zondag 29 november 2015

Fietskamperen met de velomobiel - E-kamperen: wat erbij hoort (7)

E-kamperen staat voor fietskamperen met een elektrische fiets. Een E-Orca valt in die categorie.

Reizen met een ondersteunde fiets is een recent fenomeen, met voor- en nadelen. Of je voor of tegen e-fietsen bent, dat maak je maar voor jezelf uit.
Een gevolg van de keuze voor ondersteuning is wel dat je voor de extra energie gebruik maakt van een accu. Die raakt onvermijdelijk leeg en moet dan bijgeladen worden.

De lader(s)

In bergachtige omstandigheden bleek een volgeladen Orca met Cyclone aanhanger zo'n 80 km ver te raken. Onder normale reisomstandigheden brengt één lading (13 Ah) me meestal ongeveer 130 tot 150 km verder. Ondertussen is een tweede accu (10 Ah) toegevoegd, die de actieradius quasi verdubbelt. Zo zit ik toch al boven wat op een dag haalbaar is.


Crystalyte 10 Ah LiFePo4 accu onder het zitje
Een andere toevoeging die zeer nuttig bleek: naast de standaard lader van 2,5 A kwam er een van 5A. Die laadt de Flevobike accu op twee en een half uur; de Crystalyte accu (10 Ah) op twee uur. Dat is dus de lader die op reis meegaat. Het nadeel is dat hij erg luidruchtig is. Je wil dus niet 's nachts de accu laden in je tent.


Linker lader voor LiPo accu voor verlichting en zo; rechter lader 5A voor de ondersteuning
Wil je een zeer technische, maar efficiënte oplossing, dan biedt Grin Technologies een passieve hoogrendementslader, de 'Satiator'. Voor wat hoort wat: waar mijn Chinese 5A lader zowat 50 euro kost, betaal je voor zo'n Satiator netto 300 dollar. Als je dan de importkosten, BTW en dergelijke erbij telt, kom je wellicht aan 450 euro. Niet mis voor een lader... Hij is dan wel water- en schokbestendig en volkomen stil. Maar die heb ik dus niet.

Tot zover de consequenties van ondersteund fietsen.

Laden op de camping

Dan kom je in de loop van de namiddag op de camping aan...

Hier heb je enkele mogelijkheden, afhankelijk van het onthaal en van wat de camping biedt.

Het comfortabelste is kiezen voor elektriciteit op je kampeerplaats. Bij sommige campings kan dat enkel voor mobilhomes, maar even vaak kan het op elke plek. Toch in Frankrijk. Je betaalt er natuurlijk wel voor. Meestal is de opleg redelijk, maar soms overdrijven ze echt. Dan pas ik.
Voor die omstandigheden waar ze redelijk blijven, heb ik een Euro-adapter mee, een verlengsnoer (20m) en een verdeeldoos. Zo kun je meteen een heel arsenaal laden:
  • de accu of accu's van de fiets
  • de accu voor de verlichting
  • batterijtjes voor de gps
  • de smartphone
  • en wat je nog meesleept aan elektronica
Als dat niet kan, heb je vaak de mogelijkheid om je lader en accu aan het onthaal achter te laten. Met zo'n snelle lader duurt het ook niet zo lang eer het zaakje volgeladen is. Ik maakte nog niet mee dat dit geweigerd werd.

Eén keer was ik zo laat dat het onthaal al gesloten was. Dan diende het sanitaire blok als laadplek. Dit is de spannendste oplossing, want je moet daarbij rekenen op de eerlijkheid van andere kampeerders. Nu moet ik zeggen dat ik op campings nog nooit ontgoocheld werd op dit vlak, maar het blijft afwachten.

Wat ik al hoorde, maar nog niet gebruikte: vragen aan een andere kampeerder met een stroomaansluiting of je daar je accu mag laden. Nu zijn kampeerders meestal eerder solidair, dus een probleem mag dat niet zijn. Natuurlijk doe je dat met een lawaaierige lader niet om 10u 's avonds.

