25 februari, zicht op Gavere |
fietstechniek, ervaringen met fietsen, relaas van verplaatsingen, aanpassingen aan fietsen en velomobiel Flevobike Orca (36) - Thorax Tangens - Nazca Paseo - Heinzmann PAN eTR-U - Birdy Speed
▼
kilometerstanden
▼
vrijdag 27 februari 2015
Daarvoor doe je het
Nu ja, niet uitsluitend daarvoor, natuurlijk, maar het is wel een mooie beloning.
Dit was de voorbije week, net aan het einde van de rit langs het jaagpad.
zaterdag 21 februari 2015
Op de grens
... tussen winter en voorjaar.
Dat speelt al van vorige week. En, ik geef het meteen toe, het is meer het uitzicht dan de realiteit, want het vriest namelijk nog 's morgens. Dat is niet zo lente-achtig.
Dat is hoe het weer de voorbije week aanvoelde. 's Morgens aanzetten met vriesweer en 's avond terug bij zowat 8° C.
Soms met zon, soms onder een grijze sluier en af en toe in de mist.
Maar toch: onderweg zie je de lucht oranje-roze kleuren door de opkomende zon. Het licht reflecteert in de Schelde, waar ik een hele tijd langs rij. Tussen de bomen bespeur je al meer leven, vooral van de gevederde soort; de kleuren in de omgeving lijken rijker en feller te worden. Kortom: er hangt een vage belofte van zachter weer in de lucht.
Hier begint het zalige stuk: cruisen over de Scheldeoever; licht slingerend, heerlijk rustig en met meestal een heel behoorlijk wegdek.
Dit is de splitsing tussen de oude Scheldeloop naar Merelbeke en een nieuwer kanaal naar de Ringvaart. Die laatste is de route die de binnenschepen nemen.
De belofte van kilometers rijden langs een bijna verlaten jaagpad. Geen kruispunten, geen auto's, amper fietsers. Op dit vroege uur zijn diegenen die me kruisen bijna elke dag dezelfden. We kennen elkaar ondertussen.
Koud is het wel, maar o, zo mooi! Stilaan geeft de zon wat kleur aan de omgeving. De geluiden die ik hoor, zijn vooral afkomstig van de voortrazende Orca, waar ik weggedoken zit achter het minivizier. Buiten vriest het; binnen zweet ik. Er hangt een belofte van een mooie, zonnige dag aan de horizon.
En rustig dat het is! En fris! Alles wit bevroren, op het jaagpad na en de dampende rivier. Af en toe kruis ik een flink ingepakte fietser: dikke handschoenen, schoenen en overtrekschoenen, sjaal rond het hoofd gewikkeld, helm met muts eronder, ... Geef mij dan maar het gezellige interieur van de E-Orca, met via de oortjes wat muziek en de ochtendlijke actualiteiten.
De nevelslierten geven de omgeving een mythische sfeer.
Maar toch: al enkele dagen krijg ik een combinatie van vriesweer en mist voorgeschoteld.
Slechter kun je het niet treffen in een velomobiel, althans wat zicht betreft: het vocht uit de lucht vriest aan op het ruitje van het velomobieldakje en op het minivizier van de schuimkap. Het zichtveld raakt beperkt tot een kier van net 1 cm hoog. Dan zijn er twee opties:
Na het werk is de weg terug een andere beleving: de temperatuur ligt zowat 10° C hoger: van -2 naar +8. Rugwind, een laag zittende zon achter me, soms schitterend in de spiegels. Dan voel je echt wel dat het voorjaar eraan komt.
De mist is al lang opgetrokken, de lucht felblauw. Vliegtuigen trekken witte strepen hoog aan de hemel en af en toe passeert een reiger of aalscholver mijn pad. Zoiets geeft je vleugels! Waar het 's morgens "bwa, ja, niet slecht" is, wordt het genieten van de tocht. Dat is geen woon-werk rit meer, maar gewoon een ritje maken.
Nu nog een graad of 10 erbij, wat meer groen aan de bomen, wat meer bloemen in de bermen en dan kan het niet meer stuk.
Dat speelt al van vorige week. En, ik geef het meteen toe, het is meer het uitzicht dan de realiteit, want het vriest namelijk nog 's morgens. Dat is niet zo lente-achtig.
Dat is hoe het weer de voorbije week aanvoelde. 's Morgens aanzetten met vriesweer en 's avond terug bij zowat 8° C.
Soms met zon, soms onder een grijze sluier en af en toe in de mist.
Maar toch: onderweg zie je de lucht oranje-roze kleuren door de opkomende zon. Het licht reflecteert in de Schelde, waar ik een hele tijd langs rij. Tussen de bomen bespeur je al meer leven, vooral van de gevederde soort; de kleuren in de omgeving lijken rijker en feller te worden. Kortom: er hangt een vage belofte van zachter weer in de lucht.
Hier begint het zalige stuk: cruisen over de Scheldeoever; licht slingerend, heerlijk rustig en met meestal een heel behoorlijk wegdek.
Dit is de splitsing tussen de oude Scheldeloop naar Merelbeke en een nieuwer kanaal naar de Ringvaart. Die laatste is de route die de binnenschepen nemen.
De belofte van kilometers rijden langs een bijna verlaten jaagpad. Geen kruispunten, geen auto's, amper fietsers. Op dit vroege uur zijn diegenen die me kruisen bijna elke dag dezelfden. We kennen elkaar ondertussen.
Koud is het wel, maar o, zo mooi! Stilaan geeft de zon wat kleur aan de omgeving. De geluiden die ik hoor, zijn vooral afkomstig van de voortrazende Orca, waar ik weggedoken zit achter het minivizier. Buiten vriest het; binnen zweet ik. Er hangt een belofte van een mooie, zonnige dag aan de horizon.
En rustig dat het is! En fris! Alles wit bevroren, op het jaagpad na en de dampende rivier. Af en toe kruis ik een flink ingepakte fietser: dikke handschoenen, schoenen en overtrekschoenen, sjaal rond het hoofd gewikkeld, helm met muts eronder, ... Geef mij dan maar het gezellige interieur van de E-Orca, met via de oortjes wat muziek en de ochtendlijke actualiteiten.
De nevelslierten geven de omgeving een mythische sfeer.
Maar toch: al enkele dagen krijg ik een combinatie van vriesweer en mist voorgeschoteld.
Slechter kun je het niet treffen in een velomobiel, althans wat zicht betreft: het vocht uit de lucht vriest aan op het ruitje van het velomobieldakje en op het minivizier van de schuimkap. Het zichtveld raakt beperkt tot een kier van net 1 cm hoog. Dan zijn er twee opties:
- de snelheid heel sterk beperken, zodat je turend door die spleet nog net kunt zien waar je rijdt
- het schuimdeksel opbergen, waardoor het zicht sterk verbetert, maar meteen ook de kou de velomobiel binnenduikt (aankomen op het werk en praten met een halfbevroren smoelwerk is niet ideaal)
Na het werk is de weg terug een andere beleving: de temperatuur ligt zowat 10° C hoger: van -2 naar +8. Rugwind, een laag zittende zon achter me, soms schitterend in de spiegels. Dan voel je echt wel dat het voorjaar eraan komt.
