Binnen de collectie fietsen neemt de E-Orca nog altijd een prominente plaats in. Als woon-werk-fiets is hij onovertroffen: snel, veilig en betrouwbaar.
Om de betrouwbaarheid te optimaliseren, heb ik in het voorjaar de binnenbanden vooraan vervangen door antilek-binnenbanden. Eigenlijk zou dat achteraan ook nog moeten.
Dat zijn exemplaren van Decathlon, waar de antilekvloeistof al van bij de productie aan toegevoegd is. Ze kosten € 6,99 en dat is heel redelijk: een Schwalbe binnenband kost evenveel.
Over performantie zal ik het even niet hebben: met een elektrisch ondersteunde velomobiel merk je het verschil toch niet. Ik heb er dus geen idee van of en hoeveel trager ze zijn. Theoretisch zouden ze ook op het vlak van rijcomfort wat verschil kunnen maken: meer onafgeveerde massa en wellicht wat minder dempend. In de praktijk merk ik geen verschil.
Wat ik wel kan zeggen: sinds die binnenbanden in mei op de Orca gebruikt werden, heb ik geen enkel lek ervaren. Dat is belangrijk: door een lek te laat komen op het werk is niet echt aangenaam. Een lekke band krijg je meestal op het slechtste moment: pakweg als het net niet vriest en het water met bakken uit de lucht komt gevallen. Neen, dan heb ik liever die antilekbanden.
Nu ligt er nog een 26" (559) exemplaar klaar voor het achterwiel van de eTangens (trike). Omdat daar een naafmotor in zit, is het herstellen of vervangen van de achterband minder evident. Een antilekband is dus ook daar een voordeel.
Ze zijn in elk geval handig: waar anderen een gewone binnenband nemen en die moeten vullen met een antilekvloeistof, koop je ze bij Decathlon kant en klaar.
fietstechniek, ervaringen met fietsen, relaas van verplaatsingen, aanpassingen aan fietsen en velomobiel Flevobike Orca (36) - Thorax Tangens - Nazca Paseo - Heinzmann PAN eTR-U - Birdy Speed
▼
kilometerstanden
▼
dinsdag 26 december 2017
zondag 24 december 2017
2017: een terugblik
Intro
2017 is nog niet ten einde, dat weet ik. Er volgt nog één week. Op kerstdag na, is dat een gewone werkweek, met dus woon-werk fietsforenzen. Dat is niets bijzonders meer, want dat doe ik al jaren voor zowat elke rit naar het werk.Een terugblik hoort tot de jaarlijkse gebruiken. Daar is niks fout aan. Zo kun je nog even denken aan de hoogte- (en eventueel diepte-)punten van dat voorbije jaar.
2017 was, wat mij betreft, een bijzonder jaar.
Ritten en reizen
Ligfietstreffen
In april begon het echt, met het jaarlijkse ligfietstreffen. Dan vond deze keer plaats in Nieuwpoort, aan de kust. Leuk, zo'n weerzien.Hillbilly-toer
Begin mei organiseerden we de 'hillbilly-toer', op de taalgrens tussen Vlaanderen en Wallonië. Daarbij gingen we uit van 'als het even kan, geen velomobiel'. Helen heeft enkel de WAW, dus ze had geen keuze.Klaar voor het vertrek |
Tot op heden de snelste afdaling die ik maakte met de Seiran |
Bijna terug |
Le Grand Est
Daarna volgde de grote fietsreis voor dit jaar. In 2014 maakte ik een eerste 'grote' reis met de E-Orca: via de Normandische kust naar Bretagne en dan langs de 'Loire à vélo' en een Santiagoroute weer naar huis. Alles samen was dat zo'n 2000 km. Boeiend, leerrijk en het smaakte naar meer.Honfleur, 2014, net over de Pont de Normandie |
De herinneringen aan de eerste rit waren een sterke motivatie. Deze keer verliep het helemaal anders. Was Frankrijk op drie jaar veranderd, lag het aan de perceptie of lag het aan de streek? Ik weet het niet, maar dit was desolaat.
Snikheet was het: minstens 30° C, dag na dag. Vaak eerder 35°. Dat is nog niets. De hele rit naar het zuiden was ook eenzaam. Mensen leven hier niet, maar overleven. Dit lijkt een gebied dat opgegeven is. Armoe troef. Noodgedwongen groenten eten uit de moestuin en amper iets anders, omdat er geen geld is. Geen kat tegenkomen. Eén winkel op een dag. Geen terrasjes, geen toeristen.
In 2014 werd ik bij elke halte aangesproken. Wat dat ding was waar ik mee reed, waar ik vandaan kwam, waar ik naartoe ging... Niets van dat alles deze keer. Als er al iemand was, was die enkel in zichzelf geïnteresseerd. Dit leek een ander land.
Ook mijn mindset was anders: bij de aanvang kwam ik op een treffen van Franse ligfietsers, in Lunéville.
