donderdag 30 juni 2016

Plof

of ook: exit Shredda's?

Het is nooit het geschikte moment, maar een lekke band op weg naar het werk is echt slecht getimed.

Ik moest op tijd zijn, want de werkdag zou starten met een kort overleg: er diende een planning opgemaakt te worden voor de komende maanden. Uitgerekend op dat moment, op een vijftal kilometer van het doel, hoorde ik links 'plof' en meteen volgde het gekende gevoel van een luchtloze band.

Veel keuze heb je dan niet. Stoppen, uitstappen, de fiets op zijn kant en bandje wisselen.

Gestrande Orca
In de binnenband zat overduidelijk een gat. Niet zomaar van iets dat door de buitenband geprikt had, neen: het was een explosiegat, met rafels en alles wat erbij hoort. Deze keer geen scheur over de halve omtrek, zoals toen de banden van de velg liepen, maar toch een gat van pakweg een halve centimeter.
Ik doe het zoals elke ervaren velonaut: buiten- en binnenband eraf en meteen beiden vervangen. Voor dat doel sleep ik een gebruikte Tryker vouwband mee.

Na 5000 km is dit op relatief korte tijd het tweede lek met een Shredda, nadat ze het 4500 km zonder problemen deden. Thuis keek ik na of er een oorzaak te vinden is. Jawel hoor en dit is geen goed nieuws.


Voor de duidelijkheid met een stuk plastic erachter
Een scheur naast de hieldraad. Je zou kunnen zeggen: plak er een stuk binnenband tegen, maar rondom is die erg dun geworden. Dit is echt veel te vroeg, vooral omdat de Orca een woon-werk fiets is; een werkpaard. Daarbij verwacht je dat alles lang meegaat.
 
Nu rij ik weer met gebruikte Trykers. Ik merk geen verschil, behalve dat die toch nog langer meegaan. Geen merkbaar snelheidsverschil, geen verschil in comfort of demping, dezelfde bochtstabiliteit.

Jammer dat de Conti TourRide niet smaller dan 47 mm bestaat, want die blijkt toch wel betrouwbaar en comfortabeler (stiller) dan een Marathon.

zondag 26 juni 2016

Goed gepland - een ontspannend tochtje

Alsof al die woon-werk kilometers nog niet genoeg zijn! Met WOL - de West- en Oost-Vlaamse Liggers - wordt af en toe een ritje gepland. Dat gaat (min of meer) alternerend in Oost- en West-Vlaanderen door. Er wordt een kalender opgemaakt en elke maand is er wel iemand die een rit voorstelt. Als er tijd voor is, pik ik zo'n rit mee.

Op zondag 19 juni was het de beurt aan de Oost-Vlamingen. Dieter nam de taak op zich en tekende een tocht uit met vertrek en aankomst in Eeklo. Afgerond werd die 90 km lang.

Doe er nog de verplaatsing heen en terug naar Gent bij en je komt aan een respectabel aantal kilometers.
De planning viel bijzonder goed: in deze doorweekte junimaand bleek dat we er net die ene droge dag uitgepikt hadden. Echt warm was het niet en de zon scheen ook niet uitbundig, maar al bij al was het prima fietsweer.

De Orca bleef deze keer thuis en de Seiran mocht de honneurs waarnemen. Eén Ortlieb ligfietstas was ruim voldoende als opvang voor alles wat ik onderweg nodig dacht te hebben.

Het was meteen de gelegenheid om wat te experimenteren: geen Garmin Oregon en geen Fuji X20 of andere digitale camera. Neen: de smartphone zou alle taken op zich nemen:
  • OSMAnd als navigatieprogramma, met de tracks ingeladen
  • in de Sony ZR zit ook een redelijke camera, dus voor foto's zou dat ook wel volstaan
  • en jawel: ik kan er ook mee bellen en sms'en
Bijkomend experiment: via de B+M Luxos U zou ik de telefoon van de nodige energie voorzien. Die Luxos krijgt zijn stroom van de SP SD-8 naafdynamo en beschikt zelf over een usb-poort om andere toestellen te laden. Dat werkte prima, want de telefoon was 's avond nog helemaal geladen, ondanks een hele dag OSMAnd.

Om 8u30 vertrokken Ronny -met de roets-, Wouter -met een Quest- en ik -met de Seiran- voor de verbindingsrit van 25 km, slingerend omheen de N9. Dat is een saaie, lange, rechte weg tussen Gent en Eeklo, die je met de fiets mijdt als de pest. Liever langs de Lieve, van oorsprong een middeleeuws kanaal dat Gent met de zee verbond.

