... barst de discussie weer los: fietshelmen, ja of neen?
Nu is de kat de bel aangebonden door een neuroloog, die vindt dat jongeren tot 16 verplicht een fietshelm zouden moeten dragen. En meteen vallen velen hem bij, vooral mensen die niet veel fietsen, lijkt het. Meestal is de invalshoek "wij, automobilisten, hebben veel verplichtingen, dus moeten de andere weggebruikers die ook krijgen".
Merkwaardig is dat in de discussie de zin of onzin van een helm zelfs niet in vraag gesteld wordt. Er is nochtans heel veel over te lezen. Hier bijvoorbeeld.
Vanuit de visie (en het beroep) van de man is zijn pleidooi logisch, maar daarbij wordt heel wat vergeten. Voorbeelden uit het buitenland (Australië is het gekendste) duiden erop dat een helmplicht dramatische gevolgen heeft voor het mobiliteitsgedrag. Het eerste resultaat is dat je mensen de auto in jaagt. Als je weet dat geregeld fietsen de levensverwachting met 2,5 jaar verhoogt, weegt dat op tegen het eventuele risico van ongehelmd te fietsen. Enfin, ik wil de argumenten niet nog eens herkauwen. Wie bezig is met fietsen en mobiliteit, die kent ze wel.
Let wel: ikzelf heb niets tegen fietshelmen. Sinds kort draag ik er ook één als ik denk flink door te raggen met de Orca of de Kobra. Het probleem is het betuttelende "het zou verplicht moeten worden". En onvermijdelijk wordt de link gelegd met de verplichting om een veiligheidsgordel te dragen in de auto. Dat is echter een compleet andere discussie, want hiervoor is onomstotelijk bewezen wat het resultaat is. Dergelijke zaken zijn geen geloofskwesties. Dit moet onderzocht worden. Het wordt ook onderzocht en de resultaten zijn makkelijk te vinden, maar mensen blijven stellen "en toch geloof ik...".
Het voordeel van zo'n voorstel is dat de zaak weer in de actualiteit komt. Het nadeel is - zeker met de profileringsdrang van politici nu er hier weer verkiezingen op de agenda staan - dat het kan leiden tot haastige beslissingen met een averechts gevolg.
De Fietsersbond heeft in elk geval al een antwoord gegeven waar ik helemaal achter sta.
fietstechniek, ervaringen met fietsen, relaas van verplaatsingen, aanpassingen aan fietsen en velomobiel Flevobike Orca (36) - Thorax Tangens - Nazca Paseo - Heinzmann PAN eTR-U - Birdy Speed
▼
kilometerstanden
▼
vrijdag 28 februari 2014
donderdag 27 februari 2014
Goed idee? De praktijk bewijst wat anders
Voor een aantal zaken is het handig om het totale aantal verreden kilometers van een voertuig bij te houden: onderhoud, levensduur van de banden, ...
In de E-Orca gebruik ik een Garmin Oregon 450 als fietscomputer - en uiteraard ook als gps als dat nodig is -, maar die houdt geen totalen bij. Elke keer als ik de gegevens reset, geldt dat voor alles. Je kunt niet selecteren wat wel en wat niet gereset moet worden. Foei, Garmin.
Daarnaast is er een display dat gekoppeld is aan de e-assist. Die teller houdt wel een totaal bij, maar enkel een totaal van de kilometers verreden met de ondersteuning ingeschakeld.
Dus wilde ik een eenvoudige fietscomputer om het algemene totaal bij te houden en om als dagteller te gebruiken. Op de bukker en eFAW zitten Sigma computers en dan is het makkelijk om dezelfde logica te gebruiken. Die Sigma's bewezen ook hun degelijkheid op die fietsen. Als ze jaren na elkaar, in weer en wind, zomer en winter, hun werk doen en het enige onderhoud bestaat uit het af en toe wisselen van het batterijtje (minder dan jaarlijks), dan is de kwaliteit goed te noemen. De keuze viel op een Sigma BC12.12 STS.
Dat is een draadloos exemplaar omdat zoiets in een velomobiel toch wat makkelijker is, zeker in combinatie met de grote opengaande kap. De draden zijn doorgaans toch te kort.
Eind januari werd de Sigma gemonteerd en op 8 februari, na een rit met de Gentse Liggers, bleek hij het niet meer te doen. De reden was snel gevonden: de draadloze sensor was ergens onderweg verdwenen. Ik had die met twee tie-wraps vastgezet, waarvan er nog eentje op de veerpoot zat met een stukje plastic eraan vast. De rest van de sensor was spoorloos. Ik bestelde dan maar een nieuwe sensor (€ 17,85) en zette die met een meegeleverde elastiek op dezelfde plaats vast. Het vertrouwen was ondertussen al flink geminderd, want tussen de ingebruikname van de Sigma en die befaamde rit was de sensor er al nog eens afgesprongen. Toen had ik hem voor de garage teruggevonden. Het vermoeden was dat de elastiek niet goed genoeg was en daarom waren de tie-wraps in de plaats gekomen.
Vorige week viel de snelheidsaanduiding plots weer weg, tijdens een boodschappenrit in het stadscentrum. Ik herinnerde me een ongewoon geluid bij het nemen van een krappe bocht en reed terug. Jawel, op de plek van de krappe bocht lag de sensor op het asfalt, onbeschadigd.
Gisteren, net voor de poort, sprong de sensor er met een luide knal weer af. Deze keer is het alweer einde oefening: de helft van de bevestiging (een soort geul waar de elastiek achter haakt) is afgebroken.
Ik kan nu wel, zoals bij de vorige, de elastiek vervangen door twee tie-wraps, maar wellicht verleng ik de levensduur hiermee met niet meer dan enkele weken, waarna ook die verbinding het zal opgeven.
Conclusie: zowat € 60 goed voor de vuilbak. De oorzaken:
Voor de Orca wordt de fietscomputer vervangen door een spreadsheet op de pc tot ik een degelijke oplossing vindt.
In de E-Orca gebruik ik een Garmin Oregon 450 als fietscomputer - en uiteraard ook als gps als dat nodig is -, maar die houdt geen totalen bij. Elke keer als ik de gegevens reset, geldt dat voor alles. Je kunt niet selecteren wat wel en wat niet gereset moet worden. Foei, Garmin.
Daarnaast is er een display dat gekoppeld is aan de e-assist. Die teller houdt wel een totaal bij, maar enkel een totaal van de kilometers verreden met de ondersteuning ingeschakeld.
Dus wilde ik een eenvoudige fietscomputer om het algemene totaal bij te houden en om als dagteller te gebruiken. Op de bukker en eFAW zitten Sigma computers en dan is het makkelijk om dezelfde logica te gebruiken. Die Sigma's bewezen ook hun degelijkheid op die fietsen. Als ze jaren na elkaar, in weer en wind, zomer en winter, hun werk doen en het enige onderhoud bestaat uit het af en toe wisselen van het batterijtje (minder dan jaarlijks), dan is de kwaliteit goed te noemen. De keuze viel op een Sigma BC12.12 STS.
Dat is een draadloos exemplaar omdat zoiets in een velomobiel toch wat makkelijker is, zeker in combinatie met de grote opengaande kap. De draden zijn doorgaans toch te kort.
Eind januari werd de Sigma gemonteerd en op 8 februari, na een rit met de Gentse Liggers, bleek hij het niet meer te doen. De reden was snel gevonden: de draadloze sensor was ergens onderweg verdwenen. Ik had die met twee tie-wraps vastgezet, waarvan er nog eentje op de veerpoot zat met een stukje plastic eraan vast. De rest van de sensor was spoorloos. Ik bestelde dan maar een nieuwe sensor (€ 17,85) en zette die met een meegeleverde elastiek op dezelfde plaats vast. Het vertrouwen was ondertussen al flink geminderd, want tussen de ingebruikname van de Sigma en die befaamde rit was de sensor er al nog eens afgesprongen. Toen had ik hem voor de garage teruggevonden. Het vermoeden was dat de elastiek niet goed genoeg was en daarom waren de tie-wraps in de plaats gekomen.
Vorige week viel de snelheidsaanduiding plots weer weg, tijdens een boodschappenrit in het stadscentrum. Ik herinnerde me een ongewoon geluid bij het nemen van een krappe bocht en reed terug. Jawel, op de plek van de krappe bocht lag de sensor op het asfalt, onbeschadigd.
Gisteren, net voor de poort, sprong de sensor er met een luide knal weer af. Deze keer is het alweer einde oefening: de helft van de bevestiging (een soort geul waar de elastiek achter haakt) is afgebroken.
Onderaan, aan de voet, zie je sporen van een afgebroken deel |
Conclusie: zowat € 60 goed voor de vuilbak. De oorzaken:
- vermoedelijk is de afstand tussen veerpoot en wiel niet constant, misschien zit er onder belasting zijdelingse beweging op de velg.
- de afstand tussen sensor en magneet mag niet meer dan 5 mm bedragen, waardoor er niet veel moet gebeuren om contact te maken.
- de basis van de Sigmasensor is erg smal uitgevoerd, waardoor niet de elastiek maar de sensor zelf het zwakste punt is. De basis van die sensor is echt fragiel gemaakt. Bij de vorige generatie (DTS) was dat toch even anders.
Voor de Orca wordt de fietscomputer vervangen door een spreadsheet op de pc tot ik een degelijke oplossing vindt.
dinsdag 25 februari 2014
Zalig weertje
Maandag werd de Orca een cabrio, net als vorige donderdag op de weg terug van het werk. Er was schitterend weer aangekondigd, bijna lente, dus werd het dakje thuis gelaten.