Daar maakte ik kennis met vrienden voor het leven. De sfeer was ongelooflijk, de contacten intens. Het was tegelijk een kennismaking met een vernieuwende creativiteit binnen de ligfietswereld. Taboes zoals ondersteuning, mogelijke alternatieve aandrijvingen... alles bleek mogelijk.
Dat alles bleef malen door mijn hoofd. Overleven tegenover materialisme; het relaxte 'met de Franse slag' tegenover onze Vlaamse arbeidsmentaliteit; oprechte, warme vriendschap tegenover de gereserveerde houding in onze streken... Het is natuurlijk ook 'vakantie' tegenover 'werk'. Enfin, hier kwam ik vooral mezelf tegen en daar leer je ook van.
Haute-Savoie en Ardèche
Ook in augustus bracht ik enkele weken door in Frankrijk. 'Wat, alweer vakantie', hoor ik zeggen. Ook op dat vlak was het een bijzonder jaar: ik had massa's overuren staan van het jaar ervoor, dat erg intensief was op het werk. Van die overuren maakte ik dankbaar gebruik om wat meer andere dingen te doen dit jaar.Augustus. Weer Frankrijk dus, maar deze keer enkele weken in de Alpen - de Haute-Savoie - en de Ardèche. Daar werd vooral gestapt, maar hier en daar ook gefietst. Met dat doel was de Seiran mee.
De hoogtepunten hier:
- de 'dolce via', op een oude spoorlijn. Mooi, maar niet zo goed (gravel, putten ...)
- een rit door het nationaal park van de Ardèche
Dolce Via |
Mont Mézenc, een oude vulkaan |
Velomobieltrip
En in september, jawel, volgde nog een week vakantie. Met een vijftal hadden we afgesproken een weekje op velomobielreis te gaan. Met een ommetje langs Leuven (zuidoostwaarts vanaf Gent) zouden we zuidwestelijk rijden, naar Charleville-Mézières. Alweer in Frankrijk!Ongeveer ons traject |
Een droom voor velonauten: de Trans-Ardenne |
Uitbreiding van de stal
Nadien werden het enkele materiële vernieuwingen die al een poosje op stapel stonden. In oktober werd de stal uitgebreid met enkele nieuwe fietsen:- een Thorax Tangens. Een kranige oude trike, rondom geveerd, waar HP Velotechnik zo te zien veel inspiratie in opdeed voor de Scorpion FS.
- een Heinzmann PAN eTR-U pedelec. Defect, anderhalf jaar oud: een herstelproject.
De Tangens is ondertussen eTangens geworden: een Bafang-naafmotor maakt deze zware, maar erg comfortabele trike een stuk bruikbaarder. In de komende maanden volgt nog heel wat renovatiewerk.
Hier nog zonder pedalen en cranks |
In een volgende post blik ik vooruit op 2018.
dinsdag 12 december 2017
Mag het wat meer zijn?
Het begon met een ongelukkig timing. Uitgerekend op de dag waarvoor verkeersellende wegens sneeuwval aangekondigd was - code oranje - moest Jan met de auto ruim 100 km verderop een opleiding gaan geven. 3 uren op de baan om er te raken en toen sneeuwde het niet eens!
Na de opleiding deed ik even lang over de terugweg. Hoe dichter ik bij huis kwam, hoe witter het werd. File alom.
Ik wilde vandaag wel met de fiets naar het werk. Dat begon met keuzestress: ga ik met eTangens of de E-Orca? Een trike is lichter en makkelijker te controleren als het fout loopt, maar in de Orca zit ik meer beschut en de spoorbreedte bedraagt 15 cm minder. Dat laatste betekent meer kans om met beide voorwielen in de sporen van de auto's te kunnen blijven.
Als ik dan bedenk dat er zout gestrooid is en dat de hele aandrijflijn van de Orca afgeschermd is, is die keuzestress snel verdwenen.
Op basis van de ervaringen van velonauten die gisteren de sneeuw trotseerden, besluit ik nog gauw de voorbanden te wisselen. De Trykers gaan eraf, de Marathons (40-406) erop.
Ik weet dat F-Lites beter zijn, maar 40 mm is nu eenmaal het maximum dat de Orca aankan en F-Lites zijn 50 mm banden.
Vanmorgen, bij het openen van de garagepoort, zag ik dat het goed was.
De gewone route, door een natuurpark achter de tuin, werd het toch maar niet: daar was geen doorkomen aan. Bijna 10 cm sneeuw, daar rij je je in vast met een velomobiel. De gewone wegen dan maar.
In Merelbeke - waar ik over de fietsinfrastructuur weinig lyrisch kan zijn - hadden de ruimdiensten de fietspaden prima geveegd.
Een heel eind verder, in Gavere, was het veel minder. Uitstappen en de Orca door de sneeuwhopen sleuren was de enige mogelijkheid. Dat moest dan uitgerekend op zowat het enige gevaarlijke punt op de route, waar ik een gewestweg moet dwarsen.