Laden onderweg

Het kan gebeuren. Veel bergop en tegenwind of een erg lange etappe. Omdat je accu maar zoveel energie kan opslaan, raak je onderweg zonder. In de E-Orca monteerde ik een Cycle Analyst. Die toont me heel precies hoeveel energie al verbruikt is.

Flevobike accu (linksonder) en Cycle Analyst V 2.3
Aan de hand van dat verbruik en van de accuspanning kan ik inschatten hoe ver ik nog zal raken. Beschouw het maar als het e-bike equivalent van een brandstofmeter. Zo'n CA is trouwens heel wat preciezer dan de informatie die het standaardschermpje van de ondersteuning biedt.

Met de recentste versie van de Flevobike-accu is hier veel minder nood aan: die geeft de restlading aan als een percentage. Ook de spanning en andere informatie kun je daarop aflezen.



Op reis is dit nog handiger dan in de normale omstandigheden: op basis van die informatie kun je beslissen waar je zal uitkijken om de accu te laden.

Het handigste bleek om dat over de middag te doen. In plaats van ergens in de vrije natuur een 'casse croûte' te houden, at ik dan een dagschotel of zo. Ondertussen werd de accu in de eetgelegenheid bijgeladen. 5A betekent grosso modo 50 km extra met een uurtje laden.
Als je in de loop van de namiddag ergens aan een terrasje stopt, om te genieten van het uitzicht bij het nuttigen van een glas, verlengt zelfs een kwartier of half uurtje laden je autonomie. Dat werd me ook nooit geweigerd. Het intrigerende van het reizen met een velomobiel speelt daarin misschien ook wel mee... Terwijl de accu bijgevuld werd, konden de mensen rustig vragen stellen en het wondere vehikel van dichtbij bekijken. Voor wat hoort wat.

Soms wordt het wat moeilijker. Je bent al uren onderweg. De eerste helft van de trip heeft bijladen geen zin. Daarna rij je langs fietsroutes, voies, vertes, tracks ... In elk geval door de onbewoonde wereld wat eet- en drankgelegenheden betreft. Op de 'grote reis' in 2014 is dit me twee keer overkomen. 
Je ziet de accuspanning dalen, het opgenomen vermogen toenemen...
Op dat moment moet je beroep doen op de gastvrijheid van je medeburgers. Ik beschouw het als een ruil: wat energie voor een heleboel reisverhalen. Als je ergens aankomt met een bestofte E-Orca met een Belgische vlag erop, kan je er staat op maken dat mensen nieuwsgierig zijn. De tijd die nodig is om de accu bij te vullen, is gauw vol gepraat. De voorwaarde is natuurlijk dat je de taal wat beheerst. Omdat Frankrijk mijn favoriete reisland is en mijn Frans verstaanbaar, is dat geen probleem.

En om een opmerking te pareren: "je kunt toch ook trappen als de accu leeg is". Normaal wel, ja, maar in mijn E-Orca is een koppig probleem opgedoken: het freewheel van de motor geeft er telkens weer de brui aan. Dat betekent dat je, zonder ondersteuning, al trappend de motor aandrijft. Dat is bijzonder vermoeiend. Het is net als continu bergop rijden.

Flevobike is op de hoogte van het probleem, wat had je gedacht, maar tot nu is er geen afdoende oplossing hiervoor.

Andere energiebronnen en -verbruikers laden

Voor de boordelektriciteit (verlichting, claxon ...) zit in de Orca een LiPo accu van 11,1 V. Ook die moet geladen worden. De gps maakt gebruik van AA Eneloop cellen; er is een smartphone mee; om te bloggen onderweg en om foto's op te slaan gaan een Asus zenbook mee. Al die zaken verbruiken stroom en moeten dus bijgeladen worden. Tot nu deed ik dat door bijvoorbeeld reserve AA cellen mee te nemen en voor de andere zaken de lading in het oog te houden en op de camping te laden als het nodig is.