De mist is al lang opgetrokken, de lucht felblauw. Vliegtuigen trekken witte strepen hoog aan de hemel en af en toe passeert een reiger of aalscholver mijn pad. Zoiets geeft je vleugels! Waar het 's morgens "bwa, ja, niet slecht" is, wordt het genieten van de tocht. Dat is geen woon-werk rit meer, maar gewoon een ritje maken.
Nu nog een graad of 10 erbij, wat meer groen aan de bomen, wat meer bloemen in de bermen en dan kan het niet meer stuk.
donderdag 19 februari 2015
Pats...
De gebeurtenissen maken het makkelijk om inspiratie te vinden voor de blog.
Nog maar net verscheen het bericht over de klapband met de Birdy, of de rechterband van de Orca moest eraan geloven. Vanmiddag reed ik met een flinke vaart gewoon rechtdoor over het jaagpad, al flink wat kilometers, toen - geheel onverwacht - met een harde knal de rechterband het voor bekeken hield.
Een mogelijke verklaring is dat dit geen nieuwe binnenband was. Misschien was die al wat versleten, was de wand wat dun geworden? Het gat zit aan de kant van de velg.
De vorige lekken waren op 11 januari, maar toen waren die het gevolg van glasscherven die door het loopvlak gedrukt waren. Nu zijn we zowat 1000 km verder, is aan de buitenband niets te zien en zit het gat aan de binnenkant van de binnenband.
Enfin, dit valt vrij snel te herstellen: andere binnenband uithalen, Orca optillen en de binnenband wisselen. De buitenband leg je zo om; daarvoor zijn geen bandenlichters nodig. Gewoon de hiel wat meer naar het midden van de velg duwen en dan kost het geen moeite.
Minder sympathiek: door het mooie weer waren er behoorlijk wat wielertoeristen op pad, maar er zijn er minstens tien gepasseerd die me zelfs geen blik waardig gunden. Zou hun gemiddelde teveel dalen daardoor? Of geldt een velonaut niet als collega-fietser? Eén man stopte wel, maar toen was ik al klaar om de band op te pompen.
Uiteraard kunnen ze niet veel doen, maar vragen of het gaat, dat kost toch geen moeite?
Nog maar net verscheen het bericht over de klapband met de Birdy, of de rechterband van de Orca moest eraan geloven. Vanmiddag reed ik met een flinke vaart gewoon rechtdoor over het jaagpad, al flink wat kilometers, toen - geheel onverwacht - met een harde knal de rechterband het voor bekeken hield.
Een mogelijke verklaring is dat dit geen nieuwe binnenband was. Misschien was die al wat versleten, was de wand wat dun geworden? Het gat zit aan de kant van de velg.
De vorige lekken waren op 11 januari, maar toen waren die het gevolg van glasscherven die door het loopvlak gedrukt waren. Nu zijn we zowat 1000 km verder, is aan de buitenband niets te zien en zit het gat aan de binnenkant van de binnenband.
Enfin, dit valt vrij snel te herstellen: andere binnenband uithalen, Orca optillen en de binnenband wisselen. De buitenband leg je zo om; daarvoor zijn geen bandenlichters nodig. Gewoon de hiel wat meer naar het midden van de velg duwen en dan kost het geen moeite.
Minder sympathiek: door het mooie weer waren er behoorlijk wat wielertoeristen op pad, maar er zijn er minstens tien gepasseerd die me zelfs geen blik waardig gunden. Zou hun gemiddelde teveel dalen daardoor? Of geldt een velonaut niet als collega-fietser? Eén man stopte wel, maar toen was ik al klaar om de band op te pompen.
Uiteraard kunnen ze niet veel doen, maar vragen of het gaat, dat kost toch geen moeite?
woensdag 18 februari 2015
Boem... (nog een bandenkwestie)
We blijven in de banden.
De Birdy Speed is één van de eerste van zijn soort: een Birdy met een ultralicht aluminium frame dat uit twee geperste en aan elkaar gelaste helften bestaat. Uit het serienummer van mijn exemplaar kan ik afleiden dat deze dateert van het allereerste jaar dat de Birdy op die manier gemaakt werd.
De bandjes erop - Schwalbe Marathon Racers - zijn vermoedelijk even oud als de fiets: van 2006. Beter gezegd: waren even oud, want vorige week gebruikte zoonlief hem om naar de campus te rijden, terwijl ik zijn fiets op punt stelde.
Vrijdag belde hij me: de Blandijn beklimmend - de hoogste berg in Gent - is de achterband ontploft. Je zou denken: "hoe doet ie het toch elke keer?". Deze keer kon hij er echt niks aan doen: een lap rubber was van het loopvlak verdwenen en met een flinke knal had de binnenband er de brui aan gegeven.
Zaterdag haalde ik dan maar een nieuwe, bij De Ligfiets. Da's voor Gent de verdeler voor Riese und Müller - de ontwerpers van de Birdy - en de meest waarschijnlijke plaats om een band in de afwijkende maat 40-355 (18") te vinden.
Ondertussen kreeg de Birdy een flinke poetsbeurt. Binnenkort moet ook de ketting vervangen worden, maar dat wilde ik toen niet doen, want dat betekent meteen het reinigen en controleren van de cassette en derailleur. Dat moet gepland worden, want het vraagt toch wat tijd.
De Birdy Speed is één van de eerste van zijn soort: een Birdy met een ultralicht aluminium frame dat uit twee geperste en aan elkaar gelaste helften bestaat. Uit het serienummer van mijn exemplaar kan ik afleiden dat deze dateert van het allereerste jaar dat de Birdy op die manier gemaakt werd.
De bandjes erop - Schwalbe Marathon Racers - zijn vermoedelijk even oud als de fiets: van 2006. Beter gezegd: waren even oud, want vorige week gebruikte zoonlief hem om naar de campus te rijden, terwijl ik zijn fiets op punt stelde.
Vrijdag belde hij me: de Blandijn beklimmend - de hoogste berg in Gent - is de achterband ontploft. Je zou denken: "hoe doet ie het toch elke keer?". Deze keer kon hij er echt niks aan doen: een lap rubber was van het loopvlak verdwenen en met een flinke knal had de binnenband er de brui aan gegeven.
Zaterdag haalde ik dan maar een nieuwe, bij De Ligfiets. Da's voor Gent de verdeler voor Riese und Müller - de ontwerpers van de Birdy - en de meest waarschijnlijke plaats om een band in de afwijkende maat 40-355 (18") te vinden.