Onderweg kwam ik ook de nodige sneeuwhopen tegen. Het witte goedje kwam door de voetengaten binnen.
In het weerkeren, vanavond, ondernam ik een poging om het jaagpad langs de Schelde te volgen. Dat is de favoriete, bijna dagelijkse, route, maar dit ging echt niet goed.
Het spoor was net te smal: ik moest met één voorwiel in de sneeuw rijden. Het tempo lag daardoor erg laag: vaak niet meer dan 20 km/u. Na een vijftal kilometers ging ik een brug over, weg van het jaagpad, om toch maar weer de gewone weg te volgen. Daar kon ik de snelheid verdubbelen. Minder mooi, minder rustig, maar wel sneller en minstens even veilig.
Sneeuw: niet ideaal om met de fiets naar het werk te rijden...
Na de opleiding deed ik even lang over de terugweg. Hoe dichter ik bij huis kwam, hoe witter het werd. File alom.
Bijna thuis. Dit is de straat waar ik woon. |
Als ik dan bedenk dat er zout gestrooid is en dat de hele aandrijflijn van de Orca afgeschermd is, is die keuzestress snel verdwenen.
Op basis van de ervaringen van velonauten die gisteren de sneeuw trotseerden, besluit ik nog gauw de voorbanden te wisselen. De Trykers gaan eraf, de Marathons (40-406) erop.
Ik weet dat F-Lites beter zijn, maar 40 mm is nu eenmaal het maximum dat de Orca aankan en F-Lites zijn 50 mm banden.
Vanmorgen, bij het openen van de garagepoort, zag ik dat het goed was.
De gewone route, door een natuurpark achter de tuin, werd het toch maar niet: daar was geen doorkomen aan. Bijna 10 cm sneeuw, daar rij je je in vast met een velomobiel. De gewone wegen dan maar.
In Merelbeke - waar ik over de fietsinfrastructuur weinig lyrisch kan zijn - hadden de ruimdiensten de fietspaden prima geveegd.
Het einde van de Fraterstraat, Merelbeke |
Onderweg kwam ik ook de nodige sneeuwhopen tegen. Het witte goedje kwam door de voetengaten binnen.
In het weerkeren, vanavond, ondernam ik een poging om het jaagpad langs de Schelde te volgen. Dat is de favoriete, bijna dagelijkse, route, maar dit ging echt niet goed.
Het spoor was net te smal: ik moest met één voorwiel in de sneeuw rijden. Het tempo lag daardoor erg laag: vaak niet meer dan 20 km/u. Na een vijftal kilometers ging ik een brug over, weg van het jaagpad, om toch maar weer de gewone weg te volgen. Daar kon ik de snelheid verdubbelen. Minder mooi, minder rustig, maar wel sneller en minstens even veilig.
Sneeuw: niet ideaal om met de fiets naar het werk te rijden...
zaterdag 2 december 2017
Nice trike
Via het ligfietsersforum kwam een aankondiging/uitnodiging binnen: bij Fietser werd vandaag een nieuwe trike geleverd en meteen afgehaald. Dit was niet de standaard HP Velotechnik of ICE trike, maar een heuse Velomo. De geïnteresseerden mochten langskomen om de trike te bewonderen.
Ik wilde toch nog langsgaan om een stuk af te halen, dus kon ik mooi enkele zaken combineren. Een nieuwe, onbekende trike bekijken: dat moet je me geen twee keer vragen. Blijkbaar was ik wel de enige die dit de verplaatsing waard vond, want verder waren er enkel de producent, Brecht, de koper en nog een Velomo-eigenaar.
Velomo gebruikt enkele systemen die afwijken van het normale. Het voornaamste doel: het gewicht verminderen.
Vergelijk bijvoorbeeld de voorvering van deze Velomo GTI maar eens met die van mijn Thorax Tangens.
Het concept is ook weer eenvoudig: een dubbel uitgevoerde bladveer over de hele breedte, maar dan wel in glasvezel en carbon. Net zoals bij de Tangens geveerd, met een constante spoorbreedte, maar voor een fractie van het gewicht.
De achtervering is simpel, licht en efficiënt: een carbon huls met elastomeerschijven. Door schijven met verschillende samendrukbaarheid te combineren, wijzig je de veereigenschappen.
In vergelijking met een conventioneel veerelement ongetwijfeld een pak lichter. Ook de hele achterbrug is licht en stijf. Ter vergelijking nog eens de Tangens.
Ook dit wijst op de sportieve doelstelling: Ginkgo wielen. Smal, licht en mooi gemaakt. Op de remtrommels zitten zelfs koelribben.
Omdat de Velomo trikes op maat (en dus op bestelling) gemaakt worden, is wel wat mogelijk. Zo werd deze uitgerust met een Pinion 1.12. Toch weegt de hele trike amper 14 kg!
Nog iets bijzonders dat Velomo gemeen heeft met de befaamde Windcheetah: helmstok- of tillerstuur.