De telefoon was in een Minoura-houder op het stuur gemonteerd. Foto's maken deed ik - heel lui - vanuit die positie. Foto-app openen en een plaatje schieten. Dan staan er wel remkabels en benen op, maar het geeft wel ongeveer het beeld dat ik vanuit de fiets zag.


Tegen 10 werden we in Eeklo verwacht. Daar stond een bont gezelschap klaar: wat 'tupperware', nog een roets en een trike.
Erik had zijn Challenge Optima nog maar eens omgebouwd: een trike met drie 26" wielen zie je niet elke dag!

OSMAnd als navigatieprogramma... Het lukte niet zo goed. De tracks stonden in de juiste map, maar ik vond niet hoe ik een track kon kiezen. Blijkbaar werkt het niet zo: je maakt meteen alle tracks zichtbaar in een extra laag. Het duurde 20 km eer ik het door had. Zondag is tenslotte een rustdag, ook voor mijn hersentjes.

Nou ja, geen probleem: Dieter zou ons wel gidsen. Vanuit Eeklo ging het door het Meetjesland: vlak landbouwgebied dat aan beide kanten van de grens met Nederland ligt. Het werd dus een grensoverschrijdende fietstocht. Prima, want er was ook een Zeeuwse delegatie bij: Joop en Anita waren er wat graag bij.


Landbouwwegen op zondag, dat betekent amper verkeer. Af en toe een ingeslapen dorp en om ons wakker te houden, waren hier en daar een kasseistrook in de route voorzien.

Fietsen door Het Leen (Eeklo)
Naarmate de dag vorderde, zakte het tempo en verstilden de gesprekken. 100 km lijkt toch een soort grens te vormen. De Seiran vraagt ook wat meer energie dan de (ondersteunde) E-Orca. Anderzijds is zo'n open ligger veel aangenamer in gezelschap: je kunt tenminste elkaar verstaan. Een velomobiel is wat asocialer: gerammel van de ophanging, gekletter van de romp en als het weer niet meezit, sluit je jezelf op onder je dakje. Zo ben je verlost van het gekwetter van je medefietsers. Even een gebaar 'ik versta je niet' ontmoedigt je gesprekspartner al gauw, maar dat is niet de bedoeling van een groepsuitstapje.

Dicht bij het eindpunt namen Ronny, Wouter en ik afscheid: van daaruit was het makkelijker om terug naar Gent te rijden. Wouter gidste ons naar de Brugse Vaart, aan Mariakerke/Wondelgem. Daar gaf hij zijn Quest de sporen, want zijn einddoel lag een eind verder, bij Aalst. Met z'n tweeën fietsten/roetsten we langs gekende wegen terug naar huis.

's Avonds, thuis, merkte ik dat de zon toch onmerkbaar brandde: mijn schenen en gezicht hadden een ietwat rode kleur... 

Wat cijfertjes:
  • vertrokken rond 8u30 en terug thuis tegen 16u
  • 124 km afgelegd
  • 2 Quests, 1 Quest XS, 1 Strada, 1 Thys 222 en een 209, een Challenge trike met drie 26" wielen en tenslotte een Challenge Seiran 24.   

zaterdag 18 juni 2016

Flevobike: losse sprokkels

Een dagje en wat avonden met de heren Vrielink is altijd verrijkend.

Niet alleen hadden we het over de 'opvolger' van de Orca, die eigenlijk iets helemaal anders zal worden, maar ook over heel wat kleine zaken.

Schijfremmen

Op vrijdag vertrokken twee E-Orca's naar Flevelo, de Duitse verdeler. Allebei zo goed als full option en allebei met dubbel uitgevoerde Magura Big Twin schijfremmen. Of hoe maak je een E-Orca duur... (voor je erover begint: gelijk uitgevoerde velomobielen van om het even welke fabrikant kosten ongeveer evenveel). Reken maar 1000 euro extra voor de remmen.



Toen ik het er met Arjan over had, kreeg ik enkele interessante antwoorden.
  • Het experiment met de Hygia remmen is afgelopen: ze voldeden niet aan de eisen. Lopen te snel aan en de blokken slijten (daardoor) te snel. Magura is een andere klasse. 
  • Schijfremmen zijn enkel interessant voor wie veel in de bergen rijdt. Anders bieden ze geen meerwaarde; ze kosten dan enkel meer.
  • De boutjes van de remtrommels moet je geregeld controleren en aanhalen indien nodig: door de warmte-ontwikkeling bij het remmen (in lange afdalingen) kunnen ze loskomen.