Toekomstplannen voor de energie

Tegen volgend jaar denk ik eraan om zonnepanelen mee te nemen. Die moeten bij voorkeur zowel 5V (usb) als 12V (boordaccu) kunnen leveren. Dat betekent dat er toch al redelijk wat vermogen nodig is (10 à 15 W). Een hoger vermogen betekent meer panelen.
Dat vormt een probleem. Als je panelen wil met een behoorlijk rendement, dan zijn die monokristallijn en niet flexibel (voor zover ik weet). Die kun je dus niet zomaar bevestigen op de romp van een velomobiel.
Belle testte al zoiets uit en het blijkt behoorlijk te werken. Mits het vinden van een geschikt oppervlak, is het dus een oplossing.

Een ander gevolg is dat die panelen ook gewicht toevoegen. Reken maar op min of meer een kilootje extra. Om het goed te doen, moet je de energie opslaan in een bufferaccu. Doe er dus maar nog wat gewicht bij. Doe er ook maar extra bedrading bij.
Omdat het vaste panelen zijn (er zijn weinig of geen praktische alternatieven), moet je ook uitzoeken hoe je de panelen kunt bevestigen, tenzij indien je ervoor kiest om ze enkel stationair te gebruiken. Dat laatste is ook niet praktisch, want dat zou betekenen dat je voor het vertrek en na de aankomst laadt. Dan zit de zon lager en is het rendement navenant.
Daar bovenop zijn dat de momenten waarop je op de camping staat en dus over netspanning kunt beschikken. Die is sowieso nodig om de accu's van de ondersteuning te laden. Ik bestelde dus een systeem met 5V en 12V uitgang.



Het bestelde systeem (nu onderweg)
Het idee is om de panelen (ongeveer 80 x 25 cm) bovenop de Cyclone te bevestigen. Omdat de winter voor de deur staat, heb ik nog een half jaar tijd om uit te werken hoe dit praktisch aangepakt moet worden.

Tot nu waren een drietal paren Eneloops mee voor de gps. Die werden alternerend gebruikt.

Indien de zonnepanelen goed blijken te werken, zal dat niet meer nodig zijn: dan kunnen die de gps voeden. Dat kan direct of via een powerbank, die als buffer dienst kan doen. Ook de smartphone, die ook kan dienen als backup voor de gps, kan op die manier van energie voorzien worden.

Ook voor de 'powerbank' zijn enkele mogelijkheden te bedenken.
 
Een eerste optie is een tweede LiPo 12V (eigenlijk 11,1V) te gebruiken. Die zit in de Orca voor de boordspanning en voedt ook een 5V usb-aansluiting. Zo kan een eerste accu in gebruik zijn, terwijl de tweede door het zonnepaneel geladen wordt. Dat is een mogelijkheid die dan enkel voor de Orca werkt.

Een andere optie, die universeel is, is een powerbank met 5 en 12V uitgangen. Die kan dan in de Orca mee, maar evengoed op om het even welke andere fiets en zelfs te voet (met het zonnepaneel op de rugzak, bijvoorbeeld). Op de 12V uitgang komt dan een verloopsnoer naar de connector in de Orca.

De derde (en goedkoopste) mogelijkheid is een conventionele powerbank met usb-uitgang (5V dus). Dat heeft als voordeel dat het goedkoop is en makkelijk te vinden. De consequentie is dat die niet kan gebruikt worden als reserve voor de boordspanning in de Orca. 

Maar, zoals gezegd, er is nog veel tijd om hier goed over na te denken. 

vrijdag 27 november 2015

Fietskamperen met de velomobiel (6): bagage organiseren

Dit is weer iets dat elk voor zichzelf beslist. Dat spreekt voor zich. Dit is hoe ik pak voor een langere reis.