Op dit beeld zie je dat de koper niet voor het uiterste ging. Er zit een bagagedrager op (enkel voor zijtassen bedoeld). Op die bagagedrager zie je een achterlichtje: hij koos voor een Cat Eye Rapid X2 Kinetic. Dit is een oplaadbaar achterlicht met remlichtfunctie door middel van een accelerometer.
Ook het spatbord achter is een extraatje, maar dat lijkt me eigenlijk onontbeerlijk in onze contreien.
Het mag duidelijk zijn: de Velomo GTI is ontworpen als een sportieve trike. Weinig gewicht, lage rolweerstand, minimale luchtweerstand (kijk eens naar de hoek van het zitje).
Ik wilde toch nog langsgaan om een stuk af te halen, dus kon ik mooi enkele zaken combineren. Een nieuwe, onbekende trike bekijken: dat moet je me geen twee keer vragen. Blijkbaar was ik wel de enige die dit de verplaatsing waard vond, want verder waren er enkel de producent, Brecht, de koper en nog een Velomo-eigenaar.
Velomo gebruikt enkele systemen die afwijken van het normale. Het voornaamste doel: het gewicht verminderen.
Vergelijk bijvoorbeeld de voorvering van deze Velomo GTI maar eens met die van mijn Thorax Tangens.
Het concept is ook weer eenvoudig: een dubbel uitgevoerde bladveer over de hele breedte, maar dan wel in glasvezel en carbon. Net zoals bij de Tangens geveerd, met een constante spoorbreedte, maar voor een fractie van het gewicht.
Vering van de Tangens |
In vergelijking met een conventioneel veerelement ongetwijfeld een pak lichter. Ook de hele achterbrug is licht en stijf. Ter vergelijking nog eens de Tangens.
Ook dit wijst op de sportieve doelstelling: Ginkgo wielen. Smal, licht en mooi gemaakt. Op de remtrommels zitten zelfs koelribben.
Omdat de Velomo trikes op maat (en dus op bestelling) gemaakt worden, is wel wat mogelijk. Zo werd deze uitgerust met een Pinion 1.12. Toch weegt de hele trike amper 14 kg!
Nog iets bijzonders dat Velomo gemeen heeft met de befaamde Windcheetah: helmstok- of tillerstuur.
Op dit beeld zie je dat de koper niet voor het uiterste ging. Er zit een bagagedrager op (enkel voor zijtassen bedoeld). Op die bagagedrager zie je een achterlichtje: hij koos voor een Cat Eye Rapid X2 Kinetic. Dit is een oplaadbaar achterlicht met remlichtfunctie door middel van een accelerometer.
Ook het spatbord achter is een extraatje, maar dat lijkt me eigenlijk onontbeerlijk in onze contreien.
Het mag duidelijk zijn: de Velomo GTI is ontworpen als een sportieve trike. Weinig gewicht, lage rolweerstand, minimale luchtweerstand (kijk eens naar de hoek van het zitje).
vrijdag 1 december 2017
Temperatuur, energie en weerstand
Het viel me de voorbije dagen op: de temperatuur is tamelijk abrupt gedaald, tot net boven het vriespunt 's morgens. De eTangens bleeft thuis, want er was elke dag minstens kans op regen. In de praktijk werd dat: elke dag regen. Zoals in het vorige bericht vermeld: Orcatijd!
Normaal verbruikt de E-Orca op de woon-werkrit zowat 3 à 4 Wh/km in 'eco'-stand en 5 in 'normal'. Dat betekent dat ik in de laagste ondersteuningsmodus drie keer heen en weer kan naar het werk met één acculading. Deze week was het anders. Er waren dagen met windkracht 7, er was veel regen en de temperatuur maakte een duik. Hoe meer de temperatuur naar beneden ging, hoe moeizamer de Orca vooruit ging. In de praktijk: op het jaagpad ging de kruissnelheid van 35 à 40 naar 30 à 33 km/u. Daarbij ging het energieverbruik ook nog eens omhoog.
Eerst dacht ik aan een leeglopende band of zo, maar dat was niet het geval. Ik herinner me hevige discussies over hogere luchtdichtheid met lagere temperaturen, maar de verklaring van de laatste jaren lijkt me veel aannemelijker: hogere rolweerstand... Ook dochterlief vertelde me gisteren dat ze het lastig had op haar fiets. Het ging niet vooruit.
Gisteren was het dan, zoals in grote delen van Europa, helemaal prijs: sneeuw.
Sneeuw betekent dat niet enkel de rolweerstand toeneemt, maar het zicht vermindert ook fel en je moet er rekening mee houden dat remmen vaak niets meer betekent dan blokkerende wielen. Toch blijft het in zo'n velomobiel veel veiliger en knusser dan op een gewone fiets: je bent beschermd door het koetswerk en met drie wielen is het ook veel stabieler.