Ondertussen kreeg de Birdy een flinke poetsbeurt. Binnenkort moet ook de ketting vervangen worden, maar dat wilde ik toen niet doen, want dat betekent meteen het reinigen en controleren van de cassette en derailleur. Dat moet gepland worden, want het vraagt toch wat tijd.
dinsdag 17 februari 2015
Schwalbe Marathon (GreenGuard): tussentijdse evaluatie
Toen ik vorig jaar in mei naar Dronten reed, kreeg ik van Flevobike een set Schwalbe Marathon 40-406 mee om te evalueren. Ik liet ze weten dat dit nog wel even zou duren, want ik wilde eerst de Trykers grondig aan de tand voelen.
Ondertussen zijn we in 2015 beland en de Marathons - ook wel Marathon Greenguard genoemd - hebben er ondertussen zowat 5000 km op zitten. Dat is een mooie stand om er wat over te vertellen.
Eerst wat ik voordien al rapporteerde: vergeleken met de Trykers zijn ze (iets) luidruchtiger - vermoedelijk door het profiel -, (iets) minder comfortabel - maar niet oncomfortabel - en de grip lijkt marginaal minder. Anderzijds is er na 5000 km nog maar amper iets te merken van slijtage en dat was met de Trykers wel anders!
In januari, tijdens een flinke trip naar Leuven, bij storm en striemende regenbuien, raakte de rechter Marathon lek. Ik vond niets in de buitenband, maar na amper enkele kilometers raakte ook de tweede binnenband lek. In Leuven heb ik de Tryker - die als reserve mee was - weer op het wiel gelegd.
Het voorbije weekend was het stralend weer: 10° C, blauwe lucht en een zonnetje dat aan lente deed denken. De Marathon werd in het mooie licht aan een grondige inspectie onderworpen en nu vond ik wat ik met minder licht niet zag: kleine sneetjes in het loopvlak. Daar moet je echt naar zoeken, want ze zijn niet zichtbaar als je de band niet vervormt of "kneedt".
In twee van die sneetjes vond ik glassplinters, amper 2 mm lang, maar vlijmscherp. In een derde sneetje bleek de splinter zich een weg gebaand te hebben door de antileklaag. Dat is dan weer iets dat ik met de Tryker niet meemaakte...
Uiteraard was het de rechter band die hieronder leed: dit schijnt typisch te zijn omdat die rolt over dat deel van het wegdek dat veel minder gebruikt wordt en waar dus de rommel te vinden is. Het venijnige is dat die glassplinter niet voelbaar was aan de binnenkant. Het sneetje was ook niet te zien. Ik vermoed dat hij er enkel doorkwam als a. de druk hoog genoeg was en b. het loopvlak vervormde op het moment dat het tegen het wegdek kwam.
Moet ik nu Marathon+ gebruiken? Ik denk het niet. De Marathons zien eruit alsof ze 15000 km zullen halen en zelfs meer. Alleen zal ik het loopvlak wat meer moeten nazien op splinters. Positief, tegenover de Tryker, is dus dat de levensduur wellicht het dubbele zal bedragen. Koppel dat aan een lagere prijs en de kilometerkostprijs is spectaculair lager.
Terzijde: achteraan ligt een Schwalbe Energizer Plus 47-406. Die heeft er ondertussen ook al 4000 km op zitten en geeft geen krimp. De grip is prima, het comfort ok en van slijtage is amper iets te merken.
Ondertussen zijn we in 2015 beland en de Marathons - ook wel Marathon Greenguard genoemd - hebben er ondertussen zowat 5000 km op zitten. Dat is een mooie stand om er wat over te vertellen.
Eerst wat ik voordien al rapporteerde: vergeleken met de Trykers zijn ze (iets) luidruchtiger - vermoedelijk door het profiel -, (iets) minder comfortabel - maar niet oncomfortabel - en de grip lijkt marginaal minder. Anderzijds is er na 5000 km nog maar amper iets te merken van slijtage en dat was met de Trykers wel anders!
In januari, tijdens een flinke trip naar Leuven, bij storm en striemende regenbuien, raakte de rechter Marathon lek. Ik vond niets in de buitenband, maar na amper enkele kilometers raakte ook de tweede binnenband lek. In Leuven heb ik de Tryker - die als reserve mee was - weer op het wiel gelegd.
Het voorbije weekend was het stralend weer: 10° C, blauwe lucht en een zonnetje dat aan lente deed denken. De Marathon werd in het mooie licht aan een grondige inspectie onderworpen en nu vond ik wat ik met minder licht niet zag: kleine sneetjes in het loopvlak. Daar moet je echt naar zoeken, want ze zijn niet zichtbaar als je de band niet vervormt of "kneedt".
In twee van die sneetjes vond ik glassplinters, amper 2 mm lang, maar vlijmscherp. In een derde sneetje bleek de splinter zich een weg gebaand te hebben door de antileklaag. Dat is dan weer iets dat ik met de Tryker niet meemaakte...
Uiteraard was het de rechter band die hieronder leed: dit schijnt typisch te zijn omdat die rolt over dat deel van het wegdek dat veel minder gebruikt wordt en waar dus de rommel te vinden is. Het venijnige is dat die glassplinter niet voelbaar was aan de binnenkant. Het sneetje was ook niet te zien. Ik vermoed dat hij er enkel doorkwam als a. de druk hoog genoeg was en b. het loopvlak vervormde op het moment dat het tegen het wegdek kwam.
Moet ik nu Marathon+ gebruiken? Ik denk het niet. De Marathons zien eruit alsof ze 15000 km zullen halen en zelfs meer. Alleen zal ik het loopvlak wat meer moeten nazien op splinters. Positief, tegenover de Tryker, is dus dat de levensduur wellicht het dubbele zal bedragen. Koppel dat aan een lagere prijs en de kilometerkostprijs is spectaculair lager.
Terzijde: achteraan ligt een Schwalbe Energizer Plus 47-406. Die heeft er ondertussen ook al 4000 km op zitten en geeft geen krimp. De grip is prima, het comfort ok en van slijtage is amper iets te merken.
zondag 15 februari 2015
L'histoire se répète
... om het met een typisch Engels spreekwoord te zeggen. ;-)
Nog maar pas was de Trek Manhattan van zoonlief weer in orde gezet.
Hij belde me enkele dagen later om te zeggen dat hij onzacht in aanraking gekomen was met een geparkeerde wagen: "van de pedaal geschoten". Hijzelf bleef - gelukkig - ongedeerd, maar zijn voorwiel heeft de aanrijding niet overleefd. Volgens hem knalde hij aan 25 km/u tegen de wagen. Meer precies: hij parkeerde zijn voorwiel in de wielkast.
Hij wist het niet meer, maar zijn zus zei "papa kan daar wel wat aan doen. Hij heeft mijn voorwiel ook nog gerecht."
