Die voordelen zijn gedeeltelijk subjectief: als je graag tijd steekt in onderhoud, is bijvoorbeeld een niet-afgeschermde ketting geen probleem. Wil je de onderhoudstijd minimaliseren, dan betekent een gesloten kettingkast een voordeel. Sommige voordelen zijn er ook enkel in functie van prioriteiten. Zoals in de vorige post al gesteld: primeert snelheid boven alles, dan is de Orca een foute keuze. Wat je kiest, doe je in functie van het gebruik. Wie met de auto (of trein, of...) naar het werk gaat en de velomobiel recreatief gebruikt, vindt wellicht andere zaken belangrijk dan wie hem als vervanging van diezelfde auto ziet.
De afwerking kan amper of niet beter. De ketting is volledig afgeschermd, waardoor je er geen omkijken naar hebt. De hele besturing is onder een brug weggewerkt, waardoor ook die beschermd is tegen alle vuil. Er is in het interieur niets te vinden dat olie- of vetvlekken op je kleding kan nalaten.
De gebruikte componenten zijn allemaal van topkwaliteit. Een Rohloffnaaf hoef je op dat vlak absoluut niet te verdedigen. Maar ook in details merk je dat: de KMC X1 ketting is quasi onverwoestbaar (ik meen me te herinneren dat je er 50.000 tot 80.000 km mee moet kunnen doen in een Orca, zonder enig onderhoud), voor de boordspanning is een 12V, 6,75 Ah LiIon accu gebruikt met led-aanduiding van de resterende lading (dit is een optie: standaard is het 6V), de lichtschakelaars zijn oerdegelijk, ... Ook de kunststof wielen zijn onderhoudsvrij: geen spaken om aan te spannen, geen oxidatie mogelijk. Een Orca is "bombproof", zoals het heet.
Ook de materiaalkeuze en de toepassing ervan is degelijk. De onderste helft in Twintex is quasi onverwoestbaar. Je hoeft niet te kijken waar je je voeten neerzet in je velomobiel en als je ergens tegenaan komt, veert dat materiaal gewoon in. Geen gelcoat die beschadigd kan worden, geen lak om te schrammen, geen broze huid die barst. De bovenste helft, die gekleurd is, is gemaakt van meerdere stukken uit glasvezel/epoxy. Doordat er verschillende delen zijn, is het relatief eenvoudig om een eventueel beschadigd stuk te vervangen.
De draaicirkel van 6m tussen muren maakt een Orca ongelooflijk wendbaar. Maak daar met een Quest maar het dubbele van. Ik ken geen enkele andere velomobiel die zo'n kleine draaicirkel heeft. In een normale straat kun je dus in één beweging keren. In een stadscentrum of de stadsrand is dat zeer handig. Ook op Vlaamse vrijliggende fietspaden, met geregeld bochten met een extreem kleine radius, is een korte draaicirkel mooi meegenomen.
Het deksel maakt het in- en uitstappen erg makkelijk (en is wellicht mee een reden voor het hogere gewicht) en hierdoor is ook de bagageruimte vlot toegankelijk.
Grote bagageruimte, met twee niveaus (bagagenet is optie) |
Doordat er geen ketting door de binnenruimte loopt, hoef je je ook om de bagage geen zorgen te maken.
Het (optionele) bagagenetje maakt dat die bergruimte erg praktisch ingedeeld is.
Alle bedieningen zitten op logische plaatsen, wat het rijden (na enige gewenning) zeer intuïtief maakt. De bediening voor knipperlichten en claxon zitten precies op de goede plaats, de lichtknoppen ook. Schakelen met de grote draaigreep gaat ook makkelijk. Alles wat moet zit binnen handbereik en je hoeft de stuurknuppels zelfs niet los te laten.
De keuze voor de aerodynamisch minder gunstige rompvorm is er uit praktische overwegingen: door de hoogte is een Orca goed zichtbaar in het verkeer. Je zit zelf ook hoger, wat het perspectief net wat anders of beter maakt.
De beperkte lengte maakt dat hij in de garage of op een parkeerplaats niet veel ruimte nodig heeft. Vergelijk die 2,43m maar eens met de 2,85 van een WAW of Quest! Goed: een Mango is dan weer even kort.
Het Flevobike zitje bestaat in meerdere maten: zowel voor het zitdeel als de rugleuning (spanzitting) kan gevarieerd worden. De zithoogte is in drie standen mogelijk (door middel van alu stelblokjes), de afstand tot de trappers is traploos instelbaar, de helling van het zitgedeelte is ook te regelen, net als de helling van de rugleuning. Die spanzitting is, wat mij betreft, ook een voordeel omwille van de ventilatie. Je kan argumenteren dat je daarmee minder zijdelingse steun hebt, maar gezien de bezadigde natuur van de Orca is dat niet echt een bezwaar. De ergonomie is dus in het geheel erg doordacht.
