vrijdag 28 oktober 2016

Speed pedelecs en de wet

In België is er al veel om te doen geweest: sinds 1 oktober is dit het eerste land dat de Europese wetgeving rond pedelecs (gedeeltelijk) in nationale wetgeving omgezet heeft.

Dat betekent dat een aantal spelregels veranderd zijn. Voor de gewone pedelecs verandert er niets, maar voor de andere wel.
Zo is er een categorie bijgekomen: pedelecs tot 25 km/u met maximum 1000 W motor. Dat lijkt me praktisch, bijvoorbeeld voor transport- en bakfietsen. Met een flinke lading is 250 W een beetje weinig.

Het belangrijkste is echter dat er nu duidelijkheid is rond de speed-pedelec. Voordien bevond die zich in een grijze zone; nu is er veel meer duidelijkheid. Helaas is het geen gunstige regeling!

Een speed-pedelec is vanaf nu een bromfiets (klasse P). Dat heeft consequenties voor de plaats op de weg. Blijkbaar wordt 'tot 45 km/u' gezien als 'rijdt altijd 45 km/u', terwijl in de praktijk 30 à 35 veel meer toegepast wordt. Die snelheid is er om vooral twee redenen:
  • veel speed-pedelecs beschikken over een 350 W motor en daarmee is het hard werken om 45 te rijden. Dat hou je niet lang vol.
  • sneller rijden vraagt veel van de accu. Het verschil in autonomie tussen 35 en 45 is groot en vaak weegt die hogere snelheid niet op tegen de tijdswinst.
Maar op veel plaatsen mag je dus niet op het fietspad.

In België is er daarnaast een mogelijke 'fietsvergoeding': de werkgever mag tot 22 cent per kilometer fietsvergoeding uitbetalen. Belastingsvrij. Dat is een mooie regeling die aanzet tot fietsgebruik. Niet alleen verdien je 22 cent/km door naar het werk te rijden, maar daar bovenop bespaar je nog eens flink op de autokosten (indien je een auto hebt) met elke niet gereden kilometer!
Maar: omdat de speed-pedelec nu een bromfiets is, vervalt dat recht op fietsvergoeding...
Riese und Müller Charger Touring HS
Het slechtste komt nog: in die wetgeving staat expliciet 'speed pedelecs mogen slechts 2 wielen hebben.'. De fiets hierboven is dus wel ok.
Het gevolg: pakweg een HP Velotechnic Scorpion FS 45 is in België plots compleet illegaal, zelfs indien er het Duitse gelijkvormigheidsattest bij geleverd is! Hoe het nu zit voor iemand die bijvoorbeeld vanuit Duitsland door België naar Frankrijk wil rijden met zo'n fiets, dat is volstrekt onduidelijk (voor mij).


Daarnaast bevat de Europese wetgeving hierrond een aantal uitzonderingen, die maken dat de fabrikanten van ondersteunde trikes en velomobielen aan andere voorwaarden moeten voldoen. Dit is behoorlijk ingewikkeld en voor interpretatie vatbaar, maar duidelijk anders dan wat de wetgever er hier van maakte.

Indien oom agent je op de openbare weg tegenhoudt met zo'n trike (of velomobiel), mag je wel schermen met de Europese wet, maar die is zo complex en wellicht niet gekend, dat je waarschijnlijk je voertuig aan de kant zal moeten zetten.

Kort door de bocht: blijkbaar willen onze wetgevers dat we geen speed-pedelecs gebruiken, maar weer in de auto stappen? En waarom staat expliciet die beperking tot twee wielen in de wet? Wat is de reden daarachter?
Bijkomend gevolg: mensen met een bepaalde beperking die wel een speed-pedelec willen, zoals die Scorpion, worden gediscrimineerd.

dinsdag 25 oktober 2016

Onderhoud

We zijn van een lang uitgelopen zomer vrij plots overgeschakeld op herfstweer: grijs, vochtig en duister.
Als gevolg daarvan moest de Orca aangepakt worden; voorbereid op de donkere periode.