Jawel: dochterlief haar geheugen is prima. 't Is ondertussen al bijna vijf jaar geleden dat ik een ander gebogen voorwiel recycleerde en haar zo een wiel met naafdynamo bezorgde voor haar oude Giant.
"OK, breng me de fiets maar en ik zie wel wat mogelijk is"
Een dikke week geleden werd de fiets door mama in de auto afgeleverd. Fietsen ermee ging niet meer. Het was algauw duidelijk dat de velg richten ook uitgesloten is: deze was niet gebogen, maar er zat een duidelijke knik in. Daarenboven zat er een deuk in de wang, waardoor de breedte niet meer gelijkmatig was.
De eerste stap is dan even in de voorraad duiken om een andere, gerecycleerde en geschikte, velg te zoeken. Helaas: het enige wat er enigszins op leek, is een 32-gaats Bontrager velg met versleten wangen. Die slijtage is in dit geval minder van belang - de fiets is uitgerust met rollerbrakes -, maar de naaf is een 36-gaats uitvoering. Mijn vaste fietshandelaar had wel een quasi identieke velg (36-gaats, spaakgaten in groepen van 4) in voorraad. Voor € 23 kon ik een nieuwe Rigida-velg inspaken.
Zaterdagavond was dan het zen-moment: met muziek op de achtergrond werden de spaken van de oude naar de nieuwe velg overgezet.
Da's een prima systeem: je hoeft niet na te denken over het spaakpatroon, want je neemt het een op een over.
Daarna kwam het nieuwe wiel in de wielrichter terecht op de keukentafel om het rustig te richten.
Dan moest er nog een velglint in, kon de band er weer op en zo kwam het vernieuwde wiel weer in de Trek Manhattan terecht.
Het valt nog af te wachten of de voorvork de aanrijding overleefd heeft, maar die ziet er wel goed uit.
Uit de ruimere voorraad was ondertussen de Birdy mee als vervangfiets tot de Trek weer operationeel is.
"O, ja, terwijl je toch bezig bent: mijn vierde versnelling doet het niet goed en de handgrepen schuiven van het stuur af." Da's een groot onderhoud voor de Trek Manhattan!
Nog maar pas was de Trek Manhattan van zoonlief weer in orde gezet.
Hij belde me enkele dagen later om te zeggen dat hij onzacht in aanraking gekomen was met een geparkeerde wagen: "van de pedaal geschoten". Hijzelf bleef - gelukkig - ongedeerd, maar zijn voorwiel heeft de aanrijding niet overleefd. Volgens hem knalde hij aan 25 km/u tegen de wagen. Meer precies: hij parkeerde zijn voorwiel in de wielkast.
Hij wist het niet meer, maar zijn zus zei "papa kan daar wel wat aan doen. Hij heeft mijn voorwiel ook nog gerecht."
Jawel: dochterlief haar geheugen is prima. 't Is ondertussen al bijna vijf jaar geleden dat ik een ander gebogen voorwiel recycleerde en haar zo een wiel met naafdynamo bezorgde voor haar oude Giant.
Vijf jaar geleden: te recycleren voorwiel |
Een dikke week geleden werd de fiets door mama in de auto afgeleverd. Fietsen ermee ging niet meer. Het was algauw duidelijk dat de velg richten ook uitgesloten is: deze was niet gebogen, maar er zat een duidelijke knik in. Daarenboven zat er een deuk in de wang, waardoor de breedte niet meer gelijkmatig was.
Het wiel, met duidelijk een knik erin |
Van opzij ziet dat er zo uit |
Ter illustratie: een vlakke velg ernaast |
Zaterdagavond was dan het zen-moment: met muziek op de achtergrond werden de spaken van de oude naar de nieuwe velg overgezet.
Zo zet je spaken over (hier met de niet-bruikbare 32-gaats velg) |
Daarna kwam het nieuwe wiel in de wielrichter terecht op de keukentafel om het rustig te richten.
In de wielrichter |
Het valt nog af te wachten of de voorvork de aanrijding overleefd heeft, maar die ziet er wel goed uit.
Uit de ruimere voorraad was ondertussen de Birdy mee als vervangfiets tot de Trek weer operationeel is.
"O, ja, terwijl je toch bezig bent: mijn vierde versnelling doet het niet goed en de handgrepen schuiven van het stuur af." Da's een groot onderhoud voor de Trek Manhattan!
vrijdag 13 februari 2015
Evolutie
Het begon met mijn idee dat de Orca niet voldoende zichtbaar was in autoverkeer. Op fiets- en jaagpaden is er geen enkel probleem, maar bijvoorbeeld in een stadscentrum, tussen auto's, zit de verlichting onder de zichtlijn van de automobilisten. Daar wilde ik iets aan doen en dus kwam uiteindelijk een aluminiumbuisje op het hoogste vaste punt van de Orca, waarop een wit en rood knipperlicht de zichtbaarheid moeten verhogen.
Het werkt. Dat is duidelijk: geen klachten meer.
Maar ik geef het meteen toe: esthetisch moet dit veel beter kunnen. Met 5u is de autonomie van de lampjes ook eerder beperkt. Het idee werkt dus, maar de uitvoering is nogal rudimentair.
En kijk: als de meesters bij Flevobike zich over het idee buigen, dan wordt het wat anders. CAD, 3D-printing, ... zij hebben andere middelen ter beschikking.
André toonde net een eerste prototype, zoals het uit de 3D printer kwam.
Ik ben benieuwd wat het uiteindelijke resultaat wordt.
Het werkt. Dat is duidelijk: geen klachten meer.
Maar ik geef het meteen toe: esthetisch moet dit veel beter kunnen. Met 5u is de autonomie van de lampjes ook eerder beperkt. Het idee werkt dus, maar de uitvoering is nogal rudimentair.
En kijk: als de meesters bij Flevobike zich over het idee buigen, dan wordt het wat anders. CAD, 3D-printing, ... zij hebben andere middelen ter beschikking.
André toonde net een eerste prototype, zoals het uit de 3D printer kwam.
Foto: André Vrielink |
donderdag 12 februari 2015
Mooi-weer-fiets
Sinds december 2013 is mijn fietspark uitgebreid met de Flevobike E-Orca. Van de 16000 km die ik vorig jaar fietste, nam die velomobiel er 14000 voor zijn rekening.
De Valenteyn Kobra stond er beteuterd bij, want daarmee fietste ik amper 350 km...
Wat doe je daarmee? Als het zo doorgaat, neemt die enkel plaats in en dat is zonde: een fiets dient om mee te rijden. Dus moet ik er meer mee rijden of hij gaat de deur uit.
Vandaag was het, alles wel beschouwd, een mooie dag. De temperatuur lag vanmorgen net boven het vriespunt en klom tegen de middag tot zo'n 6° C. Voor halfweg februari voelt dat aan als subtropisch. Daarenboven lag de weg er poerdroog bij.
