kilometerstanden

vrijdag 18 juli 2014

Even naar Arzon - dag 18

18 juli - dag 1 van de rit terug naar huis

D'abord, pour les amis Français: je suis arrivé à Paimboeuf, au bord de la Loire, quelque part entre Sanit-Nazaire et Nantes. Tout est bien passé.

Ik weet het: het is een grote sprong, van dag 7 naar dag 18, maar op een fietsblog gaat het voornamelijk over het fietsen, niet? Wat er tussenin gebeurt, komt nadien wel aan bod indien er tijd is.

Wat kan het leven mooi zijn! Even een weekje fietsen, met ups en downs, dan een tiental dagen genieten van de Golfe de Morbihan: zeilen, uitstappen maken, met vrienden samen zijn en ondertussen mijn Frans wat bijvijlen.

Maar ook daar komt een eind aan, helaas.

Vandaag startte de terugtocht, met een "kleine" omweg, wat betekent dat de weg terug langer wordt dan de heenweg.

Een eerste voornemen: ik trek er tien dagen voor uit, dus zou de dagafstand grosso modo 100 km moeten bedragen. Het reliëf zou voor het grote deel veel vriendelijker moeten zijn dan op de heenweg, dus dat moet makkelijk gaan.



Omdat de campingplaats 10 dagen lang dezelfde was, duurde het opbreken aanmerkelijk langer. De kampeerplaats was in dit opzicht niet ideaal, dat ik over de middag volop zon had, maar dat ze pas vanaf 11u op de tent scheen. Ik moest dus wachten omdat een tent nat inpakken niet zo handig is.
Omdat het voornemen is om de afstand te beperken tot 100 km per dag, kan het tempo wat lager en is er ruim tijd om onderweg te stoppen om wat te bekijken, om foto’s te maken en uitleg te geven over de Orca, indien mensen dat vragen.


Om 11u30 was alles opgebroken en ingepakt en nam ik afscheid van de vrienden.


Minder goed: na een hele week zonder problemen is de vrijloop na 40 km weer vastgelopen. Het is dus geen vrijloop meer. Dit moet duidelijk aangepakt worden. Flevobike vermoedt dat het koppel te groot is, ik vermoed dat de gekozen vrijloop te zwak is in combinatie met de ondersteuning en de zware belading voor de reis.

Het eerste deel was het afscheid van Bretagne. 

Bretoens: een overdekte bron
Het eerste eind ging tot aan de Vilaine, die ik in Arzal overstak tegen 12u30. Dat eerste deel ging - heel gezellig - over slingerende en licht stijgende en dalende "routes communales": kleine wegen, bijna zonder verkeer.


 Bij Arzal kwam ik aan de Vilaine.

De Vilaine, vlakbij de plaats waar we woensdag vertrokken met de Arpège van Daniel
 Gek: woensdag reed ik met vriend Manuel tot hier (met de auto), om daarna een hele dag aan boord van een "Arpège" te zeilen. Het was een schitterende dag, met een loodzware zon en behoorlijk wat wind. Schitterend zeilweer eigenlijk. Vandaag volg ik min of meer dezelfde route, rij over dezelfde brug, maar onderga de omgeving veel meer.

Een heel deel van de rit ging door het regionaal park “des Brières”, wat in essentie één groot moerasgebied is, met oude huisjes die getuigen van grote armoede (steen, hout, rieten dak en heel klein).
Het begon daar niet zo goed: de route die de gps opgaf - ik had nochtans een route "zonder onverhard" gepland, bleek niet echt vlot bereidbaar op een bepaald moment.

Hier ging het nog. Dit is een verbindingsstuk tussen twee geasfalteerde "routes communales"


Dit vond ik al minder leuk: grove steenslag en twee sporen erin. De ervaring leert me dat dit meestal niet goed komt.


Daar gaan we: het steenslagpad vermindert tot twee sporen, met gras ertussen. Niet goed!


Daar houdt het op voor de velomobiel: een pad door het gras, dat is geen fietsroute. Rechtsomkeer dus en een alternatief zoeken. Zo tikken de kilometers aan en vooral: zo verlies je tijd, want dat gaat niet vlot.

Heel interessant is de Voie Verte die ik vanaf het regionaal park tot in Saint-Nazaire kan volgen.

Let op de wegmarkeringen!
Dit kan een voorbeeld genoemd worden: breed, vlak, prima ondergrond en aan elk kruispunt hebben de fietsers voorrang! 


Stel je voor: Frankrijk neemt hierin het voortouw!
In dit geval vind ik het erg logisch: het is een rechte, dus functionele route die mensen naar een grote stad kan brengen. Wil je mensen op de fiets krijgen, dan moet je daarvoor geschikte infrastructuur voorzien.

Het meest spectaculaire vandaag was dan weer de “pont de Saint-Nazaire”, die het estuarium van de Loire overbrugt. Lang, hoog en steil. Net zoals op de pont de Normandie is er een rudimentair fietspad (gelukkig), maar meer ook niet. Ook nu weer ging de overtocht gepaard met dreigend onweer.

Een keer over de Loire, werd het moeilijker: de route op de gps blijkt niet te kloppen, want het fietspad langs de Loire bestaat in dit deel niet…

Gestrand in het zand
Het leidde wel tot een ontdekking.

Dit zijn vissershutten in een estuarium met grote getijdeverschillen. Het is vrij duidelijk dat deze buiten gebruik is. 
In Paimboeuf is het genoeg geweest voor vandaag. Er is 107 km afgelegd op één lading en daar deed ik, stops inbegrepen, 6u over.

De camping lijkt typisch voor langs een fietsroute: eenvoudig (wel drie sterren, want een overdekt zwembad) en goedkoop. Voor een soloplaats betaal je € 10. Ik neem er elektriciteit bij en dat betekent € 2,50 extra. € 12,50 voor een plaats is héél redelijk in het hoogseizoen.
Op de camping zijn heel wat fietsers te vinden, allemaal trekkers met kleine tentjes en fietsen die volhangen met fietstassen.


De omgeving, aan het estuarium van een lange rivier, is meestal prachtig, ware het niet dat de andere oever eerder industrieel is.
Aan de ingang hangt een wat minder leuke mededeling.


De Loire is hier zo breed dat er vuurtorens op de oever staan.


De zonsondergang was weer spectaculair.


2 opmerkingen:

  1. Beste Jan, ik loop nog wat achter bij je avonturen. Ik heb de tent juist vaak nat ingepakt. Ik ervaar het wachten op een droge tent toch een beetje als verloren tijd, zeker als ik daar tot 11 uur op moet wachten. Zeker op warme dagen wil ik vroeg op pad.

    Groet, Wilco

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Wilco, daar heb je gelijk in. Ik wachtte ook niet elke dag tot de tent volkomen droog was. Tijdig opzetten en luchten werkt ook.

      Verwijderen