's Morgens zat het schuimdeksel er wel op, om de frisse ochtendwind uit mijn gezicht te houden. Het deksel op zich is dan van minder belang; het gaat vooral om het minivizier dat erop zit.
In die omstandigheden rij ik met de Giro fietshelm (lekker comfortabel ding) en een (fotochromatische) zonnebril. De eerste omwille van de veiligheid, want er is zelfs geen dakje om mijn hoofd te beschermen en het tweede om allerlei rondvliegend spul uit mijn ogen te houden.
's Avonds ging ook het schuimdekje eraf. Dat maakt het zicht nog ruimer, maar de Orca wordt ook lawaaieriger: het is duidelijk dat het viziertje de wind van het hoofd weghoudt. Daarnaast is het ook mogelijk dat de fietshelm een rol speelt in het lawaai. Dat moet ik ook nog even testen.
De verwachting werd ingelost: een prachtig rozerood gekleurde lucht aan de oostkant kondigde de zonsopkomst aan.
En even later kwam de zon boven de einder.
Tussen 7 en 8 is het momenteel schitterend rijden. Kan het nog beter dan door zo'n schilderij naar het werk fietsen? De werkweek is prachtig gestart.
's Morgens zat het schuimdeksel er wel op, om de frisse ochtendwind uit mijn gezicht te houden. Het deksel op zich is dan van minder belang; het gaat vooral om het minivizier dat erop zit.
In die omstandigheden rij ik met de Giro fietshelm (lekker comfortabel ding) en een (fotochromatische) zonnebril. De eerste omwille van de veiligheid, want er is zelfs geen dakje om mijn hoofd te beschermen en het tweede om allerlei rondvliegend spul uit mijn ogen te houden.
's Avonds ging ook het schuimdekje eraf. Dat maakt het zicht nog ruimer, maar de Orca wordt ook lawaaieriger: het is duidelijk dat het viziertje de wind van het hoofd weghoudt. Daarnaast is het ook mogelijk dat de fietshelm een rol speelt in het lawaai. Dat moet ik ook nog even testen.
De verwachting werd ingelost: een prachtig rozerood gekleurde lucht aan de oostkant kondigde de zonsopkomst aan.
En even later kwam de zon boven de einder.
Tussen 7 en 8 is het momenteel schitterend rijden. Kan het nog beter dan door zo'n schilderij naar het werk fietsen? De werkweek is prachtig gestart.
maandag 24 februari 2014
Feestje!
Neen, niet bij mij, maar bij Fietser. Toen ik daar de voorbije week langsging, stond in de werkplaats WAW 200 te blinken.
Nummer 200 is een "special edition": de basis is namelijk de RAW (race-WAW), maar dan met Rohloff, CardioDrive (elektrische ondersteuning bij het aanzetten) en bekleding met akoestisch vilt. Een bio-elektrische hybride van geen 35 kg: een RAW weegt zowat 26 kg, de elektrokit, Rohloff en het vilt zorgen voor het meergewicht.
Tijd voor een feestje bij Fietser, dus. 200 WAWs is al niet niks. Als je de eerste versie vergelijkt met wat er nu geleverd wordt, is de afwerking met sprongen vooruitgegaan en is de velomobiel heel wat gebruiksvriendelijker geworden. De basis blijft natuurlijk de spartaanse racemachine van weleer en die is op het vlak van comfort geen concurrentie voor de Orca, maar als het op rijsensaties en bochtenstabiliteit aankomt, zal de WAW het met ruime voorsprong halen.
Wat ook niet te vergelijken valt - maar ik doe het bij deze toch - is het gekozen systeem voor de ondersteuning.
Om te beginnen is dat bij Fietser veel goedkoper: € 1000 voor de hele kit (niet ingebouwd voor die prijs) tegenover € 2.350 (ingebouwd). Het concept is dan ook totaal verschillend: bij de WAW regel je de stroom met een draaigreep (een "gas"hendel) en gebruik je de motor in principe enkel om de massa in beweging te krijgen; bij de E-Orca wordt een koppelsensor gebruikt en regelt het eigen vermogen de motor. Dat wil zeggen dat hier het principe van de meeste e-bikes gevolgd wordt: je stelt een ondersteuningsgraad in (x % van het door de fietser geleverde vermogen) en de elektronica regelt de rest. Je hebt dus eerder continu ondersteuning, waardoor de E-Orca automatisch meer gebruikt maakt van de elektromotor, waar de WAW meer de spierkracht benut.
Het systeem bij Fietser reageert ook directer, bruter, dan dat van Flevobike. Dat eerste was ook wat in mijn eFAW gebruikt werd en het moet gezegd: met de mechanische kant waren er nooit ofte nimmer problemen. De moeilijkheden die ik ondervond, waren te wijten aan de slechte kwaliteit van de accu, maar van Cyclone als acculeverancier zijn ze al jaren afgestapt.
Ook op het vlak van de e-drive merk je de aandacht (of net niet) die de ontwikkelaars besteden aan het gewicht. Het hele pakket bij Fietser weegt nog geen 6 kg, terwijl de accu bij Flevobike alleen al 5,5 kg op de weegschaal zet... Anderzijds neemt het accupak van Flevobike geen bagageruimte in beslag (wordt voor het zitje op het kettinghuis vastgezet), terwijl dat bij de WAW "ergens" in de fiets gelegd wordt. Gewicht versus afwerking, zou je kunnen stellen.
Als besluit dit: waar de Orca het etiket "traag" meesleept uit het verleden, hoort bij de WAW "matige afwerking". Beide labels kloppen al lang niet meer, maar zetten nog altijd een stempel op het imago van deze velomobielen. Het is nog in zover terecht dat de Orca nooit de snelheid en bochtenstabiliteit van de WAW kan benaderen en dat de WAW niet de praktische inzetbaarheid van de Orca biedt, maar dat heeft in de verste verte niet meer te maken met gebreken, eerder met de gemaakte ontwerpkeuzes.
Nummer 200 is een "special edition": de basis is namelijk de RAW (race-WAW), maar dan met Rohloff, CardioDrive (elektrische ondersteuning bij het aanzetten) en bekleding met akoestisch vilt. Een bio-elektrische hybride van geen 35 kg: een RAW weegt zowat 26 kg, de elektrokit, Rohloff en het vilt zorgen voor het meergewicht.
Tijd voor een feestje bij Fietser, dus. 200 WAWs is al niet niks. Als je de eerste versie vergelijkt met wat er nu geleverd wordt, is de afwerking met sprongen vooruitgegaan en is de velomobiel heel wat gebruiksvriendelijker geworden. De basis blijft natuurlijk de spartaanse racemachine van weleer en die is op het vlak van comfort geen concurrentie voor de Orca, maar als het op rijsensaties en bochtenstabiliteit aankomt, zal de WAW het met ruime voorsprong halen.
Wat ook niet te vergelijken valt - maar ik doe het bij deze toch - is het gekozen systeem voor de ondersteuning.
Om te beginnen is dat bij Fietser veel goedkoper: € 1000 voor de hele kit (niet ingebouwd voor die prijs) tegenover € 2.350 (ingebouwd). Het concept is dan ook totaal verschillend: bij de WAW regel je de stroom met een draaigreep (een "gas"hendel) en gebruik je de motor in principe enkel om de massa in beweging te krijgen; bij de E-Orca wordt een koppelsensor gebruikt en regelt het eigen vermogen de motor. Dat wil zeggen dat hier het principe van de meeste e-bikes gevolgd wordt: je stelt een ondersteuningsgraad in (x % van het door de fietser geleverde vermogen) en de elektronica regelt de rest. Je hebt dus eerder continu ondersteuning, waardoor de E-Orca automatisch meer gebruikt maakt van de elektromotor, waar de WAW meer de spierkracht benut.
Het systeem bij Fietser reageert ook directer, bruter, dan dat van Flevobike. Dat eerste was ook wat in mijn eFAW gebruikt werd en het moet gezegd: met de mechanische kant waren er nooit ofte nimmer problemen. De moeilijkheden die ik ondervond, waren te wijten aan de slechte kwaliteit van de accu, maar van Cyclone als acculeverancier zijn ze al jaren afgestapt.
Ook op het vlak van de e-drive merk je de aandacht (of net niet) die de ontwikkelaars besteden aan het gewicht. Het hele pakket bij Fietser weegt nog geen 6 kg, terwijl de accu bij Flevobike alleen al 5,5 kg op de weegschaal zet... Anderzijds neemt het accupak van Flevobike geen bagageruimte in beslag (wordt voor het zitje op het kettinghuis vastgezet), terwijl dat bij de WAW "ergens" in de fiets gelegd wordt. Gewicht versus afwerking, zou je kunnen stellen.
Als besluit dit: waar de Orca het etiket "traag" meesleept uit het verleden, hoort bij de WAW "matige afwerking". Beide labels kloppen al lang niet meer, maar zetten nog altijd een stempel op het imago van deze velomobielen. Het is nog in zover terecht dat de Orca nooit de snelheid en bochtenstabiliteit van de WAW kan benaderen en dat de WAW niet de praktische inzetbaarheid van de Orca biedt, maar dat heeft in de verste verte niet meer te maken met gebreken, eerder met de gemaakte ontwerpkeuzes.
vrijdag 21 februari 2014
Zwaar leven - het vervolg
Met die snee in de rechter Tryker vertrouwde ik het niet meer. Met wat pech kwam daar weer wat in terecht en dan zou het echt panne zijn. Beide wielen werden dus van de Orca gehaald en met water en een oude afwasborstel schoon geschrobd. Dat had enkele doelen:
Even zien hoe die goedkope, smallere bandjes presteren. De rubbersamenstelling voelt wel harder aan dan die van de Trykers.