Elektriciteit

Bij de eerste pogingen, enkele jaren geleden, om de zichtbaarheid te verbeteren, deed ik iets fout bij het monteren van de lichtmast. Erg was het niet, maar enkele draadjes in de kabelbundel naar achter raakten beschadigd. Niets dat niet met een soldeerbout kan gerepareerd worden.
De voorbije week merkte ik echter dat de lichtvin af en toe uitviel. De oorzaak was snel gevonden: na enkele jaren was een soldeerverbinding losgekomen. Dat moest dus hersteld worden.


Banden

Daarnaast werd ik de laatste maand af en toe gewaar dat er 'iets' doorslipte bij het kracht zetten, vooral bij het aanzetten. De eerste verdachte hierbij is de achterband en dat is makkelijk te controleren. De Conti TourRIDE 47-406 zit er ondertussen zowat 10000 km op en heeft zijn beste tijd gehad. Het oordeel over de band is zeer positief. Geen enkel lek, ruim voldoende comfort, geen merkbare rijgeluiden en behoorlijk wat kilometers in vergelijking met andere banden die ik probeerde. Daarnaast was de grip op onverhard ook prima.

Hou er rekening mee dat op de Orca achteraan een 406 (20") ligt, die veel meer omwentelingen maakt dan een grotere band en dus sneller slijt. Daarenboven is dit een E-Orca en daardoor krijgt die achterband heel wat meer vermogen te verwerken. Dat zijn elementen die leiden tot een korter leven voor die band.


Conti TourRIDE: prima band voor weinig geld
Bijna kaalgereden loopvlak
In de voorraad ligt nog een oude Schwalbe Marathon Supreme 42-406 en die mag tijdelijk de rol van achterband vervullen. Zo zal ik snel weten of de band doorslipte. Zo niet, dan wordt het vervelender; dan is vermoedelijk een freewheel aan het sneuvelen.

Vooraan rij ik alweer een poos op Schwalbe Trykers. De Shredda's, waar zo enthousiast over gedaan wordt, vielen niet echt mee. Wel op het vlak van rijcomfort en zijdelingse grip, maar de ene band raakte lek (er zit geen antileklaag in) en bij de andere scheurde de wang. 


Scheur in de Shredda
Vooral dat laatste vind ik niet kunnen. Volgens mij duidt dit erop dat een Shredda niet goed overweg kan met de zijdelingse belasting op een velomobiel. 
Daarom liggen er sinds juni weer Trykers op. Die gaven tot nu geen krimp. Toch bestelde ik een set Marathons (greenguard) 40-406 voor de winter. Wat meer profiel, een harder loopvlak en een degelijker antileklaag zijn in gure omstandigheden toch te prefereren. De duidelijke trillingen en het rijgeluid neem ik er dan maar bij.

Update: maandag testte ik het resultaat uit. De Marathon Supreme presteert zoals in mijn herinneringen: vooral veel gezoem, bij alle snelheden. Helaas blijkt de band niet de oorzaak van het doorslippen en dat is slecht nieuws.

Koetswerkslijtage

Tenslotte is er nog een deel van het koetswerk dat wat aandacht vraagt. Dit is het eerste echte teken van slijtage aan de E-Orca. Voor de rest ziet die er nog bijna als nieuw uit, ondanks de ongeveer 33000 km die ik er al mee aflegde.
Het deksel past niet helemaal op het frame en dat geeft wrijving. Die wrijving leidt tot sleet en op één plek is de rand flinterdun geworden. De enige oplossing is dit stuk extra beschermen.



Die bescherming moet ik dan in het oog houden, want ook die slijt weg. Dat was ik even uit het oog verloren. Nu ligt er een strook PE-band over en die zou het toch een poos moeten uithouden.


Op de foto hieronder zie je de schade: het witte stukje is de gelcoat, waar de glasvezellagen weggesleten zijn.