Bestelstop en prijsherziening

Ik had het eerder al vernomen: Flevobike levert nog wel uit, maar voerde tijdelijk een bestelstop in. André bevestigde dit.
De reden: de prijs van de Orca is in jaren niet gewijzigd, maar de velomobiel is steeds luxueuzer geworden:
- display in de LiFePo accu




- meer elektronica (in de verlichting)

Dit wordt (als ik het goed heb) in huis gemaakt
- extra uitrusting die standaard werd
In een Orca zitten veel meer dan 1000 onderdelen; zowat 1800, als ik het goed onthouden heb. De assemblage kost ruim 100 manuren. Dit moet allemaal betaald worden. Daar bovenop is de productielijn erg lang:
  • de bovendelen worden in Tsjechië gemaakt
  • de onderkuip wordt in Dronten gefabriceerd
  • de assemblage gebeurt in Denemarken
Velomobiel-rompdelen nemen veel volume in, waardoor het transport vrij duur is.

Al die elementen maken de productie erg duur.
 
Op dit moment worden alle elementen op een rijtje gezet, waarna de prijs opnieuw bepaald zal worden. Het valt te verwachten dat die omhoog zal gaan. Hoeveel, dat is nog koffiedik kijken. Dus: wie aan een Orca dacht, zal even moeten wachten. Op dit moment kun je zelfs  niet bestellen.
Dat is natuurlijk pech voor de geïnteresseerden, maar het lijkt me wel een gezonde bedrijfsvoering. Tenslotte moet een bedrijf leefbaar blijven.

Velgen

Ik ben echt niet de enige die problemen ondervond met exploderende banden.



Ronny had op één rit, tijdens het Ligfietstreffen in Essen, maar liefst twee ontplofte binnenbanden, waarvan één na een pauze van een half uur. Vorige week hoorde ik van een andere Orcaan (uit Sinaai, Orca nr 19) dat haar velomobiel op zijn kant gegaan was nadat de achterband er tijdens een afdaling af liep.

Flevobike maakte een mal waar de velg in gemeten wordt. Op enkele seconden weten ze of die de juiste diameter heeft. Ik had de velg van Wim en Judith (uit Sinaai) mee en het was heel erg duidelijk dat die te klein was. Flevobike ruilt meteen om, zonder enig probleem.
Helaas is die mal de enig haalbare manier om de maat te nemen van de velg. Het verschil is zo klein, dat de omtrek meten niet volstaat.

Voor alle duidelijkheid: nadat mijn linkervelg gewisseld werd, was het probleem meteen van de baan. Geen bandexplosies meer sindsdien. Ook Ronny is van het euvel verlost.

Werkwijze bij Flevobike

Zoals opgemerkt werd in een reactie (Corn Dolly) bij de post over het onderhoud pakt Flevobike de zaken bijzonder grondig aan. Nu was dat natuurlijk op mijn vraag gebeurd: 'graag een groot onderhoud'. Daarbij werd duidelijk een (mentale) checklist afgewerkt.
Dan leer je ook de keerzijde van het onderhoudsarme concept kennen: omdat alles goed afgeschermd is, vraagt het veel tijd om aan de componenten te kunnen. Kijk maar wat er moet gebeuren om de olie van de Rohloffnaaf te verversen.


De achterbrug moet open om bij de Rohloffnaaf te komen
Hierbij moet ik meteen vermelden dat het vluggere alternatief niet zo goed blijkt. Vorig jaar, bij Fietser.be, deden we het als volgt: olie vervangen en weghalen via de kant van het motorhuis. Maar nu leerde ik dat je er namelijk de olie niet zomaar kunt uithalen, indien je de naaf niet kantelt. Het gaat dus wel snel, maar niet grondig. Het resultaat was dat er teveel olie in de naaf zat.

Dat alles leidt ertoe dat een uitgebreid onderhoud een dure aangelegenheid wordt. Vooral de werkuren hebben daarin een groot aandeel. Maar omdat het maar zo weinig moet gebeuren, zal dit wellicht niet kostelijker uitvallen dan bij andere velomobielen. Daarenboven heb ik nu de zekerheid dat alles nagezien en in orde is.