De Trykers liggen voorlopig even opzij, maar komen er zeker weer op. Tenslotte heb ik nog een derde exemplaar liggen: de vroegere achterband. Die is al een poosje vervangen door een Schwalbe CX Comp.
De beschadigde Tryker werd grondig geïnspecteerd; hier en daar plukte ik een glaskorreltje uit het loopvlak (veel minder dan wat het op de foto leek) en de snee werd bekeken. Het goede nieuws: hoe diep die ook leek, het was zeker niet door en door. Het loopvlak ziet er eigenlijk nog erg goed uit voor de rest: er is amper slijtage te merken en de dikte ziet er ook prima uit. De snee is gedicht met cyano-acrylaatlijm (secondenlijm) en dat lijkt toch wel te houden.
Zoals gesuggereerd, zal ik de sporing nog controleren, maar op het oog is ook wat dat betreft niets fout met het loopvlak.
- proper materiaal betekent aangenamer werken.
- met alle modder eraf is de totale schade duidelijker.
- ook de velgen zaten onder de modder en bij het wisselen van banden is het risico op die manier groot dat er steentjes en zandkorrels in de velg terechtkomen. Dat is niet zo gezond voor de binnenbanden, kan ik me voorstellen.
Even zien hoe die goedkope, smallere bandjes presteren. De rubbersamenstelling voelt wel harder aan dan die van de Trykers.
Het loopvlak (gerecycleerde foto van eFAW) |
De beschadigde Tryker werd grondig geïnspecteerd; hier en daar plukte ik een glaskorreltje uit het loopvlak (veel minder dan wat het op de foto leek) en de snee werd bekeken. Het goede nieuws: hoe diep die ook leek, het was zeker niet door en door. Het loopvlak ziet er eigenlijk nog erg goed uit voor de rest: er is amper slijtage te merken en de dikte ziet er ook prima uit. De snee is gedicht met cyano-acrylaatlijm (secondenlijm) en dat lijkt toch wel te houden.
Zoals gesuggereerd, zal ik de sporing nog controleren, maar op het oog is ook wat dat betreft niets fout met het loopvlak.
woensdag 19 februari 2014
Zwaar leven
... dat van een fietsband.
Mijn oog viel op iets ongewoons aan de rechter band.
Van dichtbij bekeken zag het er wel verdacht uit.
Dat lijkt tot op de antileklaag te lopen, maar die heeft het wel gehouden: geen lek. De band heeft er ondertussen al 2000 km op zitten (net als de hele Orca), dus dat valt nog mee.
Mijn oog viel op iets ongewoons aan de rechter band.
Van dichtbij bekeken zag het er wel verdacht uit.
Dat lijkt tot op de antileklaag te lopen, maar die heeft het wel gehouden: geen lek. De band heeft er ondertussen al 2000 km op zitten (net als de hele Orca), dus dat valt nog mee.
dinsdag 18 februari 2014
2014: reisplan
Eén van de voornemens voor dit jaar is een flinke fietsreis maken: in de zomer wil ik tot in Zuid-Bretagne fietsen. Dat is niet overweldigend ver, maar pakweg 800 km enkel is ook niet niks. Vooral: zoiets heb ik nog nooit gedaan. Tot op heden maakte ik met de velomobiel of de Kobra enkel dagtrips, meer niet. In een ver verleden was er wel een reis naar Wales, samen met mijn broer, met oude stadsfietsen (Sturmey Archer achternaaf), maar dat is het zowat op het vlak van fietsreizen. Het is tijd om de draad weer op te pakken.
Fietsen, met de E-Orca, is niet het doel (ter plaatse raken wel), maar het maakt wel dat de verplaatsing op zich ook al reizen, ook al vakantie wordt. Alleen al de voorbereiding staat garant voor uren plezier.
Er is een deel van Eurovelo 4 dat past in de plannen, maar jammer genoeg bestaat die route nog maar grofweg op een kaart. Hier en daar kan ik gebruik maken van delen van de Voies Vertes. Ook via Routeyou zijn geschikte stukken te vinden die dan aan elkaar moeten gebreid worden. Ik denk dat ik informatie zal inwinnen bij de Franse ligfietsers. Zij beschikken tenslotte over voldoende terreinkennis en weten ook of de routes voor een velomobiel geschikt zijn.
Dat wordt uitzoeken dus en hopen dat de tracks allemaal leesbaar blijven op de gps.
Voor de route zijn er wel wat mogelijkheden. Voor de heenweg zou ik graag een heel eind langs de kust rijden; zowat van Abbeville tot Caen (Normandische kust), in de hoop dat het daar niet te druk is.
Voor dat deel is Eurovélo 4 "bientôt disponible" (binnenkort beschikbaar). Hopelijk is "bientôt" nog voor de zomer, zodat ik er gebruik van kan maken. Daarna steek ik door tot aan Avranches (Mont Saint-Michel).
Vanaf Saint-Malo (iets verder langs de kust) tot dicht bij Vannes - aan de Golfe de Morbihan - kan het traject via de Voies Vertes lopen.
Als het zo uitkomt, trek ik daarna verder tot in Nantes, waar de huidige eigenaar van eFAW woont. Nantes is trouwens een stad die hard aan de weg timmert wat betreft fietscultuur in Frankrijk.
Van daaruit begint dan de terugweg: tot aan Orléans langs de route "Loire à vélo" (als dat haalbaar is).
Dit is een uitgestrekte fietsroute die de oevers van de Loire volgt: een brede, statige rivier met, zoals gekend, talloze kastelen. Van daaruit moet ik een route uitstippelen die me ten oosten van of door Parijs tot in Gent brengt.
Dat is nog een heel eind: zowat 400 km
Het lijkt me beter dat dit voorafgegaan zal worden door minstens één korte reis (weekend) om de haalbaarheid van het plan te beoordelen. Aan het huidige tempo zal ik tegen april of mei naar Dronten moeten voor het 5000 km nazicht van de E-Orca en dat wordt dan de gelegenheid voor die meerdaagse trip.
De reis zelf moet geknipt worden in trajecten van zo ongeveer 150 km, zodat ook met wat vastrijden en hindernissen de afstand haalbaar blijft. Ook campings moeten vooraf uitgezocht worden, zodat ik zeker ben van bijvoorbeeld stroom (om accu's te laden).
De ervaring leert me dat het hiervoor beter is om - bij de heenweg - even van de kust weg te gaan: campings dicht bij de kust zijn dikwijls heel erg duur voor wat ze bieden en heel druk in het hoogseizoen. Als je enkele kilometers landinwaarts trekt, worden de prijzen meteen anders en is de accomodatie meestal ook uitgebreider en verzorgder.
De trip in Bretagne in mei 2013 leerde me dat Franse fietsroutes, zoals ook op veel andere plaatsen, uitgestippeld zijn als recreatieve routes. In Bretagne was dat dikwijls op een halfverharde ondergrond van dolomiet.
Daarnaast zijn het - door die recreatieve inslag - meestal niet de kortste routes en daarenboven worden ze versperd door hekjes, waar de combinatie velomobiel + fietskar geheid problemen mee krijgt.
Een halfverharde ondergrond betekent ook meer rolweerstand en dus een lagere kruissnelheid. Dit is niet wat je zoekt om lange afstanden te fietsen; daarvoor heb je eerder functionele fietsroutes nodig, maar liefst ook nog wat mooi. Het is namelijk niet de bedoeling om in recordtijd ter plaatse te raken, maar om te genieten van het landschap onderweg.
Ook op logistiek vlak moet nog wat geregeld worden. Kamperen betekent dat toch wat spullen mee moeten: een tent, een slaapmat en slaapzak als absolute minimum, maar ook wat elementaire kookspullen, servies, bestek, ... Dan volgt nog alles wat met mobiliteit te maken heeft: herstelkit, reserveband(en), pomp, laders voor de accu's, ... Omdat ik ter plaatse ga zeilen, moet ook daarvoor de geschikte kledij mee.
Ondanks het behoorlijke bagagevolume van de Orca zal dit niet volstaan, vrees ik. Dus komt er achter de Orca een fietskar, vermoedelijk een Radical Cyclone (waar de Orca trouwens op voorzien is).
En natuurlijk moet ook die combinatie vooraf getest worden, zodat ik een idee heb van een haalbare kruissnelheid, het daaraan gekoppelde gemiddelde en de mogelijke dagafstanden.
De rit naar Dronten zal dus wellicht een korte kampeertrip worden.
Fietsen, met de E-Orca, is niet het doel (ter plaatse raken wel), maar het maakt wel dat de verplaatsing op zich ook al reizen, ook al vakantie wordt. Alleen al de voorbereiding staat garant voor uren plezier.
Er is een deel van Eurovelo 4 dat past in de plannen, maar jammer genoeg bestaat die route nog maar grofweg op een kaart. Hier en daar kan ik gebruik maken van delen van de Voies Vertes. Ook via Routeyou zijn geschikte stukken te vinden die dan aan elkaar moeten gebreid worden. Ik denk dat ik informatie zal inwinnen bij de Franse ligfietsers. Zij beschikken tenslotte over voldoende terreinkennis en weten ook of de routes voor een velomobiel geschikt zijn.
Dat wordt uitzoeken dus en hopen dat de tracks allemaal leesbaar blijven op de gps.