Accu

De Crystalyte 'range extender' ofte 400 Wh LiFePo4 accu is terug uit herstelling: één cel was te ver ontladen. 'Opnieuw gebalanceerd' was de boodschap die Crystalyte meegaf. De rest van de boodschap snapte ik niet en Brecht (van fietser.be) ook niet. Blijkbaar zou het balanceren bij hen gebeuren tijdens het laden en niet nadien... De accu levert weer 9,6 Ah volgens de Cycle Analyst en dat valt goed mee. Vervelend is dat ik met die boodschap niet verder kan: geen idee hoe ik dat ontladen kan voorkomen.
Update: volgens een antwoord van Crystalyte wordt de accu gebalanceerd tijdens het laden. Hoe lager de laadstroom, hoe beter dit werkt. Het wordt dus zaak om de 10 Ah (400 Wh) accu te laden met de lader op het werk (2 A) en niet met de reislader die thuis gebruikt wordt (5 A).


De tweede accu onder het zitje

Kou buitensluiten

Stilaan wordt het ook weer tijd om te denken aan het afsluiten van de voetengaten. Het experiment met de plexi-plaat van vorige winter was positief. Het transparante maakte het zicht wel leuk; de afdichting was prima en de vorm was ook goed.



Alleen was de belasting op bepaalde punten te groot, waardoor de plaat barstte. Ofwel moet de druk beter verdeeld worden ofwel moet ik voor ander materiaal kiezen. Zeker bij sneeuw is zoiets handig, want anders waait die langs onder binnen en dat kan fris worden.

Ik weet het: ik ben een watje.

zondag 23 oktober 2016

Wie het kleine niet eert...

... is het grote niet weerd, zegt een oud spreekwoord.

Ik had het al aangekondigd: dit jaar is het bijzonder druk op het werk. Sinds september valt het weer vaker wel dan niet voor dat ik opleidingen geeft. Vaak vinden die plaats in het Leuvense, in Herent.

Dat betekent 'multimodaal' verplaatsen: met de Birdy vouwfiets van thuis naar het grootste station van Vlaanderen - Gent Sint-Pieters -, vandaar met de trein naar Leuven en dan weer met de Birdy tot aan de bestemming.

Dat kan via een vlotte route: langs het kanaal van Leuven naar Mechelen en dan via de F3 fietssnelweg richting Brussel. Goed 5 km, vlak en mooi geasfalteerd. Onderweg rij ik langs enkele vestigingen van InBev: de grootste brouwerijholding ter wereld. Daar ruikt het dus constant naar het brouwproces.

Om het voor mezelf leuk te houden, varieer ik in de route, vooral in het weerkeren. Zoals ik al eens vermeldde, ligt tussen Herent en Leuven een heuvelrug. Heuvels vragen om te beklimmen, zelfs met een Birdy.

Vorige week was de Mollekensberg aan de beurt. 'Berg' is relatief: dit punt steekt ruim boven de omgeving uit, maar het hoogste punt bevindt zich 79m boven de zeespiegel volgens de kaart. Weer werd het een eind onverhard, waarbij OSMand op de smartphone me hielp om toch het station van Leuven te vinden.

Steiler dan het lijkt

Jawel: het is ondertussen herfst

Mooi voorbeeld van een holle weg
Zo zie ik nog wat van de omgeving en ben ik weer wat ontspannen vooraleer ik de drukbezette trein naar Gent weer op stap.
(foto's gemaakt met de smartphone) 


maandag 17 oktober 2016

Tripje door Zeeland

Laat me de aanloop nog even herhalen: een fietsbuddy zei dat ze eind september enkele dagen door Zeeland wilde fietsen. Dat leek me een leuk idee en dus kon ik mee. Samen is leuker dan alleen.

Het plan was vaag: een dag of vier, vijf en in Zeeland en kamperen. Geen velomobiel, maar een gewone ligfiets.

Dat laatste is al een uitdaging: een meerdaagse kampeerrit met de Seiran had ik nog nooit gedaan. Zouden alle spullen mee kunnen? Een tent, slaapmat, slaapzak, basis kookset, kleding ... Gelukkig beschik ik over Ortlieb ligfietstassen, want daar kan al heel wat in.