Checklist

Eerst en vooral: op Google docs bewaar ik een checklist. Zo moet ik niet bij elke reis de denkoefening maken wat mee moet. De kans op vergeten van onontbeerlijke onderdelen wordt zo ook erg klein. De lijst kan continu gewijzigd en aangevuld worden.
De checklist is in rubrieken verdeeld. Zo zijn er bijvoorbeeld rubrieken voor alles wat met de tent te maken heeft, kook- en eetgerei, kleding, gereedschap ...

Alles heeft een plaats

Mijn uitgangspunt: onderweg moet ik makkelijk de eigen energie kunnen aanvullen. Eten en drinken, minstens het essentiële, moet binnen handbereik liggen. Mijn lichaam bevat nu eenmaal niet veel vetreserves, dus het is belangrijk om de verbruikte energie aan te vullen onderweg. Is die op, dan kan het gebeuren dat ik van het ene moment op het andere niet meer verder raak. Dan is het cruciaal dat er snel opneembare voeding bij de hand is.

Voor het zitje monteerde ik een drinkbushouder op het frame. Daar zit die absoluut niet in de weg en je vindt de drinkbus blindelings.


Drinbus voor het zitje en Radical M tassen links en rechts
Op lange ritten is de bus gevuld met energiedrank. Achter het zitje ligt een drinkzak (stijl Camelbak) met water. Als het warm is, drink je algauw enkele liters per dag en dan kom je er niet met kleine flesjes mineraalwater, die behoorlijk wat plaats innemen.

Ook naar zaken zoals een portefeuille mag je niet ver moeten zoeken.

Zoals ik al enkele keren meldde, past een set Radical banaantassen (maat M) perfect links en rechts van het zitje. Ik gebruik ze omgekeerd: met de ritsen naar binnen. Zo kan ik makkelijk aan de spullen die erin zitten, ook al rijdend. Indien ze goed gevuld zijn, dienen ze ondertussen als armsteunen.

Alles erin heeft een vaste plaats:
  • technische spullen, zoals herstelkit, reservebanden, sleutels en dergelijke zitten samen (links bij mij)
  • papieren, voeding (energierepen, fruit), poeder voor de energiedrank... zitten samen in de rechtertas
Een vaste plaats betekent wat discipline, maar je moet nooit zoeken naar je spullen, nooit nadenken waar iets zit.

Ook het fototoestel (Fuji X20) zit binnen handbereik: rechts vooronder het zitje.

Slot en kabel zitten ook niet ver. Daar moet je ook niet naar zoeken indien je de velomobiel even wil laten staan voor een kort bezoekje aan een plaats of als je over de middag ergens een hap wil eten.

Een kaart - back up voor de Garmin Oregon gps en om het overzicht te behouden - en eventueel een routeboekje stop ik tegen de zijkant achter de linkertas.

De tent, slaapzak, slaapmat en andere essentiële kampeerspullen zitten achter me in de Orca. De reden hiervoor: dat is heel snel bereikbaar. Bij slecht weer kan op enkele minuten de tent opgezet worden en de slaapplek ingericht.
Het enige wat ik hoef te doen, is het zitje voorover klappen. Dan kan ik meteen bij de tent en wat er essentieel in hoort.

Alles wat minder snel nodig is, zoals reservekleding, kookspullen ... zitten in de fietskar. Een keer de tent opgesteld is, kan de Cyclone van wielen en dissel ontdaan worden en zo kan die in de tent. Dan kan in alle rust alles ingericht worden.
Bij mooi weer maakt het allemaal minder uit, maar op gure dagen ben je maar al te blij dat je weet waar alles zit en dat er een logische orde is.

Omdat bij zo'n reizen zowel de Orca als de Cyclone goed vol zitten, moest ik een oplossing verzinnen voor het dakje. Als de zon niet te hard schijnt of als het niet regent, rij ik graag open. Normaal gaat het dakje dan achter het zitje in de Orca. Dat lukt niet met alle bagage erin. Maar het past dan wel prima op de Cyclone.


Zoals ik al zei: als je alles systematisch op dezelfde plek stopt, hoef je niet telkens weer te zoeken wat waar zit en hoort.