Voor de route zijn er wel wat mogelijkheden. Voor de heenweg zou ik graag een heel eind langs de kust rijden; zowat van Abbeville tot Caen (Normandische kust), in de hoop dat het daar niet te druk is.
Voor dat deel is Eurovélo 4 "bientôt disponible" (binnenkort beschikbaar). Hopelijk is "bientôt" nog voor de zomer, zodat ik er gebruik van kan maken. Daarna steek ik door tot aan Avranches (Mont Saint-Michel).
Vanaf Saint-Malo (iets verder langs de kust) tot dicht bij Vannes - aan de Golfe de Morbihan - kan het traject via de Voies Vertes lopen.
Als het zo uitkomt, trek ik daarna verder tot in Nantes, waar de huidige eigenaar van eFAW woont. Nantes is trouwens een stad die hard aan de weg timmert wat betreft fietscultuur in Frankrijk.
Van daaruit begint dan de terugweg: tot aan Orléans langs de route "Loire à vélo" (als dat haalbaar is).
Dit is een uitgestrekte fietsroute die de oevers van de Loire volgt: een brede, statige rivier met, zoals gekend, talloze kastelen. Van daaruit moet ik een route uitstippelen die me ten oosten van of door Parijs tot in Gent brengt.
Dat is nog een heel eind: zowat 400 km
Het lijkt me beter dat dit voorafgegaan zal worden door minstens één korte reis (weekend) om de haalbaarheid van het plan te beoordelen. Aan het huidige tempo zal ik tegen april of mei naar Dronten moeten voor het 5000 km nazicht van de E-Orca en dat wordt dan de gelegenheid voor die meerdaagse trip.
De reis zelf moet geknipt worden in trajecten van zo ongeveer 150 km, zodat ook met wat vastrijden en hindernissen de afstand haalbaar blijft. Ook campings moeten vooraf uitgezocht worden, zodat ik zeker ben van bijvoorbeeld stroom (om accu's te laden).
De ervaring leert me dat het hiervoor beter is om - bij de heenweg - even van de kust weg te gaan: campings dicht bij de kust zijn dikwijls heel erg duur voor wat ze bieden en heel druk in het hoogseizoen. Als je enkele kilometers landinwaarts trekt, worden de prijzen meteen anders en is de accomodatie meestal ook uitgebreider en verzorgder.
De trip in Bretagne in mei 2013 leerde me dat Franse fietsroutes, zoals ook op veel andere plaatsen, uitgestippeld zijn als recreatieve routes. In Bretagne was dat dikwijls op een halfverharde ondergrond van dolomiet.
Daarnaast zijn het - door die recreatieve inslag - meestal niet de kortste routes en daarenboven worden ze versperd door hekjes, waar de combinatie velomobiel + fietskar geheid problemen mee krijgt.
Een halfverharde ondergrond betekent ook meer rolweerstand en dus een lagere kruissnelheid. Dit is niet wat je zoekt om lange afstanden te fietsen; daarvoor heb je eerder functionele fietsroutes nodig, maar liefst ook nog wat mooi. Het is namelijk niet de bedoeling om in recordtijd ter plaatse te raken, maar om te genieten van het landschap onderweg.
Ook op logistiek vlak moet nog wat geregeld worden. Kamperen betekent dat toch wat spullen mee moeten: een tent, een slaapmat en slaapzak als absolute minimum, maar ook wat elementaire kookspullen, servies, bestek, ... Dan volgt nog alles wat met mobiliteit te maken heeft: herstelkit, reserveband(en), pomp, laders voor de accu's, ... Omdat ik ter plaatse ga zeilen, moet ook daarvoor de geschikte kledij mee.
Ondanks het behoorlijke bagagevolume van de Orca zal dit niet volstaan, vrees ik. Dus komt er achter de Orca een fietskar, vermoedelijk een Radical Cyclone (waar de Orca trouwens op voorzien is).
Foto: Radical |
En natuurlijk moet ook die combinatie vooraf getest worden, zodat ik een idee heb van een haalbare kruissnelheid, het daaraan gekoppelde gemiddelde en de mogelijke dagafstanden.
De rit naar Dronten zal dus wellicht een korte kampeertrip worden.
zondag 16 februari 2014
bagageruimte in de Orca
Dat een Versatile en Orca compacte velomobielen zijn, dat is bij velomobielkenners wel geweten. Dat ze toch behoorlijk veel en vlot toegankelijke bergruimte bieden evenzeer.
De Orca is ontwikkeld met het oog op elektrische ondersteuning. Daarvoor is een accu nodig en die neemt natuurlijk ook ruimte in beslag. Sinds vorige zomer bedacht Flevobike hiervoor een eenvoudige en geniale oplossing: de accu wordt vooraan bovenop de kettingkast gezet. Daar raak je niets anders kwijt en hij hindert totaal niet. Daarenboven wordt de accu met een slot op de houder vergrendeld. Kan het nog beter?
Toen André Vrielink me een nieuwe motorunit kwam brengen, ergens in januari, had hij ook een vloerpomp mee voor me. Zoiets is altijd handiger dan een compact pompje, hoe goed dat ook mag zijn. Hij stelde voor de pomp linksachter te bevestigen, waar je die tot helemaal achterin kunt schuiven. Met wat schuim erachter en tegen de zijkant wordt gerammel voorkomen en met een eenvoudig spanriempje leg ik de pomp vast aan het buizenframe.
Het nadeel is natuurlijk evident: een pomp heb je niet elke dag nodig (liefst niet), maar die plaats is niet meer beschikbaar voor andere bagage.
Velomobiel.nl lanceerde recent een nieuw product: carbon panelen om voor de wielkasten van de Quest te monteren. Zo kun je die onbenutte ruimte ook weer gebruiken: het worden "bagagebakken". Uiteraard is dat niet de meest bereikbare plaats, want je moet voor de voorwielen reiken om erbij te kunnen. Het is wel een aangewezen plaats voor allerlei zaken die je niet frequent nodig hebt, zoals - juist - een pomp en allerlei herstelspullen (reserve binnen- en buitenband, plakspullen, gereedschap, ...). Daarbij moet je wel op het gewicht letten, want dit is allemaal massa die voor de vooras terechtkomt én je zorgt er ook best voor dat alles flink vastzit, zodat je hele velomobiel geen rammelbak wordt (of dat je materiaal eruit valt). Fietser.be bedacht een poosje geleden een gelijkaardige oplossing, waarbij een "motorkap" de toegang tot die ruimte vergemakkelijkte. Daar zijn ze ondertussen weer van afgestapt, want het bleek toch niet zo praktisch.
Een goed idee verdient navolging. Zou zoiets in de Orca ook kunnen? Vooral omdat die vooraan toch ook wat loze ruimte biedt.
Dan kunnen zaken zoals een reserveband en die vloerpomp uit de nuttige bagageruimte verdwijnen, zodat die weer vrijkomt voor dingen waar je wel snel bij moet kunnen, zoals een (rug)zak met kleding, een fototoestel, kampeermateriaal, ...
Uiteraard kan het. Ik zal enkel moeten nadenken over de vorm, het materiaal en de bevestiging. Glasvezel/epoxy is mogelijk en relatief eenvoudig om mee te werken. Eerst zal ik met karton een model maken.
Of ik verzin iets met klittenband om de pomp vast te zetten vooraan tegen een wielkast, rammelvrij en zo dat de pomp niet zomaar kan verdwijnen bij de eerste de beste hobbel in de weg. Met één of andere tas vast te maken, kun je ook bergruimte creëren voor dergelijke spullen: stofvrij en gesloten, zodat je moeilijk wat kwijt kunt raken onderweg.
Het nadeel is evident: meer bergruimte nodigt uit tot het benutten ervan en dat leidt weer tot meer gewicht. Het moet nuttig blijven, maar voor lange (meerdaagse) tochten kan het wel de nodige extra ruimte bieden.
Een andere evidente vraag: is het nodig? Niet voor de dagelijkse woon-werk rit, dat is duidelijk. Maar om boodschappen te doen is wat meer bagageruimte alvast nuttig. Voor meerdaagse trips, zeker als daar kamperen bijkomt, is het zelfs eerder aangewezen om de last zo goed mogelijk te verdelen, zodat de achterveerpoot niet alles te dragen krijgt.
Uiteindelijk is het nog maar half februari. Er is tijd zat om na te denken over de zin ervan en dan eventueel te bedenken hoe ik dit kan aanpakken.
De Orca is ontwikkeld met het oog op elektrische ondersteuning. Daarvoor is een accu nodig en die neemt natuurlijk ook ruimte in beslag. Sinds vorige zomer bedacht Flevobike hiervoor een eenvoudige en geniale oplossing: de accu wordt vooraan bovenop de kettingkast gezet. Daar raak je niets anders kwijt en hij hindert totaal niet. Daarenboven wordt de accu met een slot op de houder vergrendeld. Kan het nog beter?
Het "vooronder" van een E-orca |
Toen André Vrielink me een nieuwe motorunit kwam brengen, ergens in januari, had hij ook een vloerpomp mee voor me. Zoiets is altijd handiger dan een compact pompje, hoe goed dat ook mag zijn. Hij stelde voor de pomp linksachter te bevestigen, waar je die tot helemaal achterin kunt schuiven. Met wat schuim erachter en tegen de zijkant wordt gerammel voorkomen en met een eenvoudig spanriempje leg ik de pomp vast aan het buizenframe.
De vloerpomp in de bagageruimte |
Het nadeel is natuurlijk evident: een pomp heb je niet elke dag nodig (liefst niet), maar die plaats is niet meer beschikbaar voor andere bagage.