De toekomst

Flevobike broedt al een poos over een 'opvolger' voor de Orca. Daarbij zal een heel andere weg ingeslagen worden, maar wel een die een logisch vervolg is op het huidige concept. Daarover meer in een deze post. 

zondag 12 juni 2016

Water

Dat de voorbije weken nogal nat water, weet iedereen ondertussen wel. De voorbije week passeerden beelden van net niet zinkende velomobielen de revue.

Foto: Kees van de Wetering
Ook aan tal van andere zaken was te zien dat er meer neerslag dan anders viel. De kalme rivier waarlangs ik heen en weer rij naar het werk, was zowat een modderstroom geworden. Het jaagpad bleef wel droog.

De Schelde in Zevergem
De komende week valt nog meer water. Gelukkig merk je daar vanuit een velomobiel meestal amper wat van.

vrijdag 10 juni 2016

Ventilatie in de E-Orca

De zomer komt eraan. Op warme dagen transformeert elke velomobiel in een sauna. Daarom waarschijnlijk zitten er afvoergaatjes in de bodem: zo kan het zweet weg.

Omdat alle velonauten dit fenomeen kennen, zijn er ook meer creatieve geesten die er een oplossing voor zoeken. Soms zit de creativiteit bij de ontwerper, de fabrikant; soms bij de gebruiker. Die laatste moet dan een achteraf-oplossing vinden.

Fietser.be, bijvoorbeeld, biedt als optie een neus met 'SPAI' aan: 'stagnation point air intake'. Klinkt goed, niet? Het betekent dat er lucht binnengehaald wordt op een punt waar dat de stroomlijn het minst beïnvloedt.
Daniël Fenn nam dat idee over in de DF, waar vooraan ook zo'n gat zit.

Foto: Intercitybike
In een Orca kan dat niet: de constructie is anders en de lampen zitten in de weg. Ik bedacht een 'wat als': wat als je een tweede deksel hebt, waar je de zijkanten uit weghaalt?

In oranje: weg te halen (originele foto: Flevobike)
Je kunt namelijk niet zomaar het deksel verwijderen, want daar zitten bijvoorbeeld de spiegels in.
Met wat verder nadenken, kwam ik tot het besluit dat het wellicht weinig zou uithalen. Dat is namelijk het deel waar de romp 'verjongt' (smaller wordt). De luchtstroom zou weinig afkoeling geven. Dat werd bevestigd door Arjan Vrielink, toen ik onlangs bij Flevobike was en wat mogelijkheden met hen besprak.

Maar Flevobike had natuurlijk ook een oplossing. Pasklaar. Die werd me vorig jaar in oktober al bezorgd, maar dan was de zomer voorbij en dus had ik weinig zin om koude lucht in de velomobiel te laten stromen.

Nu kan het weer wel.

Dit is wat geleverd werd.

Luchthapper, by Flevobike
Een stuk plastic, 3D geprint. Klik je simpelweg vooraan op de opening. Zo:


De foto hierboven toont meteen een probleem: het minivizier combineren met de luchthapper is geen goed idee. Het vizier leidt de lucht omhoog, wat op het vlak van windgeruis (of gebulder op hogere snelheid) een enorme verbetering betekent. Dat houdt ook meteen in dat de luchtstroom naar die happer onderbroken is. Werkt niet.
 
Binnenin geeft dit het volgende:


De luchthapper zonder vizier doet wel wat hij moet. Het uitzicht ervan vanuit diverse hoeken zie je hieronder.


Ik kan je al zeggen: het werkt. Het werkt prima. De lucht wordt binnen in de Orca geblazen en geeft minstens een frisser gevoel. Het is geen airco, maar afkoeling is er wel.

zondag 5 juni 2016

Toekomstvisie bij Flevobike

De Orca is een schitterend product. Dat mag gezegd worden. Welke andere velomobiel heeft hetzelfde afwerkingsniveau, dezelfde kwaliteit van onderdelen?
Het gevolg is dat een Orca erg duur is:
  • meer dan 1000 (ik dacht zowat 1800?) onderdelen om te assembleren
  • ruim 100 manuren voor de montage
  • een dure Rohloffnaaf
Dat alles vertaalt zich in een pittige aankoopprijs.
 
Toen ik bij Flevobike was, het voorbije weekend, stonden twee nieuwe Orca's klaar voor verscheping naar Duitsland. Het viel me op dat daar nog wat extraatjes op zitten die ze nog duurder maken, zoals dubbel uitgevoerde Magura Big Twin schijfremmen...