Het weer was dus ideaal om nog eens te proeven van het fietsen met de lage racer. Een open fiets betekent wel wat aanpassingen: ik had een extra laagje aan (regenjas met membraan), dikkere handschoenen (in de Orca rij ik, ook in de winter, vaak zonder), een lange, gevoerde fietsbroek, een helmmuts en fietshelm.
En jawel: het was weer genieten. Met een kruissnelheid van 32 km/u ging het niet veel trager dan met de Orca en het geeft een heel ander gevoel.
In de voormiddag klaarde het zelfs op en de zon brak door de wolkensluier. Voor de rit terug ging de jas in de fietstas, net als de helmmuts. In de bril werden de transparante glazen vervangen door zonwerende. Omdat ik deze keer een lichte rugwind had, steeg de kruissnelheid naar 35 à 37 km/u. Wat rijdt deze fiets fijn!
Nadelen zijn er ook, natuurlijk, maar die kende ik al. Zo is de Kobra ongeveerd en met 28mm bandjes op 7 bar is dat beenhard.
Het kussen ventileert absoluut niet en de balhoofdbuis is net te kort afgezaagd, waardoor er geen plaats is voor een borgmoer. Dat betekent dat het balhoofd voortdurend lostrilt en al rijdend weer aangedraaid moet worden. Niet erg, maar je moet er wel aan denken.
Tenslotte is de Kobra gemaakt voor grotere mensen. Doordat ik de trapas dichter bracht, kom ik met mijn benen net tot tegen het stuur en rechts raak ik ook de armen van de sidepull voorrem. Erg? Neen, hoor, maar ideaal is het ook niet.
De draaicirkel is ongeveer die van een Quest...
Anderzijds is het een fiets die behoorlijk snel is en door zijn eenvoud erg betrouwbaar. Ook ligt hij prima: twee jaar geleden reed ik er op één dag 170 km mee en dat bleek helemaal geen probleem. Eigenlijk is het de lig-tegenhanger van een racefiets en dat was ook zijn doel. Deze Kobra werd in het verleden namelijk gebruikt voor indoor-ligfietsraces en daar schijnt hij geknipt voor te zijn!
Dit jaar zal hij toch wat meer kilometers doen. De eerste 45 zijn alvast achter de rug.
De Valenteyn Kobra stond er beteuterd bij, want daarmee fietste ik amper 350 km...
Wat doe je daarmee? Als het zo doorgaat, neemt die enkel plaats in en dat is zonde: een fiets dient om mee te rijden. Dus moet ik er meer mee rijden of hij gaat de deur uit.
Vandaag was het, alles wel beschouwd, een mooie dag. De temperatuur lag vanmorgen net boven het vriespunt en klom tegen de middag tot zo'n 6° C. Voor halfweg februari voelt dat aan als subtropisch. Daarenboven lag de weg er poerdroog bij.
Het weer was dus ideaal om nog eens te proeven van het fietsen met de lage racer. Een open fiets betekent wel wat aanpassingen: ik had een extra laagje aan (regenjas met membraan), dikkere handschoenen (in de Orca rij ik, ook in de winter, vaak zonder), een lange, gevoerde fietsbroek, een helmmuts en fietshelm.
En jawel: het was weer genieten. Met een kruissnelheid van 32 km/u ging het niet veel trager dan met de Orca en het geeft een heel ander gevoel.
In de voormiddag klaarde het zelfs op en de zon brak door de wolkensluier. Voor de rit terug ging de jas in de fietstas, net als de helmmuts. In de bril werden de transparante glazen vervangen door zonwerende. Omdat ik deze keer een lichte rugwind had, steeg de kruissnelheid naar 35 à 37 km/u. Wat rijdt deze fiets fijn!
Nadelen zijn er ook, natuurlijk, maar die kende ik al. Zo is de Kobra ongeveerd en met 28mm bandjes op 7 bar is dat beenhard.
Het kussen ventileert absoluut niet en de balhoofdbuis is net te kort afgezaagd, waardoor er geen plaats is voor een borgmoer. Dat betekent dat het balhoofd voortdurend lostrilt en al rijdend weer aangedraaid moet worden. Niet erg, maar je moet er wel aan denken.
Tenslotte is de Kobra gemaakt voor grotere mensen. Doordat ik de trapas dichter bracht, kom ik met mijn benen net tot tegen het stuur en rechts raak ik ook de armen van de sidepull voorrem. Erg? Neen, hoor, maar ideaal is het ook niet.
De draaicirkel is ongeveer die van een Quest...
Anderzijds is het een fiets die behoorlijk snel is en door zijn eenvoud erg betrouwbaar. Ook ligt hij prima: twee jaar geleden reed ik er op één dag 170 km mee en dat bleek helemaal geen probleem. Eigenlijk is het de lig-tegenhanger van een racefiets en dat was ook zijn doel. Deze Kobra werd in het verleden namelijk gebruikt voor indoor-ligfietsraces en daar schijnt hij geknipt voor te zijn!
Dit jaar zal hij toch wat meer kilometers doen. De eerste 45 zijn alvast achter de rug.
dinsdag 10 februari 2015
Verrassing
Zoonlief vouwde zijn fiets op. Enfin: zijn voorwiel. En dat nadat ik zijn achterwiel in orde bracht en de kettingkast vervangen had.
Hierover volgt nog een post.
Maar ondertussen, nu zijn fiets immobiel is, moest hij wel kunnen rijden. Dus kwam de Trek Manhattan, met nieuwe averij, mijn garage vullen en ging de Birdy mee als vervanger.
(Dit is de standaard-Speed. De mijne is uitgerust met spatborden, een zijsteun, bagagedrager, naafdynamo en verlichting. Meer gewicht, maar wel veel praktischer.)
Zoonlief was verrast, verontwaardigd bijna, na enkele dagen fietsen. Dat het niet serieus was: een vouwfiets die beter reed dan zijn dure Trek. Tja, om te beginnen: die Trek kostte ongeveer € 800 (er werd bij de bestelling beslist er een Nexus 8 in te plaatsten ter vervanging van de Nexus 7, omwille van het betere rendement) en de vouwfiets is een Birdy Speed, die zowat € 2.500 kost... Dat wist hij niet (ook een verrassing).
Verder is een Birdy - om het met een trendy term te benoemen - een full suspension fiets, terwijl de Manhattan ongeveerd is. Op de Gentse kasseien maakt dat een groot verschil.
En daar bovenop rijdt een Birdy erg vinnig, helemaal anders dan de Manhattan met zijn lome geometrie van een stadsfiets. Alsof dat nog niet genoeg is, weegt een Birdy Speed in standaardtrim 10 kg en dat zal ruim de helft minder zijn dan de Manhattan.