Velomobiel.nl lanceerde recent een nieuw product: carbon panelen om voor de wielkasten van de Quest te monteren. Zo kun je die onbenutte ruimte ook weer gebruiken: het worden "bagagebakken". Uiteraard is dat niet de meest bereikbare plaats, want je moet voor de voorwielen reiken om erbij te kunnen. Het is wel een aangewezen plaats voor allerlei zaken die je niet frequent nodig hebt, zoals - juist - een pomp en allerlei herstelspullen (reserve binnen- en buitenband, plakspullen, gereedschap, ...). Daarbij moet je wel op het gewicht letten, want dit is allemaal massa die voor de vooras terechtkomt én je zorgt er ook best voor dat alles flink vastzit, zodat je hele velomobiel geen rammelbak wordt (of dat je materiaal eruit valt). Fietser.be bedacht een poosje geleden een gelijkaardige oplossing, waarbij een "motorkap" de toegang tot die ruimte vergemakkelijkte. Daar zijn ze ondertussen weer van afgestapt, want het bleek toch niet zo praktisch.
Een goed idee verdient navolging. Zou zoiets in de Orca ook kunnen? Vooral omdat die vooraan toch ook wat loze ruimte biedt.
Wel wat ruimte voor de wielkasten |
Dan kunnen zaken zoals een reserveband en die vloerpomp uit de nuttige bagageruimte verdwijnen, zodat die weer vrijkomt voor dingen waar je wel snel bij moet kunnen, zoals een (rug)zak met kleding, een fototoestel, kampeermateriaal, ...
Uiteraard kan het. Ik zal enkel moeten nadenken over de vorm, het materiaal en de bevestiging. Glasvezel/epoxy is mogelijk en relatief eenvoudig om mee te werken. Eerst zal ik met karton een model maken.
Of ik verzin iets met klittenband om de pomp vast te zetten vooraan tegen een wielkast, rammelvrij en zo dat de pomp niet zomaar kan verdwijnen bij de eerste de beste hobbel in de weg. Met één of andere tas vast te maken, kun je ook bergruimte creëren voor dergelijke spullen: stofvrij en gesloten, zodat je moeilijk wat kwijt kunt raken onderweg.
Het nadeel is evident: meer bergruimte nodigt uit tot het benutten ervan en dat leidt weer tot meer gewicht. Het moet nuttig blijven, maar voor lange (meerdaagse) tochten kan het wel de nodige extra ruimte bieden.
Een andere evidente vraag: is het nodig? Niet voor de dagelijkse woon-werk rit, dat is duidelijk. Maar om boodschappen te doen is wat meer bagageruimte alvast nuttig. Voor meerdaagse trips, zeker als daar kamperen bijkomt, is het zelfs eerder aangewezen om de last zo goed mogelijk te verdelen, zodat de achterveerpoot niet alles te dragen krijgt.
Uiteindelijk is het nog maar half februari. Er is tijd zat om na te denken over de zin ervan en dan eventueel te bedenken hoe ik dit kan aanpakken.
donderdag 13 februari 2014
Flash: nieuw PR
(PR = persoonlijk record)
Zaterdag had ik mijn hoogste snelheid scherper gesteld: 55 km/u maar liefst. Wel: vandaag, met wel een stevige rugwind, ging het tot 60,5 km/u! Sneller ging niet, want ik zat in de hoogste versnelling en de benen wilden niet sneller meer rond.
Sneller hoeft ook niet en nu weer was het een piek, want die snelheid valt niet vol te houden.
Een ander "record" is dat het weekgemiddelde met de Orca draait rond 30 km/u. Dan heb ik het over het "bewogen gemiddelde" op de gps. Het ligt in elk geval weer enkele kilometers hoger dan met de Alleweder en ook dat was een doel: de tijd voor de verplaatsing naar het werk wat verminderen. Met een andere keuze (WAW, Quest, ...) was die snelheid wellicht nog hoger geweest, maar dan waren er andere zaken minder goed uitgevallen. Mission accomplished: de Orca doet alles zoals verwacht. Alleen ligt de topsnelheid hoger...
Zaterdag had ik mijn hoogste snelheid scherper gesteld: 55 km/u maar liefst. Wel: vandaag, met wel een stevige rugwind, ging het tot 60,5 km/u! Sneller ging niet, want ik zat in de hoogste versnelling en de benen wilden niet sneller meer rond.
Sneller hoeft ook niet en nu weer was het een piek, want die snelheid valt niet vol te houden.
Een ander "record" is dat het weekgemiddelde met de Orca draait rond 30 km/u. Dan heb ik het over het "bewogen gemiddelde" op de gps. Het ligt in elk geval weer enkele kilometers hoger dan met de Alleweder en ook dat was een doel: de tijd voor de verplaatsing naar het werk wat verminderen. Met een andere keuze (WAW, Quest, ...) was die snelheid wellicht nog hoger geweest, maar dan waren er andere zaken minder goed uitgevallen. Mission accomplished: de Orca doet alles zoals verwacht. Alleen ligt de topsnelheid hoger...
woensdag 12 februari 2014
CX Comp - deel 2
Vorige vrijdag werd de Schwalbe Tryker achteraan weer vervangen door een CX Comp 47- 406. Dat deed ik met het oog op de tocht met de Gentse Liggers de dag erop: daar zat namelijk redelijk wat onverhard tussen en dan is een semi-slick op het aangedreven wiel geen zo'n goed idee.
Deze keer had ik geen lek. Er is ondertussen alweer zo'n 250 km gereden met de crossband en dat heeft die goed doorstaan. Meer nog: zaterdag tijdens de rit plaatste ik een sprintje, waarbij het persoonlijke snelheidsrecord weer scherper gesteld werd. 55 km/u op vlakke baan vind ik niet slecht. Akkoord: met een Quest schijnen dat normale kruissnelheden te zijn voor sommigen, maar met een "trage" Orca en dan nog met een noppenband eronder, ben ik er tevreden mee als top. Met de rolweerstand lijkt het dus ook wel snor te zitten.
In de stukken met gravel en aarde (modder) als ondergrond was er geen enkel probleem met de tractie. Ik voelde de band nergens doorslippen. De snelheid is, zoals hierboven vermeld, ook geen probleem. Het vroege lek zal wel een geval van pech geweest zijn. Ook op het vlak van rijgeluiden zijn er geen opmerkingen. De luidruchtigste tot nu was de Marathon Supreme, die daar bovenop ook traag heet te zijn. Een prima reserveband dus, meer niet.
Het enige nadeel tot nu is dat de band zich af en toe laat horen: bij het inveren lijken de noppen met de wielkast in contact te komen. Recent deed ik weer eens boodschappen met de Orca en als de bagageruimte goed gevuld is met ettelijke kilo's, zakt de achterkant wat in. Het gevolg was dat de band bijna continu aanliep. Met een bredere band zal de veervoorspanning dus wat hoger moeten. Ook bij snel genomen bochten loopt de band wat aan, maar dat is echt sporadisch en dus geen reden om er niet verder mee te testen. 47 mm zal echt wel de limiet zijn.
Die veervoorspanning bijstellen is trouwens een klusje van niets: je ziet op de foto hierboven een draadeind op de onderkant van de veerpoot. Inbussleutelje erop, wat in- of uitschroeven en de veervoorspanning is aangepast.
De komende maanden, zowat tot april, zal de CX Comp onder de Orca blijven liggen. De belangrijkste vraag blijft nu hoe snel de band zal slijten. Als dat ook nog wat meevalt, is het zeker een spotgoedkoop bandje. Met wat zoeken koop je die voor geen € 10!
Stoere crossband op het achterwiel |
In de stukken met gravel en aarde (modder) als ondergrond was er geen enkel probleem met de tractie. Ik voelde de band nergens doorslippen. De snelheid is, zoals hierboven vermeld, ook geen probleem. Het vroege lek zal wel een geval van pech geweest zijn. Ook op het vlak van rijgeluiden zijn er geen opmerkingen. De luidruchtigste tot nu was de Marathon Supreme, die daar bovenop ook traag heet te zijn. Een prima reserveband dus, meer niet.
Het enige nadeel tot nu is dat de band zich af en toe laat horen: bij het inveren lijken de noppen met de wielkast in contact te komen. Recent deed ik weer eens boodschappen met de Orca en als de bagageruimte goed gevuld is met ettelijke kilo's, zakt de achterkant wat in. Het gevolg was dat de band bijna continu aanliep. Met een bredere band zal de veervoorspanning dus wat hoger moeten. Ook bij snel genomen bochten loopt de band wat aan, maar dat is echt sporadisch en dus geen reden om er niet verder mee te testen. 47 mm zal echt wel de limiet zijn.
Die veervoorspanning bijstellen is trouwens een klusje van niets: je ziet op de foto hierboven een draadeind op de onderkant van de veerpoot. Inbussleutelje erop, wat in- of uitschroeven en de veervoorspanning is aangepast.
De komende maanden, zowat tot april, zal de CX Comp onder de Orca blijven liggen. De belangrijkste vraag blijft nu hoe snel de band zal slijten. Als dat ook nog wat meevalt, is het zeker een spotgoedkoop bandje. Met wat zoeken koop je die voor geen € 10!
dinsdag 11 februari 2014
Philips - altijd hetzelfde liedje
Philips is, zoals gekend, een groot Nederlands concern. Ik ben, zoals zovelen, groot geworden met dat merk, dat overal vertegenwoordigd lijkt. Er hangt verlichting van Philips in huis, ik scheer me met een Philips, ooit had ik een Philips cd-speler en toen maakten ze ook een mooie reeks audio-apparaten (900-serie). Ook in de tv-markt hebben ze een ruim assortiment, enzoverder.
