermogen is wat de motor kortstondig levert bij het plots versnellen of echt hard duwen op de pedalen. Nadien zakt dat weer tot 250 W. Het voelt alsof de Orca bereid is tot af en toe een burn-out.
Beste Jan, Nederland is een plezierig fietsland, vlak, maar wel regelmatig wind tegen en regen. Ook hier zijn de fietspaden niet altijd goed. Volgens mij heb je er van genoten, net als ik mijn tocht door België. Het smaakt naar meer!!
BeantwoordenVerwijderenWilco er is niets moois of plezierigs aan een uitgestrekte platte binnenpolder, en helemaal niet als het hard waait :-)))
BeantwoordenVerwijderenDaarom komen de velomobielen daar ook vandaan.....een gewone fiets is daar een martelwerktuig waar alleen plattelandskinderen mee rijden omdat ze geen keus hebben :-))))
Jan reed je 20 km/u om de acculading te sparen voor de rest van de reis ? Om terug te vallen tot die snelheid moet je in een Strada/Quest toch echt in de binnenpolders met windsnelheden rijden waarbij je gaat vliegen als je die van opzij zou krijgen ?
Waar lees je ergens dat ik 20 km/u reed? De gehanteerde kruissnelheid lag iets boven 30 km/u. Dat is prima te doen, behalve op de slechtste stukken fietspad.
VerwijderenAan 20 km/u zal de motor vermoedelijk geen 50W leveren en dan kan ik waarschijnlijk dik 200 km op een lading doen. Anderzijds: aan die snelheid, gezien dat vermogen, heb je de motor gewoon niet nodig.
Het staat nergens, maar het is tevens de enige snelheid die je noemt in de blogpost. En dan worden er aannames gemaakt.
VerwijderenAh, zo. Gedurende de hele rit lag de kruissnelheid zowat tussen 30 en 32 km/u. Op de Noordzeeroute was sneller amper mogelijk, omdat er hele stukken waren waar er plots bochten opdoken. Sneller rijden is verleidelijk, maar dan kan je in de problemen raken aan die bochten (tegenliggers, uit de bocht gaan, ...). Ik keer er niet elke dag naar, maar het bewogen gemiddelde na dag 2 bedroeg 27 km/u.
VerwijderenHallo Jan,
BeantwoordenVerwijderenNederland kan inderdaad een plezierig fietsland lijken, het is maar hoe je het bekijkt. De infrastructuur voor fietsgebruik is meestal prima, al zijn de fietspaden soms wat smal. De bewegwijzering is top, maar ik ben het met Quezzzt eens, de lange rechte polders zijn prima om hard door te rijden, maar ik vind ze vlug vervelen, het lijkt of je niet vooruit komt omdat je horizon nauwelijks veranderd.
Dat had ik ook in Zeeuws-Vlaanderen, oud land, dat wel, maar ook daar had ik de veelal grijze uitgestrekte polders en dijkjes wel al gezien, en was wel aan een verandering toe.
Maar het is duidelijk dat je genoten hebt van je korte (werk) vakantie in Nederland, ik gun het je van harte!
Groeten, Adri.
Adri, ik moet eerlijk bekennen dat de heenrit, langs de Noordzeeroute en slingerend langs een kanaal richting Amsterdam, veel boeiender was dan de rit terug, zeker dan het deel van Dronten naar Dordrecht en nog zekerder dan het deel van Dronten tot Moerdijk. Dat was vooral saai en daar had ik de wind ook tegen. De focus werd dus verlegd naar het bestuderen van de infrastructuur ;-)
VerwijderenJammer dat ze bij FlevoBike je niet hebben gewaarschuwd voor het helaas kapot gemaakte fietspad langs de Rietweg. Het is een half jaar geleden voorzien van absurd grof split, ongeschikt om op te fietsen. Bij de regelmatige Dronten-gangers hier ondertussen bekend, maar wel een heel vervelende verrassing als je minder bekend bent in de omgeving. Eén weg noordelijker is nog wel goed.
BeantwoordenVerwijderenOverigens staat er daar in de buurt ook een richtingwijzer voor fietsers met twee pijlen, elk naar "doorgaand verkeer". Niet heel nuttig. Ook hebben richtingaanwijzers de neiging te ontbreken precies in de bebouwde kom waar je juist een bordje nodig hebt.
Tja, mijn routeplanner was hiervan ook niet op de hoogte...
VerwijderenWat de rest van je opmerkingen betreft: kom eens in Vlaanderen rijden en dan zal je merken hoe gelukkig je mag zijn in Nederland. Neemt niet weg dat het altijd beter kan, natuurlijk. Dat moet ook: waar het niet voldoet, moet de situatie aangepakt worden.
Het is allemaal erg relatief. Hier wordt geklaagd dat er meer fietspaden moeten komen, omwille van de veiligheid. Als ik dan in Frankrijk fiets, zijn er nog veel minder fietspaden, maar geven de automobilisten telkens ruim plaats en minderen ze snelheid. Het leek me in Nederland daarentegen zo dat automobilisten vinden dat je geen recht hebt om op de rijweg te rijden: geen fietspad, dan heb je hier niets te zoeken. (beetje zwartwit, maar dat is om het duidelijk te stellen)
Je rijdt dan ook bijna nergens tussen de auto's in Nederland. Buiten de bebouwde kom is het hoofdzakelijk losliggende fietspaden / parallelwegen.
VerwijderenHet lijkt soms of er een omgekeerd evenredig verband bestaat tussen losliggende fietsinfrastructuur en het gedrag van automobilisten. Ik merk dat in Duitsland ook een beetje: je wordt veel minder strak ingehaald op de wegen waar je als fietser gewoon tussen de auto's rijd.