Een ander belangrijk element op zo'n ogenblik is de zichtbaarheid: zelf gezien worden. Toen ik op het werk vertrok, kreeg ik van enkele collega's de opmerking dat ze niet naast de Orca konden kijken. Dat was de verdienste van de lichtvin. Bij voldoende sneeuw raken de koplampen bedekt met een wit laagje. Een witte Orca zonder koplampen: prima camouflage in de sneeuw.
Normaal verbruikt de E-Orca op de woon-werkrit zowat 3 à 4 Wh/km in 'eco'-stand en 5 in 'normal'. Dat betekent dat ik in de laagste ondersteuningsmodus drie keer heen en weer kan naar het werk met één acculading. Deze week was het anders. Er waren dagen met windkracht 7, er was veel regen en de temperatuur maakte een duik. Hoe meer de temperatuur naar beneden ging, hoe moeizamer de Orca vooruit ging. In de praktijk: op het jaagpad ging de kruissnelheid van 35 à 40 naar 30 à 33 km/u. Daarbij ging het energieverbruik ook nog eens omhoog.
Eerst dacht ik aan een leeglopende band of zo, maar dat was niet het geval. Ik herinner me hevige discussies over hogere luchtdichtheid met lagere temperaturen, maar de verklaring van de laatste jaren lijkt me veel aannemelijker: hogere rolweerstand... Ook dochterlief vertelde me gisteren dat ze het lastig had op haar fiets. Het ging niet vooruit.
Gisteren was het dan, zoals in grote delen van Europa, helemaal prijs: sneeuw.
Sneeuw betekent dat niet enkel de rolweerstand toeneemt, maar het zicht vermindert ook fel en je moet er rekening mee houden dat remmen vaak niets meer betekent dan blokkerende wielen. Toch blijft het in zo'n velomobiel veel veiliger en knusser dan op een gewone fiets: je bent beschermd door het koetswerk en met drie wielen is het ook veel stabieler.
Een ander belangrijk element op zo'n ogenblik is de zichtbaarheid: zelf gezien worden. Toen ik op het werk vertrok, kreeg ik van enkele collega's de opmerking dat ze niet naast de Orca konden kijken. Dat was de verdienste van de lichtvin. Bij voldoende sneeuw raken de koplampen bedekt met een wit laagje. Een witte Orca zonder koplampen: prima camouflage in de sneeuw.
Dit was het begin: enkele uren later lagen de straten wit en was er overal file. |
woensdag 29 november 2017
Orcatijd!
Eind november:
En jawel: het blijft genieten. Dat lijkt niet zo voor de andere fietsers: normaal zie ik er 15 à 20, maar vanmorgen heb ik er amper een tweetal gekruist op die 12 km jaagpad.
- de temperatuur daalt tot net boven het vriespunt
- de regen valt met bakken uit de lucht
- fietspaden zijn glad door afgevallen bladeren
- windstoten tot windkracht 7 of 8
En jawel: het blijft genieten. Dat lijkt niet zo voor de andere fietsers: normaal zie ik er 15 à 20, maar vanmorgen heb ik er amper een tweetal gekruist op die 12 km jaagpad.
zaterdag 25 november 2017
Birdy Speed na 11 jaar
Ik heb de Birdy nog geen 11 jaar, maar 2006 is wel het productiejaar, dus dat is de leeftijd van mijn vouwfietsje.
Die Birdy wordt zeker niet elke dag gebruikt, maar toch wordt hij geregeld van stal gehaald. Gewoon omdat hij fijn fietst (volledig geveerd), omdat er een multimodale verplaatsing nodig is (trein en fiets of mee in de auto), of omdat iemand anders ermee rijdt, terwijl ik met een andere fiets mee ga. Ook het weer houdt me niet tegen: met de Birdy is al door sneeuw en regen gefietst.
De oorzaak zal wel de pekel zijn tijdens de wintermaanden, maar het duidt op een onvoldoende kwaliteit van die onderdelen.
De ketting blijft een moeilijk punt: hij hangt erg laag bij de grond en wordt snel vuil. Daardoor is de slijtage ook sterk. Onlangs, na een langere periode van stilstand, bleken een aantal schakels vastgeroest. Dat was het gevolg van een regenrit. De nieuwe ketting is er een met een betere roestwerende laag.
Dit is geen probleem eigen aan de Birdy, maar het gevolg van de combinatie van kleine wielen met een derailleur. Dat geldt voor de meeste vouwfietsen.
Ook de scharnierpunten van de voorvork blijken roestgevoelig. Je kunt roest wel wegpoetsen, maar het betekent dat de roestbescherming er niet (meer) is.
Het 'expedition rack' heeft een mechanisch probleem: omdat dit een vouwfiets is, moet ook de bagagedrager mee scharnieren. Die is uit aluminium gemaakt en draait rond een stalen as. In de loop van de jaren neemt de speling in die scharnier steeds maar toe. Stilaan moet ik hier eens wat aan doen.