Even typisch Philips is dat een productlijn ontwikkeld wordt, maar dat de ondersteuning vergeten is. Een leuk idee wordt op de markt gegooid voor het marktrijp is, voor het uitontwikkeld is (DCC). Zo hebben we op twee fietsen een SafeRide koplamp (op naafdynamo) zitten. Schitterende koplampen! Een mooie lichtbundel, ruim voldoende lichtopbrengst en met een degelijke, massief aluminium behuizing. Wat wel ontbrak, was een degelijke handleiding met specificaties erbij. Wat je krijgt, is een soort stripverhaal. Goedkoop, want dat hoeft nooit vertaald te worden, maar bijzonder simplistisch en je moet het met een vergrootglas bekijken. Voor de rest lijkt het motto "zoek het zelf maar uit".
Toch scoort de Philips fietsverlichting bijzonder hoog bij recensies, zowel de koplampen (voor dynamo of op batterijen) als de achterlichten (de Lumiring benadert de perfectie). Terecht: op een defect exemplaar indertijd bij de Alleweder, ben ik er zeer over te spreken.
Maar kijk: ook zoals we gewoon zijn van Philips, wordt de stekker eruit getrokken. Philips stopt met de productie van fietsverlichting! Zomaar. Plots. Out of the blue...
Toegegeven: een koplamp voor naafdynamo van Philips is niet goedkoop (€ 80 ongeveer) en tegen concurrenten zoals Busch und Müller of Trelock is het moeilijk opboksen, maar het leek toch alsof het de goede weg op ging. Niet snel genoeg blijkbaar of de winstcijfers voldeden niet, want het is gedaan. Wat de reden is, wordt er niet bij verteld.
l'Histoire se répète: datzelfde ongeveer deden ze indertijd met de audioproducten. De tv-productie werd verkocht aan een Chinees bedrijf (wel met behoud van de merknaam) en zo zijn er nog veel voorbeelden. Ook dat lijkt typisch Philips.
Even typisch Philips is dat een productlijn ontwikkeld wordt, maar dat de ondersteuning vergeten is. Een leuk idee wordt op de markt gegooid voor het marktrijp is, voor het uitontwikkeld is (DCC). Zo hebben we op twee fietsen een SafeRide koplamp (op naafdynamo) zitten. Schitterende koplampen! Een mooie lichtbundel, ruim voldoende lichtopbrengst en met een degelijke, massief aluminium behuizing. Wat wel ontbrak, was een degelijke handleiding met specificaties erbij. Wat je krijgt, is een soort stripverhaal. Goedkoop, want dat hoeft nooit vertaald te worden, maar bijzonder simplistisch en je moet het met een vergrootglas bekijken. Voor de rest lijkt het motto "zoek het zelf maar uit".
Toch scoort de Philips fietsverlichting bijzonder hoog bij recensies, zowel de koplampen (voor dynamo of op batterijen) als de achterlichten (de Lumiring benadert de perfectie). Terecht: op een defect exemplaar indertijd bij de Alleweder, ben ik er zeer over te spreken.
Maar kijk: ook zoals we gewoon zijn van Philips, wordt de stekker eruit getrokken. Philips stopt met de productie van fietsverlichting! Zomaar. Plots. Out of the blue...
Toegegeven: een koplamp voor naafdynamo van Philips is niet goedkoop (€ 80 ongeveer) en tegen concurrenten zoals Busch und Müller of Trelock is het moeilijk opboksen, maar het leek toch alsof het de goede weg op ging. Niet snel genoeg blijkbaar of de winstcijfers voldeden niet, want het is gedaan. Wat de reden is, wordt er niet bij verteld.
l'Histoire se répète: datzelfde ongeveer deden ze indertijd met de audioproducten. De tv-productie werd verkocht aan een Chinees bedrijf (wel met behoud van de merknaam) en zo zijn er nog veel voorbeelden. Ook dat lijkt typisch Philips.
zondag 9 februari 2014
Sleutelen voor zoonlief
Elke fiets vraagt onderhoud. Hoe meer fietsen in huis, hoe meer werk je dus hebt.
Zoonlief rijdt met een Trek Manhattan: een degelijke stadsfiets. Toen we die indertijd kozen, stond ik erop dat een schoolfiets vooral onderhoudsarm moest zijn: geen kwetsbare derailleur, zo weinig mogelijk uitwendige zaken en alles gemaakt om lang mee te gaan. De Manhattan voldeed hieraan: Shimano versnellingsnaaf (aangeboden met een Nexus 7, maar bij de fietshandelaar voor de levering vervangen door een Nexus 8), rollerbrakes voor en achter, een naafdynamo en een gesloten kettingkast.
Het concept bewees zijn degelijkheid: gedurende heel zijn middelbare school kan ik me niet herinneren wat aan de fiets hersteld te hebben, op gesprongen halogeenlampjes na.
Maar nu, na zowat zes jaar, zijn de banden voor en achter kaalgereden. Dat is in de winter niet zo denderend: want vooral de achterkant glibbert weg op een gladde ondergrond, al is dat dit jaar modder in plaats van sneeuw. Tijd voor nieuwe bandjes dus. Ik bestelde een setje Schwalbe Little Big Ben (40-622).
Nu komt een nadeel van de oerdegelijke fiets naar voren: het achterwiel verwijderen met een versnellingsnaaf en rollerbrake is geen sinecure! De gesloten kettingkast helpt daarbij ook niet echt. Hopelijk is de lekweerstand van de nieuwe banden in orde.
Bij het nazicht merkte ik nog dat er achteraan een spaak gebroken is. Om de juiste spaaklengte te kennen, moet het wiel er sowieso uit en uiteraard heb ik geen gepaste spaak liggen ... Deze week zal zoonlief dus met de toerfiets van papa naar school gaan, want ik wil eerst die spaak vervangen eer ik weer het werk doe om het wiel terug te plaatsen.
De gesloten kettingkast blijkt ook niet zo gesloten te zijn als bij de vroegere stadsfietsen, want de ketting is bruin van het roest! Na zes jaar is wat elementair onderhoud dus nodig.
Om de fiets nog onderhoudsarmer te maken, staan nog welgeteld twee acties op het programma:
Zoonlief rijdt met een Trek Manhattan: een degelijke stadsfiets. Toen we die indertijd kozen, stond ik erop dat een schoolfiets vooral onderhoudsarm moest zijn: geen kwetsbare derailleur, zo weinig mogelijk uitwendige zaken en alles gemaakt om lang mee te gaan. De Manhattan voldeed hieraan: Shimano versnellingsnaaf (aangeboden met een Nexus 7, maar bij de fietshandelaar voor de levering vervangen door een Nexus 8), rollerbrakes voor en achter, een naafdynamo en een gesloten kettingkast.
Het concept bewees zijn degelijkheid: gedurende heel zijn middelbare school kan ik me niet herinneren wat aan de fiets hersteld te hebben, op gesprongen halogeenlampjes na.
Maar nu, na zowat zes jaar, zijn de banden voor en achter kaalgereden. Dat is in de winter niet zo denderend: want vooral de achterkant glibbert weg op een gladde ondergrond, al is dat dit jaar modder in plaats van sneeuw. Tijd voor nieuwe bandjes dus. Ik bestelde een setje Schwalbe Little Big Ben (40-622).
Nu komt een nadeel van de oerdegelijke fiets naar voren: het achterwiel verwijderen met een versnellingsnaaf en rollerbrake is geen sinecure! De gesloten kettingkast helpt daarbij ook niet echt. Hopelijk is de lekweerstand van de nieuwe banden in orde.
Trek Manhattan zonder achterwiel |
Achterwiel met Little Big Ben, de oude band ernaast |
Om de fiets nog onderhoudsarmer te maken, staan nog welgeteld twee acties op het programma:
- de Spanninga halogeen koplamp vervangen door een ledlamp: jaarlijks moeten het halogeenlampje meerdere keren verwisseld worden en de lichtopbrengst is niet echt overweldigend. Nochtans kan het, want de veertig jaar oude vintagebike die in het schuurtje staat, is ook met een halogeen koplamp uitgerust. Die heeft wel een duidelijk grotere lichtopbrengst en een betere lichtbundel. Ik kan met niet herinneren daar ooit een lamp in gewisseld te te hebben. Recenter is duidelijk niet noodzakelijk beter.
- het batterij-achterlicht verwisselen voor een licht dat ook door de naafdynamo gevoed wordt. Het lijdt aan het typische batterij-achterlicht-euvel: slechte contacten voor de batterijtjes en een gesneuvelde schakelaar. Dan haal ik liever meteen een licht dat die zwakke punten niet heeft.
zaterdag 8 februari 2014
Ongebaande wegen
Het mag dan wel winter zijn, maar het vriest niet en sneeuw is ook nergens te vinden. Fietsweer!
Vandaag stond een ritje met de Gentse Liggers op het programma. Kort: met een start rond 14u en enkele mensen die van ver komen, moet je niet te ver rijden: de ritafstand bedroeg een ruime 50 km.
Het startpunt lag midden in Gent, bij Fietser.be. Als organisator heb je dan alle keuze, dus ik had besloten, met goedkeuring van enkele andere deelnemers, om de regio ten noorden van Gent, het Meetjesland, te verkennen.