Is dit nu 'de beste oplossing'? Neen, hoor; het is wat voor mij goed werkt. Misschien is het een inspiratiebron voor wie net begint aan reizen met de velomobiel. 

woensdag 25 november 2015

fietskamperen met de velomobiel - materiaal (5): allerlei kampeerspullen

Nu neem ik wat zaken samen, omdat er niet zoveel over te vertellen valt. Ze zijn wel onontbeerlijk tot erg handig.

De premisse: als het gaat om trekken, te voet of met de fiets, moet je materiaal licht en compact zijn. Hoe licht en hoe compact, dat kies je natuurlijk zelf, maar het uiteindelijke doel is dat je het kunt meenemen. In mijn geval is dat op/in de fiets.

Ter vergelijking: de oude slaapzak tegenover de nieuwe, de tent en de slaapmat.


Groen is de tent, oranje de slaapmat en grijs de slaapzak.
Dit maakt wel duidelijk dat er behoorlijke verschillen zijn in volume. Zo'n slaapzak als die bovenaan in beeld, gecombineerd met een tent van 25 kg die ingepakt een halve velomobiel in beslag neemt, vorm geen goed vertrekpunt.

Tarp

Omdat de tent niet beschikt over een voortent, gaat een lichte tarp mee. Die kan, als het nodig is, voor de tent gespannen worden en hij vormt zo een afdak. Bij nat weer beschik ik op die manier over een kookplaats en 's nachts kan de velomobiel eronder gestald worden.
Bij felle zon creëert een tarp een prima schaduwplek.

Tent en tarp in Bretagne in 2013
In het begin is het even uitzoeken hoe je die aan de tent bevestigt. Omdat de Vaude Mark een extern buizenstelsel heeft, zijn er ruim voldoende aanhechtingspunten. Nu gaat een oude, stalen tentpaal mee als steun. Die zie je hierboven net achter de Birdy.

Op de 'aan te schaffen'-lijst staan twee uitschuifbare aluminium palen. Weegt minder en is makkelijker in te stellen. Met twee (of nog beter: met drie) kun je de tarp ook aan één kant open zetten. Zo'n tarp is niet zelfdragend - wat mijn tent wel is - en vraagt vooral veel scheerlijnen om op te zetten. Dat moet secuur gebeuren, want het is tenslotte één groot zeil dat veel wind vangt.

Slaapmat

Bij trekkers zijn vooral Thermarest en Exped goed vertegenwoordigd. Die merken hebben dan ook een heel uitgebreid gamma in het aanbod. Ik koos voor een Vaude. De Norrsken is een kruising tussen een mat en een luchtmatras. 
Foto: Vaude
Deze is niet zelfopblazend, maar er zit een Primaloft isolatielaag in, waardoor hij ook in het tussenseizoen de kou weg houdt.
Wat erg meevalt, is het gewicht (600g) en het pakvolume. Opgeblazen blijft het wel een comfortabele mat (183 x 53 x 5,5 cm).
Een nadeel is het feit dat het in essentie een luchtmatras is. Je moet het ding dus telkens opblazen (en het kan lek raken). Daarom staat op mijn verzendlijstje nog de bijhorende Pump Pillow.
De lucht eruit laten gaat wel erg vlot. Dan wordt het een compact rolletje (zie de eerste foto).

Slaapzak

Ik had al een aantal slaapzakken in huis, maar wat er was, voldeed niet aan de vereisten voor het fietskamperen. Er is een heel warme, lekker comfortabele mummieslaapzak die voldoet tot -10° C. Helaas weegt het ding anderhalve kilogram en het pakvolume is ook niet mis.


Slaapzakken in verschillende formaten
Niet bruikbaar dus.

Dan is er nog een rechthoekige slaapzak, maar die is dan weer enkel geschikt voor in de zomer en daarenboven is hij ook niet compact op te bergen.
Er was dus een nieuwe nodig. Dit werd een donsslaapzak, geschikt tot minimum 5° C. Ik koos voor de Lafuma Warm 'n Light. Net als de slaapmat weegt deze 600 g.