Een vervelend probleem dook zowat een half jaar geleden op, maar ik had het eigenlijk al langer verwacht. Op de onderkant van de achterbrug zit een 'stop': een plastic kartelwieltje op een eindje draadstang. Dat moet schade voorkomen bij het inklappen. Al vanaf het begin merkte ik dat dit de neiging heeft om los te komen. In het voorjaar was het dan zover: de stop was verdwenen...
'Geen probleem,' denk je dan, 'ik bestel een nieuw stuk.' Zo kom je erachter dat de service bij R+M veel te wensen overlaat: na maanden was het stukje nog altijd niet bij 'De Ligfiets' aangekomen (dat is de R+M verdeler voor Gent). Om me uit de nood te helpen, heeft Manu dan maar een stop van een fiets uit de voorraad gehaald. Is R+M (of toch de importeur) dan niet geïnteresseerd in dienst na verkoop? Zou klantentevredenheid niet van belang zijn voor hen? Ik vermoed dat het succes van hun fietsen met ondersteuning ertoe leidt dat ze hun andere producten verwaarlozen.
Al bij al doet de fiets het goed. Dat onderhoud nodig is, is evident. Daarin verschilt de Birdy niet van andere fietsen. Voornamelijk de ketting vraagt wat meer zorg (en die gaat ook nog eens minder lang mee). Af en toe remblokken vervangen hoort ook bij het normale onderhoud, net als een bandenwissel af en toe. Als je de Birdy als geheel bekijkt, ziet hij er na 11 jaar gebruik, met af en toe (licht) off road, nog heel goed uit.
Veel fietsen zijn na zo'n tijd in een veel slechtere staat.
Je moet weten dat ik deze niet nieuw kocht, maar als tweedehandse in nieuwstaat. Dat betekent dat ik hem ongeveer de helft van de nieuwwaarde betaalde. Een nieuwe Birdy is duur, erg duur als je hem niet als enige fiets gebruikt. R+M heeft nu wel een eenvoudiger uitvoering: de 'World', met een ander frame, maar wel met alles erop en eraan, voor een relatief lage prijs. Wat de fiets betreft, is dat wel een alternatief. Maar de service - of het ontbreken van - zou me toch naar alternatieven doen uitkijken.
De bedenking hierbij is dat ik wel (slechte) ervaring heb met de dienstverlening bij R+M, maar er geen zicht op heb of dat bij een andere importeur - een ander merk - beter is.
Nog een bedenking: Manu, bij 'De Ligfiets', die Riese und Müller verdeler is voor de regio, vertelde me dat zonder enige melding ervan vorig jaar het frame van de Birdy aangepast werd. Blijkbaar zit de trapas nu een eindje lager dan voordien, waardoor je in bochten veel sneller met een pedaal tegen de grond zit. Zulke 'grappen' wekken niet echt vertrouwen.
Gelukkig hoef ik die beslissing nu niet te nemen.
Die Birdy wordt zeker niet elke dag gebruikt, maar toch wordt hij geregeld van stal gehaald. Gewoon omdat hij fijn fietst (volledig geveerd), omdat er een multimodale verplaatsing nodig is (trein en fiets of mee in de auto), of omdat iemand anders ermee rijdt, terwijl ik met een andere fiets mee ga. Ook het weer houdt me niet tegen: met de Birdy is al door sneeuw en regen gefietst.
Hoe ziet de fiets er nu uit na 11 jaar?
De basis, het frame, is nog zo goed als nieuw. De fiets rijdt ook zo. Het zijn kleine dingen die zijn leeftijd verraden; details die minder goed gekozen zijn. Zo zijn de boutjes en ringen voor de V-brakes (Tektro) behoorlijk geoxideerd.De oorzaak zal wel de pekel zijn tijdens de wintermaanden, maar het duidt op een onvoldoende kwaliteit van die onderdelen.
De ketting blijft een moeilijk punt: hij hangt erg laag bij de grond en wordt snel vuil. Daardoor is de slijtage ook sterk. Onlangs, na een langere periode van stilstand, bleken een aantal schakels vastgeroest. Dat was het gevolg van een regenrit. De nieuwe ketting is er een met een betere roestwerende laag.
Neen, de cassette is niet geroest. Dat is van de ketting afkomstig. |
Nieuwe ketting |
Ook de scharnierpunten van de voorvork blijken roestgevoelig. Je kunt roest wel wegpoetsen, maar het betekent dat de roestbescherming er niet (meer) is.
Roest op een scharnierpunt |
Een vervelend probleem dook zowat een half jaar geleden op, maar ik had het eigenlijk al langer verwacht. Op de onderkant van de achterbrug zit een 'stop': een plastic kartelwieltje op een eindje draadstang. Dat moet schade voorkomen bij het inklappen. Al vanaf het begin merkte ik dat dit de neiging heeft om los te komen. In het voorjaar was het dan zover: de stop was verdwenen...