Na wat strubbelingen (één van de velonauten raakte verdwaald in Gent) konden we de tocht aanvatten. In extremis, op verzoek van een andere deelnemer, werd de rijrichting van de tocht omgekeerd, zodat twee van de zes fietsers tegen het eind konden afhaken om de terugrit naar het verre West-Vlaanderen aan te vangen.
De rit begon met een opwarming op de linker Scheldeoever, van Gent tot Destelbergen. Vandaar bogen we weg van het water, richting Lochristi. Ergens daar tussenin zag Paul knopjes (enfin, één knopje) vliegen; blijkbaar een zwak punt bij de Orca, want het was al niet de eerste keer.
Als je ten oosten van Gent rijdt en naar het noorden wil, naar het Meetjesland, dan moet je onvermijdelijk het kanaal Gent-Terneuzen over. Dat deden we in Langerbrugge, via de overzet. Net hiervoor ligt een mooi stuk asfalt, waar ik even goed doortrapte. Het resultaat was een nieuw persoonlijk record: 55 km/u.
Na een flink eind kwamen we op het grondgebied van Sleidinge, waar de off road capaciteiten van de deelnemers en hun materiaal op de proef gesteld werden.
En jawel: waar je voor de Orca een rijtje knotwilgen ziet staan, ligt er rechts daarvan een paadje. Net gepast, met een gracht links en ploegvoren rechts...
Een eind verder werd het scenario herhaald, deze keer op een grove gravelondergrond.
Paul rijdt in zijn vrije tijd met een mountainbike. Telkens als we op onverhard kwamen, zagen we zijn groene velomobiel aan hoge snelheid weglopen van de rest. Wie zegt dat een velomobiel enkel goed is voor lange, rechte einden?
(Mijn verontschuldigingen voor de matige beeldkwaliteit: al rijdend met een compactje beeldjes schieten, is niet zo eenvoudig.)
Zoals de traditie het wil, namen we afscheid van elkaar bij een glas, in Vinderhoute, waar de waardin toch maar even in een Orca wou gaan zitten. Het hele café stroomde leeg: iedereen wou die gekke fietsen van dichtbij bekijken en vooral bewonderen.
Eindnoot: bij thuiskomst bleek de nagelnieuwe Sigma BC 12.12 48 km geregistreerd te hebben. Dat kan niet: vanmorgen reed ik om boodschappen, daarna naar de sporthal en vanmiddag kwam daar - met de verbindingsrit erbij - ruim 60 km bij. Die 48 km moet zowat 80 km zijn. Bij nazicht blijkt dat de sensor verdwenen is: de spanbandjes zitten om de veerpoot en klemmen een stukje plastic vast, terwijl de rest van de sensor ergens langs de Vlaamse wegen ligt... Niet zo stevig dus.
Vandaag stond een ritje met de Gentse Liggers op het programma. Kort: met een start rond 14u en enkele mensen die van ver komen, moet je niet te ver rijden: de ritafstand bedroeg een ruime 50 km.
Het startpunt lag midden in Gent, bij Fietser.be. Als organisator heb je dan alle keuze, dus ik had besloten, met goedkeuring van enkele andere deelnemers, om de regio ten noorden van Gent, het Meetjesland, te verkennen.
Na wat strubbelingen (één van de velonauten raakte verdwaald in Gent) konden we de tocht aanvatten. In extremis, op verzoek van een andere deelnemer, werd de rijrichting van de tocht omgekeerd, zodat twee van de zes fietsers tegen het eind konden afhaken om de terugrit naar het verre West-Vlaanderen aan te vangen.
De rit begon met een opwarming op de linker Scheldeoever, van Gent tot Destelbergen. Vandaar bogen we weg van het water, richting Lochristi. Ergens daar tussenin zag Paul knopjes (enfin, één knopje) vliegen; blijkbaar een zwak punt bij de Orca, want het was al niet de eerste keer.
In Pauls Orca is een knopje zoek |
Voor PJ is dan weer de weg zoek (alweer) |
Alle Oost-Vlaamse Orca's verenigd (2 dus) |
Paul geeft zijn Orca de sporen op een gravelweg |
Een eind verder werd het scenario herhaald, deze keer op een grove gravelondergrond.
De groene Orca verdwijnt alweer in de verte |
(Mijn verontschuldigingen voor de matige beeldkwaliteit: al rijdend met een compactje beeldjes schieten, is niet zo eenvoudig.)
Zoals de traditie het wil, namen we afscheid van elkaar bij een glas, in Vinderhoute, waar de waardin toch maar even in een Orca wou gaan zitten. Het hele café stroomde leeg: iedereen wou die gekke fietsen van dichtbij bekijken en vooral bewonderen.
Eindnoot: bij thuiskomst bleek de nagelnieuwe Sigma BC 12.12 48 km geregistreerd te hebben. Dat kan niet: vanmorgen reed ik om boodschappen, daarna naar de sporthal en vanmiddag kwam daar - met de verbindingsrit erbij - ruim 60 km bij. Die 48 km moet zowat 80 km zijn. Bij nazicht blijkt dat de sensor verdwenen is: de spanbandjes zitten om de veerpoot en klemmen een stukje plastic vast, terwijl de rest van de sensor ergens langs de Vlaamse wegen ligt... Niet zo stevig dus.
vrijdag 7 februari 2014
Veiligheid
Nog een immer weerkerend thema bij weggebruikers en al zeker bij fietsers. Met de zichtbaarheid - actief zowel als passief - zit het intussen snor (zowel bij de Orca als de Kobra, de Trek en de Birdy), maar veiligheid betekent meer dan gezien worden.
Ik merk dat de bochtsnelheid met de Orca beduidend hoger ligt dan met de Alleweder. Een Orca kleeft niet aan de weg zoals een WAW, maar het verschil met de Alleweder is opmerkelijk, toch als ik op de snelheidsmeter kijk. Zo, op het gevoel, lijkt het niet zo, maar een blik op de snelheidsmeter doet me toch geregeld schrikken. De Orca is dus te beschrijven als een "valse trage". Het feit dat er veel minder rijgeluiden zijn dan in de Alleweder zal hier ook wel meespelen.
Een eerste gedachte is dan "kalm aan, met wat minder lukt het ook wel". Want je wil niet dat je mooie, nieuwe velomobiel op zijn kant gaat!
En dan denk je verder: wat als dat toch zou gebeuren? Zonde van de nieuwe fiets, maar vooral: wat gebeurt er met het mannetje dat erin zit? Er zit wel een heuse veiligheidskooi in de Orca, met een rolbeugel achter mij, en er zit ook een dakje op, maar dat bestaat slechts uit twee aluminium buisjes en wat schuim... Dat zal weinig bescherming bieden.
Doet een helm wat voor de veiligheid? Zoals ik voordien al op de blog meldde, zijn de meningen sterk verdeeld. Veel lijkt af te hangen van het soort impact. Ik kan me voorstellen dat een val met een bukker of het op de kant gaan van een velomobiel een heel ander gevolg hebben voor hoe de helm een klap moet opvangen.
Voor de rest zit ik helemaal binnen die veiligheidskooi, maar mijn hoofd komt daar wel boven. Het plan is om nog lang met de Orca ritten te kunnen maken, dus moet ook ik heel blijven. Toch maar een helm dus. Die moet zowel in de Orca als op de Kobra gebruikt kunnen worden en misschien af en toe ook wel op de bukkers (Trek toerfiets en Birdy).
Daarbij wil ik wel opmerken dat ik bij mijn standpunt blijf wat fietshelmen betreft. Elk moet voor zichzelf uitmaken of zoiets nuttig is of niet. Ik blijf een tegenstander van helmplicht. Het is veel belangrijker om zoveel mogelijk mensen op de fiets (en uit de auto) te krijgen; helmplicht is niet uitnodigend om bijvoorbeeld even op de fiets te springen om naar de bakker of de slager te rijden.
Goed. Een valhelm dus. Die vind je in vele smaken en kleuren. Vroeger had ik er maar liefst twee liggen: één van B'Twin (Decathlon) en een Ekoi City E+.
Die eerste is doorgeschoven naar een andere fietser, want door de vorm was die onbruikbaar op de Kobra en in de Alleweder (stak achteraan te ver uit). De Ekoi is qua concept heel praktisch: kort en met een geïntegreerd vizier. Zoals je op de foto kunt zien, zijn de bovenste ventilatieopeningen zelfs afsluitbaar bij regen.
Helaas laat de kwaliteit te wensen over: bij het sluiten van het vizier met één hand - wat toch de bedoeling moet zijn - komt dat heel dikwijls los. Dat betekent dan stoppen, helm afnemen, vizier weer bevestigen en voorzichtig met twee handen sluiten. Daarnaast is de vorm niet zo denderend: blijkbaar hebben de Fransen een rond hoofd, want voor- en achteraan is de druk vrij hoog, terwijl die aan de zijkanten dan weer laag is. Kortom: wel een leuk concept, maar niet echt comfortabel en slecht uitgewerkt. Dat hangt dan weer samen met de prijs: de Ekoi kostte met alles erop en eraan zowat € 50.
Er moest dus een nieuwe valhelm komen. Over de zin en veiligheid ervan is heel veel lectuur te vinden: ideeën, beoordelingen en vooral rapporten van studies, waaruit blijkt dat veel helmen eigenlijk niet helemaal doen wat zou moeten. Een helm dient om de schedel te beschermen bij een val. Een eerste zwak punt blijkt te zijn dat het zwakste deel van de schedel, de slapen, door de meeste helmen niet beschermd wordt. Ze staan namelijk bovenop het hoofd. Een tweede gevaarlijke zaak is dat veel helmen de kans op torsie van het hoofd bij een val vergroten. Daardoor is je hoofd wel beschermd, maar stijgt de kans op letsel van de nekwervels.