Bij Flevobike weten ze ook dat de prijs hoog is (maar nog eens: vergelijkbare onderdelen in een andere velomobiel maken die even duur). Er wordt dus volop nagedacht over een opvolger. Die zou een heel andere kant uitgaan en ook weer niet.

Uitgangspunt

Dat Flevobike snelheid niet als primair doel heeft, dat is wel duidelijk. Snelheid is ook slechts belangrijk op lange einden, waar je niet gehinderd wordt door ander verkeer. Dat is prima op de Nederlandse dijken; het gebied waar de Quest en DF heer en meester zijn. Voor de heren Vrielink is een velomobiel een transportmiddel. Ook in de stad, waar je met een Quest liever niet komt. Met zo'n lastenboek kom je tot een heel ander soort velomobiel, die dichter ligt bij de Vélocar van Mochet, vermoed ik.

Foto: Wiki commons
Vier wielen: meer bagageruimte en een hogere stabiliteit. Mooi meegenomen ook: veiliger indien achteraan een band lek raakt. Dat zijn ook uitgangspunten bij de Quattrovelo van Allert Jacobs. Flevobike wil wel een gelijke spoorbreedte voor en achter. Dat is anders dan bij de QV. Ook open wielkasten hebben de voorkeur. Daarmee maak je de draaicirkel veel kleiner en dat is in een stad veel handiger. Allert heeft evengoed argumenten voor de gesloten wielkasten. Het blijven telkens compromissen.

Ruimte voor veel boodschappen of één kind, misschien zelfs twee. Dat is tegengesteld aan het silhouet van de DF, die mikt op een geoptimaliseerde aerodynamiek, om zo een zo hoog mogelijke snelheid te halen. Bij Flevobike gaat het eerder om een maximaal volume binnen beperkte buitenmaten.

Aandrijving

Een probleem dat we zien bij de QuattroVelo is dat de aandrijving heel wat ruimte inneemt, waardoor de plaats voor bagage behoorlijk gereduceerd wordt. Dat is het gevolg van de keuze voor achterwielaandrijving:
  • een lange ketting
  • versnellingen op/bij de achteras
  • ophangingsysteem van de achterwielen
Flevobike denkt daarom aan een revolutionaire aandrijving: geen ketting meer, maar met de pedalen drijf je een generator aan. Dat principe gebruikt Mando nu in de Footloose e-bike. 

Foto: Mando (fabrikant)
Dit past perfect in het doel: geen mechanische aandrijflijn meer, dus komt er veel ruimte vrij voor bagage. Flevobike mikt op een speed-pedelec: 45 km/u als top. En het blijft Flevobike: de Mando is niet goed genoeg. Het moet geraffineerder en voor het gevoel moet het een fiets blijven.
Het principe heeft wel als nadeel een wat lager rendement, maar daar staat dus ruimtewinst tegenover. Ondertussen weten we ook wel dat Flevobike binnen het wereldje van velomobielfabrikanten over de beste papieren beschikt op het vlak van ervaring met elektrische ondersteuning.

Andere elementen

Hogere zit, zodat in- en uitstappen vlotter gaat. De nieuwe is duidelijk niet bedoeld voor de huidige velonauten, maar meer om automobilisten over te halen over te stappen in een compacter transportmiddel voor een stedelijke omgeving.

Modulaire opbouw, met makkelijk te wisselen koetswerkpanelen (net als bij de hedendaagse auto's).

De belangrijkste wijziging en tegelijk de grootste uitdaging: dit kan slechts slagen indien kan overgegaan worden op echte massaproductie. Massa staat dan voor 1000 of zelfs 10000 exemplaren per maand! Dat zijn cijfers waarmee je qua aantallen zowat op het niveau van de auto-industrie komt. Dat maakt dat je goedkoper, veel goedkoper, kunt produceren. Het betekent wel een enorme investering, uitgebreid ontwikkelwerk en een fenomenale productiemachine. Ergens past de Armadillo wel in het plaatje als voorproef. 

In Dronten rijdt al een prototype, om het concept uit te testen. Jammer genoeg vertrok die net toen ik toekwam en de fiets kwam niet terug tot de week erna. Toen was ik alweer thuis.
Dit prototype is niets meer dan een stalen frame (prototype, weet je wel) met de mechanische componenten en een zitje. Geen panelen, geen extraatjes.

Ik ben benieuwd of hij er ooit zal komen. Daarvoor moet dus een investeerder gevonden worden die bereid is geld te stoppen in iets helemaal nieuw.