'Geen probleem,' denk je dan, 'ik bestel een nieuw stuk.' Zo kom je erachter dat de service bij R+M veel te wensen overlaat: na maanden was het stukje nog altijd niet bij 'De Ligfiets' aangekomen (dat is de R+M verdeler voor Gent). Om me uit de nood te helpen, heeft Manu dan maar een stop van een fiets uit de voorraad gehaald. Is R+M (of toch de importeur) dan niet geïnteresseerd in dienst na verkoop? Zou klantentevredenheid niet van belang zijn voor hen? Ik vermoed dat het succes van hun fietsen met ondersteuning ertoe leidt dat ze hun andere producten verwaarlozen.
Al bij al doet de fiets het goed. Dat onderhoud nodig is, is evident. Daarin verschilt de Birdy niet van andere fietsen. Voornamelijk de ketting vraagt wat meer zorg (en die gaat ook nog eens minder lang mee). Af en toe remblokken vervangen hoort ook bij het normale onderhoud, net als een bandenwissel af en toe. Als je de Birdy als geheel bekijkt, ziet hij er na 11 jaar gebruik, met af en toe (licht) off road, nog heel goed uit.
Veel fietsen zijn na zo'n tijd in een veel slechtere staat.
Zou ik er opnieuw een kopen?
Nu is de vraag niet aan de orde. Als alles normaal verloopt, zal mijn exemplaar nog heel wat jaren mee kunnen. Maar: mocht er iets onverwachts mee gebeuren, zou ik dan weer een Birdy kopen?Je moet weten dat ik deze niet nieuw kocht, maar als tweedehandse in nieuwstaat. Dat betekent dat ik hem ongeveer de helft van de nieuwwaarde betaalde. Een nieuwe Birdy is duur, erg duur als je hem niet als enige fiets gebruikt. R+M heeft nu wel een eenvoudiger uitvoering: de 'World', met een ander frame, maar wel met alles erop en eraan, voor een relatief lage prijs. Wat de fiets betreft, is dat wel een alternatief. Maar de service - of het ontbreken van - zou me toch naar alternatieven doen uitkijken.
De bedenking hierbij is dat ik wel (slechte) ervaring heb met de dienstverlening bij R+M, maar er geen zicht op heb of dat bij een andere importeur - een ander merk - beter is.
Nog een bedenking: Manu, bij 'De Ligfiets', die Riese und Müller verdeler is voor de regio, vertelde me dat zonder enige melding ervan vorig jaar het frame van de Birdy aangepast werd. Blijkbaar zit de trapas nu een eindje lager dan voordien, waardoor je in bochten veel sneller met een pedaal tegen de grond zit. Zulke 'grappen' wekken niet echt vertrouwen.
Gelukkig hoef ik die beslissing nu niet te nemen.
dinsdag 21 november 2017
De volgende fietsvakantie voorbereiden
De winter nadert. Het is nog donker als ik op het werk aankom en alweer donker als ik vertrek. Dat is blijkbaar voor veel bloggers het geval, want de fietsblogs lijken stilgevallen. Fietsen beperkt zich tot het functionele. Maar geen nood: dit is de perfecte periode om de reizen voor 2018 voor te bereiden.
Eerst een constatering: ik ben een laatbloeier wat fietsreizen betreft. Het is eigenlijk pas sinds de Orca er is (eind 2013) dat er echt gereisd wordt met de fiets. Fietsforenzen doe ik al wat langer. Daarvoor kwam in 2010 de Gforce trike in huis.
Dit jaar was tot nu toe een uitschieter wat fietsreizen betreft en het smaakt naar meer!
De zuidelijke helft van la douce France dus. Zoals het er nu uitziet, fiets ik volgend voorjaar aan de voet van de Pyreneeën. Dat is nog vaag en nu heb ik een hele winter om dit plan voor te bereiden. Dat op zich is al de halve reis.
Occitanië is historisch een erg boeiende regio. Het zal dus niet gaan om veel kilometers per dag afmalen, maar om zaken te bekijken. Puur fietstoerisme wordt het. Dit is de regio van de Katharen, met een wrede geschiedenis; een voorbeeld van de vermenging van religie en politiek.
Erg boeiend (vind ik toch) en dat vraagt ook voorbereiding. Ik zal me inlezen, kaarten bekijken, routes opzoeken en uitstippelen, campings vinden ...
Na al die jaren fietsvakanties hoef ik materieel niets meer voor te bereiden. Alle kampeermateriaal is er al. De routine is er ook. Op dat vlak gaat het enkel om de checklist erbij nemen, de spullen verzamelen en inpakken.
De voorlopige planning: twee dagen voor de verplaatsing, een tiental dagen ter plaatse (misschien twee weken) en twee dagen om terug te keren. Het is mogelijk dat ik enkel lussen rijd en telkens in het busje slaap, maar het zou ook kunnen dat er toch een meerdaagse trip tussen zit.