Een velomobiel dient in de eerste plaats om mee te rijden. Waar de Orca niet de snelste is, maakt hij dat ruimschoots goed door het comfort (6 cm veerweg vooraan en de veervoorspanning achteraan is traploos instelbaar) en het rijgemak. Met een kruissnelheid, bij mij, van 35 km/u is hij ook weer niet traag te noemen. Ook de wendbaarheid speelt hierin een grote rol. (Voor nieuwelingen: bedenk dat zo'n kruissnelheid het gevolg is van training. Dat haal je waarschijnlijk niet bij een langere testrit als je geen velomobielspieren gekweekt hebt.)
Heel wat praktische details maken duidelijk dat hier grondig over nagedacht is. Zo lees je bijvoorbeeld over de Quest en Strada dat je niets ziet op de grond als het dichterbij is dan 6 of 7 m. Bij de Orca zal dat eerder 3m zijn (niet nagemeten)... De parkeerrem op het achterwiel (keramisch gecoate trommel) brengt dan misschien weer extra gewicht op de schaal, maar het maakt dat je de velomobiel aan de achterkant kunt optillen (er zit een lus op daarvoor) en ermee kunt manoeuvreren terwijl de rem opstaat.
De accu voor de ondersteuning kreeg een plekje voorin, waardoor ook geen bagageruimte verloren gaat. Die accu is trouwens vergrendeld, zodat hij er niet zomaar uitgehaald kan worden.
Voor de Radical trekhaak is een plek voorzien: simpelweg een stukje plastic eruit halen en de trekhaak met een bout vastzetten.
Zo zijn er nog heel wat kleine dingen die het rijden aangenamer maken; te veel om op te noemen.
Ook de stuurknuppels zitten op een prima plaats. De enige andere velomobiel met dit systeem waar ik (een beetje) ervaring mee heb is de WAW. Daar zitten de knuppels (en het zitje) dan weer veel dichter bij de bodem. Het gevolg van dit verschil is dat je in een Orca nog behoorlijk wat bagageruimte hebt naast (en onder) het zitje, waar die plaats bij de WAW niet beschikbaar is. Dat is van geen belang voor wie recreatief gaat rijden (even over en weer naar de Vlaamse Ardennen, op zondagmiddag over een jaagpad gaan sjeezen), maar voor boodschappen, reizen en dagdagelijks gebruik maakt het wel een verschil. Bij mij zit links, binnen handbereik, een tas met herstelkit en allerlei spullen zoals een zonnebril en rechts ligt het fototoestel. Anderzijds: bij elke velomobiel met helmstokbesturing heb je die plaats ook ter beschikking.
Ook de minimale nood aan onderhoud is belangrijk. In mei reed ik naar Dronten voor een eerste nazicht en om enkele zaken te verbeteren (een defecte led in een knipperlicht, bijvoorbeeld). Nadien bleef het onderhoud beperkt tot oppompen en wisselen van banden en het bijladen van accu's (boordspanning en vooral ondersteuning). Meer niet. Geen ketting smeren, geen derailleur bijstellen, geen speling.
Goed: tijdens de lange reis sneuvelden enkele knoppen (knipperlicht rechts en claxon), maar dat was mijn eigen fout. Ik wist dat het kon gebeuren en had de andere al liggen, dus dat kan ik de Orca niet aanwrijven.
Als er dan toch wat nodig is, is het interieur vlot toegankelijk door de grote opklapbare klep.
Ook de keuze voor 3 dezelfde wielen valt hieronder: ik heb welgeteld één reserve buiten- en binnenband mee en die kan zowel voor- als achteraan gebruikt worden.
Het gebruik van een subframe is het gevolg van de keuze voor Twintex voor de onderkant: dit is niet stijf genoeg om de romp zelfdragend te maken. Dat subframe doet wellicht dienst als veiligheidskooi (wens ik niet uit te testen) en het is ook erg handig: alle toebehoren dat op een stuur geklemd kan worden, past ook op dat frame. Zo monteerde ik de gps (Garmin Oregon 450) en de Cycle Analyst erop.
Oregon 450 gemonteerd op het subframe (met RAMmount materiaal) |
Cycle Analyst 2.3 op het subframe (met meegeleverde houder) |
Flevobike gebruikt het frame ook heel slim: alle bedrading wordt erdoor gehaald, waardoor een erg net en opgeruimd interieur mogelijk is. De bedrading rechts op de foto lijkt dat tegen te spreken, maar die komt van de CA, die ik zelf monteerde. De witte kabel was een tijdelijke usb-verbinding naar een smartphone.
Voortdurend merk je aan allerhande details dat overal over nagedacht is. Alles zit waar het moet zitten, werkt zoals het moet werken, ...
Nogmaals: het gaat niet om het vergelijken met andere velomobielen, want daarmee heb ik amper of geen ervaring. De voornaamste referentie is de stokoude Flevobike Alleweder, die de Orca voorafging. Voor- en nadelen zijn ook subjectief. Een laag zwaartepunt is bijvoorbeeld een voordeel, maar het betekent meestal een beperkter uitzicht omdat het zitje lager zit. Een langere, lagere en smallere romp leidt tot een snellere velomobiel, maar kort, breed en hoog is dan weer praktischer.
In een laatste bericht hierover probeer ik te beoordelen of ik nog altijd achter mijn keuze voor de Orca sta.