De spullen worden klaargelegd, de tassen gemonteerd en alles wordt geladen. Het is duidelijk nodig om ook de Radical toptas te monteren. Voor één keer ben ik gelukkig met dat onding. Daarmee lukt het om alles mee te nemen, maar er is echt geen plaats over.

Dag 1

Zondag 25 september hebben we om 9u afgesproken. De eerste track loopt van Gent naar Breskens. Daar zullen we de boot nemen naar Vlissingen.


Koffiepauze in Breskens, wachtend op de veerboot
Op weg naar Vlissingen

Het is een schitterende nazomerdag, dat merk je meteen op de boot: we zijn zeker niet alleen. Zoals gewoonlijk trekken de ligfietsen de aandacht, zeker met de volle bepakking erop.

Vanuit Vlissingen nemen we een variant op de LF1, die ons dwars over het eiland leidt.


Walcherense klinkerweg
Via Middelburg fietsen we naar Vrouwenpolder. Vanaf Middelburg trekt de hemel dicht en voelen we zelfs wat druppels, maar later klaart het weer op.


Middagpauze bij een Italiaans restaurant in Middelburg
Weidse zichten, wind in de rug, alles vlak... Dit is duidelijk Zeeland.
Algauw zijn we aan de waterkering, met rechts van ons het Veerse Meer. Ik vraag me af hoe dit eruit zag voor dit alles van de zee gescheiden werd.
Zo komen we op Schouwen-Duiveland, waar we op zoek gaan naar een minicamping voor de nacht. Dat valt niet echt mee zo op het eind van het seizoen. Op de eerste minicamping sturen ze ons wandelen: 'een eindje verder is er nog één'. Dat blijkt een camping vol stacaravans te zijn. Niet wat we zoeken. Na wat rondrijden langs Burgh-Haamstede komen we uiteindelijk aan een bescheiden minicamping (voor de Vlamingen: in Nederland is vaak een kleine camping met een vijftiental plaatsen verbonden aan een boerderij).

De tenten worden opgezet en we verkennen even het dorp. Dag 1 is goed verlopen.

Er is wel één zaak waar ik niet gelukkig mee ben: de Seiran heeft het lastig met al dat gewicht achterop en heeft voortdurend de neiging om met zijn kop te schudden. Hij stuurt vaag en dat is niet aangenaam. Ik besluit de Ortliebtassen maximaal naar voor te verplaatsen. Da's niet zoveel werk, want het QL2 systeem maakt dat je zonder gereedschap de haken kunt verplaatsen.


De route. 107 km afgelegd, op het gemak.

Dag 2

Eind september heb je al behoorlijk wat dauw. De tenten zijn dus vochtig, net als het gras. We maken ons ontbijt in de schuur, waar tafels en stoelen staan voor de gasten.

De Ortliebtassen worden vooruit verplaatst.


De linkertas op de nieuwe positie
Nadien ruimen we alles op en vertrekken weer. Eerst gaan we westwaarts, omdat daar een grote, veel gefotografeerde vuurtoren staat.

Het is al na enkele omwentelingen duidelijk: de tassen wat naar voor verplaatsen heeft de rij-eigenschappen sterk verbeterd.
 
Nieuw voor mij: ook in Nederland worden duinengebieden verknoeid om de meervermogenden hun optrekjes te laten planten. Nieuw-Haamstede lijkt op één grote omheining, waarachter grote huizen staan, verscholen tussen het groen. Het is net alsof Duitsland dit gebied ingepalmd heeft, aan de nummerplaten te zien.
Daarna pikken we de draad weer op en fietsen langs de LF1 (Noordzeeroute) verder noordwaarts. Het pad slingert door de duinen: heen en weer en op en neer. Op een bepaald moment schakelt Anne verkeerd.


Te voet de duin op: schakelen lukt niet meer
De ketting haakt zich vast in de voorderailleur, een schakel gaat open en de boel zit klem. 