Mijn totaal onwetenschappelijke conclusie is dan dat ik beter zoek naar een helm die niet op, maar rond het hoofd zit en dan kom je uit bij de "skaterstyle" helmen (lijkt erg op een skihelm). Een korte speurtocht bij de grotere fietshandels in het Gentse leerde me dat er dan keuze is tussen Nutcase, Nutcase en Nutcase... Afgaand op mijn geheugen meen ik te weten dat ernstige bedenkingen waren bij de producten van dit merk. Die hoef ik dus niet. Uiteraard zie je er heel veel in Gent: wie een skaterstyle helm wil, heeft amper tot geen keuze.
Dat betekende dus dat ik het wereldwijde web op moest en het risico diende te nemen een helm te bestellen zonder passen. Mijn hoofdomtrek meten om de juiste maat te bestellen, dat is geen probleem, maar de helmvorm en hoe die "valt" op je hoofd, dat blijft afwachten.
Het werd uiteindelijk een Giro Surface, waarbij je niet enkel de pasmaat (omtrek) vlot kunt regelen, maar ook kunt bepalen of die meer naar voren of naar achteren moet kantelen.
Meteen werd een Vaude helmmuts meebesteld, zodat het ook bij -10° C comfortabel blijft. Het andere uiterste - hete zomerdagen - vormt allicht wel een probleem met zo'n helm, maar dan zijn we weer heel wat maanden verder en ik kan nog uitkijken voor een goed geventileerde, compacte zomerhelm. Dan denk ik aan de nieuw verschenen Uvex City V: het geïntegreerde vizier houdt stof en insecten weg, maar laat de lucht voldoende circuleren, zo lijkt me.
Eerst even afwachten hoe de Giro presteert als het warmer wordt.
Een bijkomende kwestie was: past mijn hoofd met een helm onder het Orcadakje? Dit testte ik vooraf uit met de Ekoi.
Het antwoord is in mijn geval: ja, net. Dat wil zeggen dat de helm de randen van het dakje af en toe raakt als ik stevig door elkaar geschud wordt (de Belgische fietspaden zijn nu eenmaal niet van dezelfde kwaliteit als de meeste Nederlandse). Het leven is nu eenmaal een aaneenschakeling van compromissen.
De Surface is ondertussen al enkele keren uitgetest. Qua pasvorm kan het moeilijk beter: je voelt niet dat hij op je hoofd staat en de grootte is prima te regelen. Handig als je een muts wil dragen tegen de kou: een draai aan het stelwieltje en alles past weer als gegoten. Het klepje vooraan doet het ook goed: het geeft wat schaduw die over je ogen valt. Ook op de bukker merk je amper dat je een helm op hebt. Zoonlief vindt het er wel idioot uitzien, zo'n "pot" op je kop, maar dat is natuurlijk subjectief. De bewegingsvrijheid in de Orca is iets beperkter met de helm, maar eigenlijk stoort dat niet.
Ik merk dat de bochtsnelheid met de Orca beduidend hoger ligt dan met de Alleweder. Een Orca kleeft niet aan de weg zoals een WAW, maar het verschil met de Alleweder is opmerkelijk, toch als ik op de snelheidsmeter kijk. Zo, op het gevoel, lijkt het niet zo, maar een blik op de snelheidsmeter doet me toch geregeld schrikken. De Orca is dus te beschrijven als een "valse trage". Het feit dat er veel minder rijgeluiden zijn dan in de Alleweder zal hier ook wel meespelen.
Een eerste gedachte is dan "kalm aan, met wat minder lukt het ook wel". Want je wil niet dat je mooie, nieuwe velomobiel op zijn kant gaat!
En dan denk je verder: wat als dat toch zou gebeuren? Zonde van de nieuwe fiets, maar vooral: wat gebeurt er met het mannetje dat erin zit? Er zit wel een heuse veiligheidskooi in de Orca, met een rolbeugel achter mij, en er zit ook een dakje op, maar dat bestaat slechts uit twee aluminium buisjes en wat schuim... Dat zal weinig bescherming bieden.
Doet een helm wat voor de veiligheid? Zoals ik voordien al op de blog meldde, zijn de meningen sterk verdeeld. Veel lijkt af te hangen van het soort impact. Ik kan me voorstellen dat een val met een bukker of het op de kant gaan van een velomobiel een heel ander gevolg hebben voor hoe de helm een klap moet opvangen.
Voor de rest zit ik helemaal binnen die veiligheidskooi, maar mijn hoofd komt daar wel boven. Het plan is om nog lang met de Orca ritten te kunnen maken, dus moet ook ik heel blijven. Toch maar een helm dus. Die moet zowel in de Orca als op de Kobra gebruikt kunnen worden en misschien af en toe ook wel op de bukkers (Trek toerfiets en Birdy).
Daarbij wil ik wel opmerken dat ik bij mijn standpunt blijf wat fietshelmen betreft. Elk moet voor zichzelf uitmaken of zoiets nuttig is of niet. Ik blijf een tegenstander van helmplicht. Het is veel belangrijker om zoveel mogelijk mensen op de fiets (en uit de auto) te krijgen; helmplicht is niet uitnodigend om bijvoorbeeld even op de fiets te springen om naar de bakker of de slager te rijden.
Goed. Een valhelm dus. Die vind je in vele smaken en kleuren. Vroeger had ik er maar liefst twee liggen: één van B'Twin (Decathlon) en een Ekoi City E+.
Die eerste is doorgeschoven naar een andere fietser, want door de vorm was die onbruikbaar op de Kobra en in de Alleweder (stak achteraan te ver uit). De Ekoi is qua concept heel praktisch: kort en met een geïntegreerd vizier. Zoals je op de foto kunt zien, zijn de bovenste ventilatieopeningen zelfs afsluitbaar bij regen.
Helaas laat de kwaliteit te wensen over: bij het sluiten van het vizier met één hand - wat toch de bedoeling moet zijn - komt dat heel dikwijls los. Dat betekent dan stoppen, helm afnemen, vizier weer bevestigen en voorzichtig met twee handen sluiten. Daarnaast is de vorm niet zo denderend: blijkbaar hebben de Fransen een rond hoofd, want voor- en achteraan is de druk vrij hoog, terwijl die aan de zijkanten dan weer laag is. Kortom: wel een leuk concept, maar niet echt comfortabel en slecht uitgewerkt. Dat hangt dan weer samen met de prijs: de Ekoi kostte met alles erop en eraan zowat € 50.
Er moest dus een nieuwe valhelm komen. Over de zin en veiligheid ervan is heel veel lectuur te vinden: ideeën, beoordelingen en vooral rapporten van studies, waaruit blijkt dat veel helmen eigenlijk niet helemaal doen wat zou moeten. Een helm dient om de schedel te beschermen bij een val. Een eerste zwak punt blijkt te zijn dat het zwakste deel van de schedel, de slapen, door de meeste helmen niet beschermd wordt. Ze staan namelijk bovenop het hoofd. Een tweede gevaarlijke zaak is dat veel helmen de kans op torsie van het hoofd bij een val vergroten. Daardoor is je hoofd wel beschermd, maar stijgt de kans op letsel van de nekwervels.
Mijn totaal onwetenschappelijke conclusie is dan dat ik beter zoek naar een helm die niet op, maar rond het hoofd zit en dan kom je uit bij de "skaterstyle" helmen (lijkt erg op een skihelm). Een korte speurtocht bij de grotere fietshandels in het Gentse leerde me dat er dan keuze is tussen Nutcase, Nutcase en Nutcase... Afgaand op mijn geheugen meen ik te weten dat ernstige bedenkingen waren bij de producten van dit merk. Die hoef ik dus niet. Uiteraard zie je er heel veel in Gent: wie een skaterstyle helm wil, heeft amper tot geen keuze.
Dat betekende dus dat ik het wereldwijde web op moest en het risico diende te nemen een helm te bestellen zonder passen. Mijn hoofdomtrek meten om de juiste maat te bestellen, dat is geen probleem, maar de helmvorm en hoe die "valt" op je hoofd, dat blijft afwachten.
Het werd uiteindelijk een Giro Surface, waarbij je niet enkel de pasmaat (omtrek) vlot kunt regelen, maar ook kunt bepalen of die meer naar voren of naar achteren moet kantelen.
Foto: Giro.com |
(foto van het web geplukt) |
Een bijkomende kwestie was: past mijn hoofd met een helm onder het Orcadakje? Dit testte ik vooraf uit met de Ekoi.
Het antwoord is in mijn geval: ja, net. Dat wil zeggen dat de helm de randen van het dakje af en toe raakt als ik stevig door elkaar geschud wordt (de Belgische fietspaden zijn nu eenmaal niet van dezelfde kwaliteit als de meeste Nederlandse). Het leven is nu eenmaal een aaneenschakeling van compromissen.
De Surface is ondertussen al enkele keren uitgetest. Qua pasvorm kan het moeilijk beter: je voelt niet dat hij op je hoofd staat en de grootte is prima te regelen. Handig als je een muts wil dragen tegen de kou: een draai aan het stelwieltje en alles past weer als gegoten. Het klepje vooraan doet het ook goed: het geeft wat schaduw die over je ogen valt. Ook op de bukker merk je amper dat je een helm op hebt. Zoonlief vindt het er wel idioot uitzien, zo'n "pot" op je kop, maar dat is natuurlijk subjectief. De bewegingsvrijheid in de Orca is iets beperkter met de helm, maar eigenlijk stoort dat niet.