"Niet te doen," zei hij: "met die Birdy rij ik sneller dan met de mijne. Met dezelfde inspanning rij ik nu aan 27 km/u naar de campus!".
Daar gaat het brave imago van de vouwfiets, die enkel goed zou zijn voor korte, slome ritjes. Dit is - dat is nog maar eens bewezen - een gooi en smijt-fiets. Niet in de zin van "gooi hem maar ergens aan de kant", maar wel een soort fiets waar je overal mee over en door raakt.
Hierover volgt nog een post.
Maar ondertussen, nu zijn fiets immobiel is, moest hij wel kunnen rijden. Dus kwam de Trek Manhattan, met nieuwe averij, mijn garage vullen en ging de Birdy mee als vervanger.
(Dit is de standaard-Speed. De mijne is uitgerust met spatborden, een zijsteun, bagagedrager, naafdynamo en verlichting. Meer gewicht, maar wel veel praktischer.)
Zoonlief was verrast, verontwaardigd bijna, na enkele dagen fietsen. Dat het niet serieus was: een vouwfiets die beter reed dan zijn dure Trek. Tja, om te beginnen: die Trek kostte ongeveer € 800 (er werd bij de bestelling beslist er een Nexus 8 in te plaatsten ter vervanging van de Nexus 7, omwille van het betere rendement) en de vouwfiets is een Birdy Speed, die zowat € 2.500 kost... Dat wist hij niet (ook een verrassing).
Verder is een Birdy - om het met een trendy term te benoemen - een full suspension fiets, terwijl de Manhattan ongeveerd is. Op de Gentse kasseien maakt dat een groot verschil.
En daar bovenop rijdt een Birdy erg vinnig, helemaal anders dan de Manhattan met zijn lome geometrie van een stadsfiets. Alsof dat nog niet genoeg is, weegt een Birdy Speed in standaardtrim 10 kg en dat zal ruim de helft minder zijn dan de Manhattan.
"Niet te doen," zei hij: "met die Birdy rij ik sneller dan met de mijne. Met dezelfde inspanning rij ik nu aan 27 km/u naar de campus!".
Daar gaat het brave imago van de vouwfiets, die enkel goed zou zijn voor korte, slome ritjes. Dit is - dat is nog maar eens bewezen - een gooi en smijt-fiets. Niet in de zin van "gooi hem maar ergens aan de kant", maar wel een soort fiets waar je overal mee over en door raakt.
zaterdag 7 februari 2015
Wisselende weersomstandigheden
De voorbije week waren de rijomstandigheden nogal wisselend, maar door de band allemaal even aangenaam. Het ene moment meer puur genieten en het andere uitdagend, maar telkens weer denk ik: "velomobielrijden is en blijft leuk".
Woensdag was grotendeels onbewolkt.
Het wordt ook al veel vroeger klaar en later donker, waardoor ik 's morgens bij schemering rijd en dus al heel wat meer van de weg zie. 's Avonds is het zelfs nog klaar tot bijna 18u.
Donderdag reed ik, voor het werk, naar Nevele. Da's niet ver, 20 km, maar het ligt wel aan de andere kant van Gent. Toen ik vertrok, begon het te sneeuwen.
Dit is op wat in de propaganda van de stad Gent een "fietssnelweg" heet, waarin een onmogelijke 180° bocht zit, waar je soms op een fietspad en soms op de rijweg rijdt...
Wat later was ik in Baarle (Drongen).
Het voordeel van een trike of velomobiel in de sneeuw: af en toe gaat de voor- of achterkant een eindje de verkeerde richting uit, maar dat valt makkelijk te controleren. Als de ruimte er is en er is geen verkeer, is het soms leuk om dit zelf uit te lokken.
Hier moest ergens een fietspad liggen, vermoedelijk rechts van de parkeerstrook, die ook onzichtbaar is. Dan rij ik maar op de rijweg. Druk is het hier alvast niet.
De grootste hindernis onderweg: doodsbenauwde dames die aan minder dan 20 met de auto rijden, angstvallig pal in het midden van de weg. Geen voorbijkomen aan, vooral omdat ze verkrampt achter het stuur zitten en star vooruitkijken.
Toen ik terug huiswaarts reed, scheen de zon weer. Hier en daar lag het nog wit.
De constante: de hele week bleven de temperaturen rond het vriespunt. 's Morgens kon het -5° C zijn en rond de middag zo'n graad of 2. De gure noordooster had wel een invloed: een goede muts was welkom en een bril om sneeuwvlokken uit mijn ogen te houden.
Voor de rest was niets bijzonders nodig.
Woensdag was grotendeels onbewolkt.
Het wordt ook al veel vroeger klaar en later donker, waardoor ik 's morgens bij schemering rijd en dus al heel wat meer van de weg zie. 's Avonds is het zelfs nog klaar tot bijna 18u.
Zevergem, 4 februari 15, rond 7u30 |
Gavere, 4 februari 15, rond 17u |
De Pinte, 4 februari 15, rond 7u45 |
Dit is op wat in de propaganda van de stad Gent een "fietssnelweg" heet, waarin een onmogelijke 180° bocht zit, waar je soms op een fietspad en soms op de rijweg rijdt...
Wat later was ik in Baarle (Drongen).
Het voordeel van een trike of velomobiel in de sneeuw: af en toe gaat de voor- of achterkant een eindje de verkeerde richting uit, maar dat valt makkelijk te controleren. Als de ruimte er is en er is geen verkeer, is het soms leuk om dit zelf uit te lokken.
Hier moest ergens een fietspad liggen, vermoedelijk rechts van de parkeerstrook, die ook onzichtbaar is. Dan rij ik maar op de rijweg. Druk is het hier alvast niet.
De grootste hindernis onderweg: doodsbenauwde dames die aan minder dan 20 met de auto rijden, angstvallig pal in het midden van de weg. Geen voorbijkomen aan, vooral omdat ze verkrampt achter het stuur zitten en star vooruitkijken.
Toen ik terug huiswaarts reed, scheen de zon weer. Hier en daar lag het nog wit.
5 februari 15, Drongen |
Voor de rest was niets bijzonders nodig.
woensdag 4 februari 2015
Bad luck
De Orca beschikt over twee koplampen, een achterlicht en knipperlichten die telkens uit drie leds bestaan. Daarnaast zijn er nog wel wat zaken aan boord die energie vragen.
De bron daarvoor is een 12V accu. Meer precies: 11,1V en 6,75 Ah, geleverd door een LiIon accu.
Met die capaciteit kun je toch al aardig wat uurtjes verder, maar onvermijdelijk komt het moment dat je de accu moet laden.
Hoeveel energie er rest, dat kun je controleren door middel van vijf leds die dit aangeven nadat je op het (rode) knopje drukt.
Eergisteravond dacht ik dat het weer eens tijd werd om dat na te gaan en toen bleken nog twee ledjes op te lichten. Hoog tijd om bij te tanken!