De basis is gelegd: het doel is er, de reis zal met de Volkswagen T4 gebeuren en overnachten en koken doe ik ook in het busje, minstens voor het grootste deel van de tijd. Komen er geen meerdaagse fietstrips bij, dan hoeft er geen tent mee, geen slaapmat, geen slaapzak... 'Luxekamperen' noemde Brecht het tijdens de velomobieltrip in september. Alles is relatief...
Om wat inspiratie op te doen, haalde ik in de bib een oudere roman uit de periode van het magisch-realisme: 'op weg naar Montségur' van Valère Depauw. Daarin wordt de streek en de geschiedenis prachtig beschreven en zo kom je meteen in de stemming.
Een andere inspiratiebron vond ik bij de Europafietsers: daar wordt een Katharen-Baskenroute beschreven. De Baskenkant ligt een beetje ver, maar Occitanië is al groot genoeg. Blijkt het te beperkt voor die veertien dagen, dan kan ik nog kennissen in de regio met een bezoekje vereren of enkele befaamde cols in de Pyreneeën beklimmen (jawel: ondersteund). Ik heb nog zeer aangename herinneringen aan een camping in de centrale Pyreneeën. Ook de Gorges du Tarn, met het befaamde viaduct van Millau, ligt min of meer in de regio.
Een gekende, aantrekkelijke streek betekent ook meer volk. Dat is dan weer een reden om, net als dit jaar, buiten het hoogseizoen te fietsen: mei en/of juni dus. Niet zo warm, minder druk en meestal iets lagere prijzen op de campings.
Dat is het eerste plan en de langste reis die ik voorzie voor volgend jaar. De rest van het verlanglijstje volgt nog.
Eerst een constatering: ik ben een laatbloeier wat fietsreizen betreft. Het is eigenlijk pas sinds de Orca er is (eind 2013) dat er echt gereisd wordt met de fiets. Fietsforenzen doe ik al wat langer. Daarvoor kwam in 2010 de Gforce trike in huis.
Dit jaar was tot nu toe een uitschieter wat fietsreizen betreft en het smaakt naar meer!
Het reisdoel
Na de ervaringen van de vorige langere fietsvakanties besloot ik om het voor de volgende keer over een andere boeg te gooien. Nu de noordelijke helft van Frankrijk in grote lijnen verkend is, is het zuidelijke deel aan de beurt. De E-Orca is een prima en heel betrouwbare velomobiel, maar niet ideaal voor warme streken. Dat heb ik in mei aan den lijve ondervonden en het was één van de redenen om weer een trike in huis te halen.De zuidelijke helft van la douce France dus. Zoals het er nu uitziet, fiets ik volgend voorjaar aan de voet van de Pyreneeën. Dat is nog vaag en nu heb ik een hele winter om dit plan voor te bereiden. Dat op zich is al de halve reis.
De omgeving van Carcassonne is het doel |
Chateau de Quéribus |
Na al die jaren fietsvakanties hoef ik materieel niets meer voor te bereiden. Alle kampeermateriaal is er al. De routine is er ook. Op dat vlak gaat het enkel om de checklist erbij nemen, de spullen verzamelen en inpakken.
De voorlopige planning: twee dagen voor de verplaatsing, een tiental dagen ter plaatse (misschien twee weken) en twee dagen om terug te keren. Het is mogelijk dat ik enkel lussen rijd en telkens in het busje slaap, maar het zou ook kunnen dat er toch een meerdaagse trip tussen zit.
De basis is gelegd: het doel is er, de reis zal met de Volkswagen T4 gebeuren en overnachten en koken doe ik ook in het busje, minstens voor het grootste deel van de tijd. Komen er geen meerdaagse fietstrips bij, dan hoeft er geen tent mee, geen slaapmat, geen slaapzak... 'Luxekamperen' noemde Brecht het tijdens de velomobieltrip in september. Alles is relatief...
Stilaan krijgt de trip vorm
Zo is er een leuke 'camping municipal' - le camping de Chabanas - in Pierre-Buffière, bij Limoges. De trip tot daar bedraagt ongeveer 720 km en dat is met het busje - aan 90 km/u - net bereikbaar op één dag. Dat herinner ik me van voorbije (gezins-)reizen. Pierre-Buffière is een leuk dorpje, met een geschiedenis die teruggaat tot de Romeinen.Pierre-Buffière: oude weg naar het dal (erg steil) |
Een andere inspiratiebron vond ik bij de Europafietsers: daar wordt een Katharen-Baskenroute beschreven. De Baskenkant ligt een beetje ver, maar Occitanië is al groot genoeg. Blijkt het te beperkt voor die veertien dagen, dan kan ik nog kennissen in de regio met een bezoekje vereren of enkele befaamde cols in de Pyreneeën beklimmen (jawel: ondersteund). Ik heb nog zeer aangename herinneringen aan een camping in de centrale Pyreneeën. Ook de Gorges du Tarn, met het befaamde viaduct van Millau, ligt min of meer in de regio.
Millau, 2010 |
Dat is het eerste plan en de langste reis die ik voorzie voor volgend jaar. De rest van het verlanglijstje volgt nog.