Omdat de temperatuur soms wel behoorlijk kan dalen, wordt deze aangevuld met een slaapzaklaken. Als het echt warm is, is zo'n laken voldoende. Dan heb je geen slaapzak nodig. Wordt het dan weer frisser, dan kan het laken in de slaapzak. Het biedt ook het voordeel dat het makkelijk te wassen is, makkelijker dan een donsslaapzak.
Op lange trips gaat nog een smalle fleecedeken mee. Die kan op de matras, met de lakenzak erop bij warme nachten: zo'n deken laat zweet beter door dan het oppervlak van de slaapmat. Wordt het frisser dan verwacht, dan kan de deken over de slaapzak. Ik weet het: ook dat neemt plaats in en weegt wat, maar het blijft een compacte en lichte oplossing.

Kleding

In de velomobiel gebruik ik al jaren loopkleding. Fietskledij, met zakken op de rug en een (kunst-)zeem in de broek is niet handig/onnodig. Loopshirts en -broeken zijn makkelijk te vinden ook. Omdat het kunststof textiel is, slaat het ook geen vocht op en is het makkelijk te onderhouden.
Zodra het een beetje te doen is - dat geldt zeker op langere trips - draag ik als schoenen mijn Keen Arroyo Pedal sandalen.

Ze zijn soepel genoeg om mee te wandelen, ventileren ruim voldoende en zitten prima. Het enige nadeel is dat de EVA zolen na hele dagen fietsen geurtjes kunnen afgeven. Dat komt doordat het zweet blijft zitten tussen je voetzool en de kunststof zool. Stof en dergelijke zetten zich daarin vast. Nu is dat niet echt een probleem: je neemt de zolen eruit, schrobt ze even af onder de kraan en legt ze in de zon te drogen.
Indien het gaat om zomerse reizen met de velomobiel, heb je eigenlijk slechts die schoenen nodig.
Ook op BROL zijn ze er tevreden over.

De rest

Dan zijn er nog enkele onontbeerlijke accessoires:
  • een degelijke, lichte zonnebril. Mijn favoriet is een fotochromatische sportbril van bij Decathlon. Licht, niet duur en gaat al jaren mee. (uiteraard is die al lang niet meer leverbaar)
  • een pet, om bij zonnige dagen mijn hoofd wat te beschermen als ik (alweer) topless rij.
  • een éénpits gasvuurtje: een vintage Campingaz Super Bleuet (jaren '70)

De rechtse is zoals de mijne
Ik ben niet de enige die dit een zeer praktisch gasstelletje vind. In mijn favoriete fietsvakantieland, Frankrijk, is het nog steeds geen enkel probleem om hiervoor een gaspatroon te vinden. Uiteraard kan het compacter, lichter ... Dit is gewoon een functioneel stuk uit mijn trekkingverleden. Met één patroon doe ik gemiddeld een tweetal weken. Op zowat elke camping en in elk Frans grootwarenhuis (Match, Leclerc ...) vind je de C206 patronen.

Dan zijn er nog wat kleinere zaken zoals nylontouw (goed voor heel wat zaken), tape, een degelijk mes (in feite een tasje met een mes en twee multitools), herstelspullen voor de fiets (reserve binnen- en buitenband, klevers en vulcaniseerlijm) ...

Tot slot een tip die ik vorig jaar meekreeg van Francis, een beslagen fietstoerist (ongeveer 70 jaar en al een halve eeuw fietsreizen makend). Wil je wijn meenemen, dan gebruik je twee PET-flesjes van een halve liter. Giet de wijn uit de glazen fles over in die plastic flesjes. Ze wegen veel minder, nemen minder plaats in en de wijn bewaart ook wel enkele dagen. 't Is (zeker in Frankrijk) een prima 'smeermiddel' om op de camping vrienden te maken.