Dit zit goed vast
Met twee tangen, een kettingpons en wat geduld krijgen we de boel weer min of meer in orde (Anne is o.a. fietshersteller). Onderweg blijkt wel dat de derailleur dit niet leuk vond: hij sleept tegen het grootste blad vooraan. Je ziet op de foto hierboven al wat aan de hand is.

Eindelijk een leuke afdaling en dan mag je niet fietsen...
Als we aan de de noordkant van Schouwen-Duiveland aankomen, zijn we meteen aan de grens van Zeeland: het volgende eiland - Goeree-Overflakkee - ligt in Zuid-Holland.
Dat houdt ons niet tegen.

De weersverwachting stelt dat vanaf donderdag de kans op regen aanzienlijk groter wordt, dus beslissen we dat we hier aan ons noordelijkste punt aangekomen zijn. We rijden vanaf nu een eind oostwaarts en zullen zo ongeveer heel Goeree-Overflakkee doorkruisen.


Schier eindeloze polderwegen
In Stad aan het Haringvliet zit een verdeler van Hobie kajaks en daar willen we ook wel even een kijkje nemen. Dat zal vandaag niet meer lukken, want het tempo ligt lager. Dat we de wind niet meer in de rug hebben, heeft daar zeker ook mee te maken.
Op dit eiland liggen echt pareltjes van dorpen. Het is hier ook duidelijk minder toeristisch dan in Zeeland: het aantal campings is veel minder en het binnenland (nou ja, je zit overal op een boogscheut van het water) is uitsluitend landbouwgebied.

Uiteindelijk komen we uit in Den Bommel, langs de Haringvliet. De VVV-infozuil in Middelharnis had ons hier naartoe geleid: hier zou een minicamping zijn. Niet dus... Langs dezelfde weg ligt wel een andere 'camping', annex feestzaal, maar die ziet er erg doods uit en vlak ernaast loopt de N89, stampvol vrachtverkeer.
Gelukkig installeerde ik 'Archies Campings' op de Garmin en die leidt ons naar alweer een boerderijcamping 'De Lage Werf', waar de kampeerwei nieuw aangelegd is. Ook het sanitaire blok, geïntegreerd in een schuur, is nagelnieuw en ademt design.

Kampeerstek bij Den Bommel
Deze keer reden we 75 km. Dat lijkt me voor een ligfiets en toerrijden een eerder normale afstand.

Dag 3

Na het ontbijt pakken we het probleem met de voorderailleur van Annes fiets aan: die is verbogen, waardoor de ketting niet op het grootste blad raakt en de derailleur continu tegen dat blad sleept. Op enkele minuten krijgen we dit in orde, met gebruik van twee flinke tangen.

Van hieruit draaien we weer zuidwaarts. De wind is verder aangewakkerd en zit recht op kop, dus het tempo wordt nog wat lager. 't Zijn wel ligfietsen, maar in vergelijking met een velomobiel is de wind wel duidelijk merkbaar.
In Oud-Tonge stoppen we aan een restaurantje, lekker in de zon, voor het middageten. Het is hier zalig rustig.

Volgens de kaart en de GPS kunnen we via Bruinisse verder. Daar is aan de oostkant van het eiland een veerpont die ons naar Anna Jacobapolder kan overzetten. Daarvoor moeten we de hele verbinding over het Grevelingenmeer over, tegen de wind in. Dit stuk fietste ik in juli ook, tijdens het 'rondje Oosterschelde' met onze Antwerpse ligfietsvrienden. Mooi is het wel, maar helaas blijkt de veerpont niet meer te bestaan...
We moeten dus de hele weg terug om via een andere verbinding in het noordwesten van Brabant te belanden, bij Sint-Philipsland. Dit is echt een mooi gebied, met ruige natuur.


Bruinisse: bijzonder fietsenstalling




Tussen het Grevelingenmeer en Sint-Philipsland


Het Schelde-Rijnkanaal tussen Oud en Nieuw-Vossemeer
Ook hier zijn de campings niet dik gezaaid. De eerste is een 'natuurcamping', waarvoor je een lidkaart moet hebben. Je kunt die ter plaatse kopen, maar daarmee zou de prijs voor de overnachting meteen verdubbelen. Niet dus.