Het meest praktische is, wat mij betreft, de accu uit de velomobiel halen en in huis - meestal in de keuken - op de lader aansluiten. Dat deed ik nu ook weer, maar de led op de lader bleef groen oplichten. Niet goed dus... De boel werd weer ontkoppeld, waarna de stekker in het stopcontact ging. Geen licht. Niet goed.
De lader werd met de accu verbonden en de led lichtte groen op. Met slechts twee oplichtende leds op de accu kon dat maar één zaak betekenen: de lader kreeg stroom van de accu en niet van het net.
Stuk.
Miserie.
Zo kan de accu niet geladen worden, maar er restte amper genoeg stroom, schatte ik, om nog één keer naar het werk en weer huiswaarts te rijden met een minimaal stroomverbruik.
De stroomkabel werd uitgemeten. 230V aan de uitgang, dus die was ok. Dat was ook te verwachten. De spanning aan de stekker naar de accu werd gemeten. Niks, nul, noppes. Niet goed.
Ik had thuis niks geschikts liggen om de accu te laden. Eerst vertrok een bericht naar Flevobike, om een vervanglader te vragen. Vervolgens reed ik even tot bij vader, die wel over de nodige apparatuur beschikt om me uit de nood te helpen. Handig, indien vader ingenieur is en verstand heeft van accu's en voedingen.
Flevobike, in de persoon van André Vrielink, antwoordde dat een nieuwe lader sito presto op de post ging. Brecht, van Fietser.be, stond in cc, omdat ik voorstelde om de lader bij hem te laten leveren. Meer kans dat daar iemand aanwezig is om de levering in ontvangst te nemen. Brecht liet meteen weten dat hij me tijdelijk kon helpen met de lader van hun demo-Orca.
Omdat de oude toch stuk was, leek het me een goed idee om uit te (laten) zoeken waarom die het opgegeven had. André Vrielink wilde dat ook wel weten, maar een defecte lader opsturen is economisch niet zo interessant. De ingenieur die de accu met een tijdelijke opstelling weer laadde, wilde er wel wat tijd in stoppen vandaag. Wellicht was, zoals zo dikwijls bij geschakelde voedingen, een ic gesneuveld.
Vanavond ging ik bij Fietser de tijdelijke lader halen, maar daar bleek de levering van Flevobike, na amper een dag, al aangekomen te zijn! Zo kon ik de accu, die gisteravond na drie uur laden op 4 van de 5 ledjes stond, helemaal voltanken met een nagelnieuwe lader.
Daarna kwam ik thuis en op het antwoordapparaat stond een verrassend bericht: de defecte lader was, tegen alle verwachtingen in, hersteld.
Let op: dit is geen klusje dat je zomaar even doet. Om te beginnen is de lader niet dichtgeschroefd, maar stevig dichtgelijmd. Gaat sneller, is goedkoper en als ie stuk is, is het goedkoper om een nieuwe te halen dan om te herstellen. De gepensioneerde ingenieur had de lader opengezaagd en de meetapparatuur erop losgelaten.
Het euvel was snel gevonden: slecht en slordig soldeerwerk.
Dat maakte dat de connectie tussen het netsnoer en de lader losgekomen was. Het soldeertin op de gebroken verbinding werd vervangen en hij deed het weer.
Let op: meestal is het niet zo eenvoudig. Herstellen bij de leverancier kan ook niet: de werkuren (en verzendkosten) lopen hoger op dan bij een vervanging.
Wat rest, is de lader met cyanoacrylaatlijm ("secondenlijm") weer dichtmaken.
Wat valt daar nu uit te besluiten? Dat er slordig gesoldeerd is, daar ergens in China. Dat is wellicht de tol die je betaalt voor goedkope productie. Het alternatief is een veelvoud betalen voor iets meer betrouwbaarheid. Hoeveel meer, daar kan ik niets over zeggen, vermits ik geen zicht heb op het percentage uitval. Dat is een economische afweging: hoeveel meer moet je betalen en hoeveel meer kwaliteit krijg je daarvoor?
Anderzijds is de Flevobike-service top: na amper één dag krijg ik in Gent een nieuwe lader uit Dronten geleverd.
De bron daarvoor is een 12V accu. Meer precies: 11,1V en 6,75 Ah, geleverd door een LiIon accu.
Flevobike "12V" accu |
Hoeveel energie er rest, dat kun je controleren door middel van vijf leds die dit aangeven nadat je op het (rode) knopje drukt.
Eergisteravond dacht ik dat het weer eens tijd werd om dat na te gaan en toen bleken nog twee ledjes op te lichten. Hoog tijd om bij te tanken!
Het meest praktische is, wat mij betreft, de accu uit de velomobiel halen en in huis - meestal in de keuken - op de lader aansluiten. Dat deed ik nu ook weer, maar de led op de lader bleef groen oplichten. Niet goed dus... De boel werd weer ontkoppeld, waarna de stekker in het stopcontact ging. Geen licht. Niet goed.
De lader werd met de accu verbonden en de led lichtte groen op. Met slechts twee oplichtende leds op de accu kon dat maar één zaak betekenen: de lader kreeg stroom van de accu en niet van het net.
Stuk.
Miserie.
Zo kan de accu niet geladen worden, maar er restte amper genoeg stroom, schatte ik, om nog één keer naar het werk en weer huiswaarts te rijden met een minimaal stroomverbruik.
De stroomkabel werd uitgemeten. 230V aan de uitgang, dus die was ok. Dat was ook te verwachten. De spanning aan de stekker naar de accu werd gemeten. Niks, nul, noppes. Niet goed.
Ik had thuis niks geschikts liggen om de accu te laden. Eerst vertrok een bericht naar Flevobike, om een vervanglader te vragen. Vervolgens reed ik even tot bij vader, die wel over de nodige apparatuur beschikt om me uit de nood te helpen. Handig, indien vader ingenieur is en verstand heeft van accu's en voedingen.
Flevobike, in de persoon van André Vrielink, antwoordde dat een nieuwe lader sito presto op de post ging. Brecht, van Fietser.be, stond in cc, omdat ik voorstelde om de lader bij hem te laten leveren. Meer kans dat daar iemand aanwezig is om de levering in ontvangst te nemen. Brecht liet meteen weten dat hij me tijdelijk kon helpen met de lader van hun demo-Orca.
Omdat de oude toch stuk was, leek het me een goed idee om uit te (laten) zoeken waarom die het opgegeven had. André Vrielink wilde dat ook wel weten, maar een defecte lader opsturen is economisch niet zo interessant. De ingenieur die de accu met een tijdelijke opstelling weer laadde, wilde er wel wat tijd in stoppen vandaag. Wellicht was, zoals zo dikwijls bij geschakelde voedingen, een ic gesneuveld.
Vanavond ging ik bij Fietser de tijdelijke lader halen, maar daar bleek de levering van Flevobike, na amper een dag, al aangekomen te zijn! Zo kon ik de accu, die gisteravond na drie uur laden op 4 van de 5 ledjes stond, helemaal voltanken met een nagelnieuwe lader.
Daarna kwam ik thuis en op het antwoordapparaat stond een verrassend bericht: de defecte lader was, tegen alle verwachtingen in, hersteld.
Let op: dit is geen klusje dat je zomaar even doet. Om te beginnen is de lader niet dichtgeschroefd, maar stevig dichtgelijmd. Gaat sneller, is goedkoper en als ie stuk is, is het goedkoper om een nieuwe te halen dan om te herstellen. De gepensioneerde ingenieur had de lader opengezaagd en de meetapparatuur erop losgelaten.
Open gezaagde lader |
Onderbroken verbinding op de printplaat |
Detail van het defect |
Let op: meestal is het niet zo eenvoudig. Herstellen bij de leverancier kan ook niet: de werkuren (en verzendkosten) lopen hoger op dan bij een vervanging.
Wat rest, is de lader met cyanoacrylaatlijm ("secondenlijm") weer dichtmaken.
Wat valt daar nu uit te besluiten? Dat er slordig gesoldeerd is, daar ergens in China. Dat is wellicht de tol die je betaalt voor goedkope productie. Het alternatief is een veelvoud betalen voor iets meer betrouwbaarheid. Hoeveel meer, daar kan ik niets over zeggen, vermits ik geen zicht heb op het percentage uitval. Dat is een economische afweging: hoeveel meer moet je betalen en hoeveel meer kwaliteit krijg je daarvoor?
Anderzijds is de Flevobike-service top: na amper één dag krijg ik in Gent een nieuwe lader uit Dronten geleverd.
zondag 1 februari 2015
Finishing touch
In "dubbele pech" had ik het onder andere over de gesneuvelde (gesloten) kettingkast op de Trek Manhattan van zoonlief. Een nieuwe kettingkast is wel te vinden, zelfs een gesloten exemplaar (Hesling), maar - zoals te verwachten - die past niet helemaal.
Het resultaat: een Nexus 2. Dat bestaat niet, maar als van de Nexus 8 nog twee versnellingen werken, dan wordt dit een naaf met 2 versnellingen, toch?
De oorzaak was meteen duidelijk: de uitsparing rond de as was niet groot genoeg, waardoor het externe deel van de naaf geblokkeerd raakte.
Op deze foto zie je, onder het bleke middendeel, dat de naad niet mooi aansluit. De oorzaak is dat de uitsparing rond de as niet groot genoeg is voor deze fiets: een geleider van de versnellingskabel zit in de weg.
Er moest dus een manier verzonnen worden om dit netjes bij te werken.
Gisteren haalde ik dan maar een freesje boven om die kast op maat te maken.
Met een schuurrolletje op de multitool en ingesteld op het maximale toerental kon ik dit heel mooi weghalen.
Om het helemaal netjes te krijgen, werd ook het stuk dat de as afsluit wat bijgeslepen, zodat ook dit erop kon.
Nu heeft hij weer de beschikking over 8 versnellingen, zoals het de bedoeling is.
Ik vermoed dat de reguliere fietsenmaker hier niet aan wil beginnen: dat kost teveel tijd en wordt dus erg duur. Eigenlijk is het dus de klant die er moeite mee heeft. Ik kan me voorstellen dat je er geen idee van hebt hoeveel werk dit kan zijn, indien je het nog nooit meemaakte. Dan krijg je commentaren als "een uur om een kettingkast te vervangen? Ik zou het zelf op de helft van die tijd kunnen!"
Ja, hoor, probeer dat maar eens...
De Trek Manhattan zou er weer tegen moeten kunnen voor een poosje.
Een aandachtig kijker zal wel zien dat er Schwalbe Little Big Ben (40-622) banden op liggen. Ondanks de lage prijs (€ 15 betaalde ik) zijn het prima bandjes. Nog geen lekken gehad (en dat op een studentenfiets), nog geen spoor van slijtage, een aangenaam stuurgedrag en behoorlijk wat grip. Ideaal voor zo'n fiets, aangezien er geen plaats is voor bredere banden.
Kosten: € 18 voor het onderhoud van de naaf (gedemonteerd wiel, zonder band) binnengestoken en € 20 voor een nieuwe spaak en kettingkast.
Het resultaat: een Nexus 2. Dat bestaat niet, maar als van de Nexus 8 nog twee versnellingen werken, dan wordt dit een naaf met 2 versnellingen, toch?
De oorzaak was meteen duidelijk: de uitsparing rond de as was niet groot genoeg, waardoor het externe deel van de naaf geblokkeerd raakte.
Op deze foto zie je, onder het bleke middendeel, dat de naad niet mooi aansluit. De oorzaak is dat de uitsparing rond de as niet groot genoeg is voor deze fiets: een geleider van de versnellingskabel zit in de weg.
De oorzaak van de problemen: naafbediening en geleider |
Er moest dus een manier verzonnen worden om dit netjes bij te werken.
Gisteren haalde ik dan maar een freesje boven om die kast op maat te maken.
Met een schuurrolletje op de multitool en ingesteld op het maximale toerental kon ik dit heel mooi weghalen.
Om het helemaal netjes te krijgen, werd ook het stuk dat de as afsluit wat bijgeslepen, zodat ook dit erop kon.
"Universele" afdekkap: niet voor een Trek Manhattan zonder knutselen |
Nu heeft hij weer de beschikking over 8 versnellingen, zoals het de bedoeling is.
Ik vermoed dat de reguliere fietsenmaker hier niet aan wil beginnen: dat kost teveel tijd en wordt dus erg duur. Eigenlijk is het dus de klant die er moeite mee heeft. Ik kan me voorstellen dat je er geen idee van hebt hoeveel werk dit kan zijn, indien je het nog nooit meemaakte. Dan krijg je commentaren als "een uur om een kettingkast te vervangen? Ik zou het zelf op de helft van die tijd kunnen!"
Ja, hoor, probeer dat maar eens...
De Trek Manhattan zou er weer tegen moeten kunnen voor een poosje.
Een aandachtig kijker zal wel zien dat er Schwalbe Little Big Ben (40-622) banden op liggen. Ondanks de lage prijs (€ 15 betaalde ik) zijn het prima bandjes. Nog geen lekken gehad (en dat op een studentenfiets), nog geen spoor van slijtage, een aangenaam stuurgedrag en behoorlijk wat grip. Ideaal voor zo'n fiets, aangezien er geen plaats is voor bredere banden.
Kosten: € 18 voor het onderhoud van de naaf (gedemonteerd wiel, zonder band) binnengestoken en € 20 voor een nieuwe spaak en kettingkast.