Op de tweede camping geven ze niet thuis. Dit is er ook eentje in familie Flodder-stijl, dus niet echt ons ding. Archies geeft nog een optie in de juiste richting, maar wel 7 km verder, in De Heen.
Daar komen we op de viersterrencamping De Uitwijk. Het seizoen is afgelopen, dus is het geen probleem: we hebben het hele domein voor ons alleen.


Dag 4: eerst heen en weer naar Stad aan het Haringvliet, naar de Hobiedealer. Daarna nog een heen-en-weerrit via Bruinisse en op het eind de speurtocht naar de camping. 72 km afgelegd.

Dag 4

De nacht was bijzonder zacht en droog. Geen condens op de tenten, geen dauw op het gras. Zo kunnen we de spullen droog en erg vroeg opbergen.
Omdat voor morgen regen verwacht wordt, besluiten we tot Antwerpen te rijden en daar de trein te nemen tot in Gent. Dit is bekend terrein en helaas ook wat minder mooi om te fietsen. Geen beelden geschoten.

Ongeveer 70 km gefietst en nog 50 km getreind.

Slotbedenkingen

Om in gezelschap te fietsen is een open ligfiets aangenamer dan een velomobiel. Dat mag duidelijk wezen: het praat iets makkelijker. Maar - heel evident - je bent meer onderhevig aan de weersomstandigheden. Het voordeel daarvan is dat je ook nog meer betrokken bent bij de omgeving en dat het stiller rijdt.

Pakken moet ook met meer beleid gebeuren. We volgden blijkbaar allebei dezelfde logica: alle spullen voor de tent en puur kamperen zaten in één tas. De rest - kleding, eten, bestek ... - in de andere.

Op deze trip testte ik een alternatieve stroomvoorziening voor de Garmin Oregon 450 uit: die werd aangesloten op de usb-poort van de B+M Luxos U koplamp.

Op de stuurstang zie je de usb-aansluiting
Als de snelheid onder 20 km/u zakt, valt al snel de spanning weg. Dan schakelt de Oregon over op de eigen (oplaadbare) accu's. Dat hangt samen met de gekozen naafdynamo (een Shutter Precision SD-8, bedoeld voor kleine wielen). Zo kon ik toch 4 dagen doen met één setje Eneloop cellen, waar anders een set per dag nodig is.
Daarbij moet ik ook vermelden dat bij die snelheden - rond 20 km/u - de koplamp uitgeschakeld moet blijven. Anders is er geen energie genoeg om ook de gps te voeden.
Een mogelijkheid was de versie voor 28" wielen nemen, maar mijn normale kruissnelheid bedraagt eerder 25 km/u en dan is de SD-8 beter: minder weerstand en een lager gewicht.

De Ortlieb fietstassen voldeden ruimschoots. De Seiran 24 vormt de beperking: door de kleinere wielmaat komen de tassen tegen de achterbrug en dat leidt tot slijtsporen. Anderzijds is dit voor mijn 1,70m een prima wielmaat.

We legden zo'n 330 km af. Geen lekken. Enkel een gebroken ketting, die vermoedelijk vooral het gevolg was van het feit dat Anne de dag ervoor de componenten van één ligfiets op een andere overgezet had. De tijd om alles goed af te stellen ontbrak.
Haar Challenge Wizard is een prima bezadigde toerfiets, maar duidelijk trager dan de - ook al niet zo snelle - Seiran. Het maakte eigenlijk weinig uit: om Zeeland te leren kennen, hoef je niet te racen, maar het landschap te ondergaan.

Rekening houdend met het gegeven 'open ligger' had ik regenkledij mee: een compacte, lichte regenbroek (Patagonia), een kajakvest (Tribord, Decathlon) en een paar Goretex handschoenen. Vooral die vest neemt plaats in. Gelukkig hadden we onze regenkleding niet nodig.