dinsdag 26 juni 2018

groot onderhoud voor de E-Orca

Terwijl Jan genoot van een vakantie in Zuid-Frankrijk, stond de E-Orca bij Fietser.be.

De mijne op de werktafel, twee nieuwe exemplaren op de voorgrond (foto: Fietser.be)
Ben, die aan de fietsen sleutelt, zou in die periode mijn Orca een groot onderhoud geven. Dat was geleden van december 2016, bij Flevobike. Bij dat onderhoud hoorden enkele gewone zaken: de olie van de Rohloffnaaf vervangen, bijvoorbeeld. Dat moet elke 10.000 km gebeuren.

De ketting die de motor met die naaf verbindt, was ook versleten. Dat had ik zelf geconstateerd. Daar zit dus een nieuwe in en dat merkte ik meteen bij het rijden: de aandrijving is veel stiller geworden.

Hier zit de motor tegenaan geschroefd

Ook de secundaire ketting (vanaf de Rohloffnaaf tot aan het achterwiel) is weer eens vervangen. Dat hoort ook bij het gewone onderhoud: een versleten ketting vervang je.

De linker remkabel (binnen- en buitenkabel) is vernieuwd. Rechts was dat bij de vorige beurt al het geval. Een roestvrij stalen binnenkabel en Jagwire buitenkabel garanderen me weer heel wat zorgeloze kilometers.

Alle kogelkoppen werden gesmeerd. Als ik hoor dat ze lawaaierig worden, wat al snel voorvalt als het echt warm wordt, zal ik er enkele moeten vervangen.

Daarnaast waren er enkele zaken die buiten het gewone vallen: zo heeft Ben de bouten van de kettingkast vervangen, aangezien er een aantal behoorlijk vast zaten. Stalen bouten in een aluminium behuizing: oxidatie zal wel aan de basis liggen. Ook een viertal bouten van de motorbehuizing zijn vernieuwd.

Onderste vier (groen omcirkeld) zijn vervangen
Zorgwekkender was dat alle bouten die de velgen en naven verbinden, op alle wielen, los zaten. Dat zal ik in het oog moeten houden! Na de reis in 2014 was dat ook het geval. Ik vermoed dat het te maken heeft met de combinatie van kunststof velgen, stalen bouten en een aluminium naaf. Temperatuursverschillen, andere uitzettingscoëfficiënten...


Wellicht is het een goede zaak dat Flevobike bij de nieuwe Orca's, die in Roemenië geassembleerd worden, overstapte op de klassieke spaakwielen.

Het resultaat: een weer strak sturende, prima remmende en veel stiller rijdende Orca. Ik heb de indruk dat ik met dezelfde inspanning ook sneller vooruitga. Af en toe een goed onderhoud heeft dus wel degelijk voordelen.


maandag 25 juni 2018

Pedelec rijden en variatie

Voor deze week is aangekondigd dat de temperaturen elke dag hoger zouden worden. Regen is in de verste verte niet verwacht.
Daarnaast houdt Jan van variatie, dus bleef vandaag de Orca op stal. Ook de trike bleef in de garage: de pedelec zou deze keer de woon-werk afstand overbruggen.


Gisteren ging ik met wat kennissen een tentoonstelling bezoeken en daarna gingen we een hapje eten. Eén dame uit het groepje rijdt met een Thompson pedelec. Ze sprak van een bereik van 60 km. Dat is wat laag, maar aanvaardbaar. Ik weet al lang dat heel wat factoren daarin meespelen.

De accu van mijn pedelec had ik gisteren volgeladen. Vanmorgen stonden al zo'n 25 km op de teller toen ik vertrok voor de dagelijkse route. Met het bereik van die dame in het achterhoofd, nam ik veiligheidshalve de lader mee.

De Heinzmann is uitgerust met een achternaafmotor en een trap- en krachtsensor in de trapas. Dat wil zeggen: als je niet trapt, doet de motor niets. Als je wel trapt, wordt het vermogen afgegeven in verhouding tot wat je zelf doet. Theoretisch toch. In de praktijk wil het ding zo snel mogelijk naar 25 km/u om dan die snelheid aan te houden. 25 is dus de hoogste ondersteunde snelheid en tegelijk de snelheid waarop de motor het meeste verbruikt omwille van de hogere luchtweerstand. Dan verwacht je dat je niet zo ver raakt, toch?

Wel: vanmorgen had ik de wind mee. Toen ik vertrok, vertelde het schermpje me dat ik een bereik had van pakweg 120 km. Toen ik op het werk was, kon ik nog 200 km rijden... Hoe dat komt: met rugwind rij ik net wat sneller dan de ondersteunde snelheid. De motor doet dan niets. Theoretisch is het bereik dan onbeperkt, maar het display houdt het op 200 km en 5 uren fietsen. Anders gezegd: de motor is een acceleratiehulp. Meer niet.

Maar vanavond ging het even anders: de wind blies hard en kwam vanuit het oosten. Recht op kop dus. Dan wordt het lastig om 27 km/u of meer te rijden, toch met een bukfiets. De motor hielp en dat was welkom. Tegelijk ging het bereik naar beneden. Uiteindelijk, toen ik aan de garage stond, toonde het scherm dat ik nog 80 km kon rijden, wat ook niet slecht is.

Voor wie zegt 'ik hoef al die ellende niet, ik doe het wel zonder motor': gisteren, in het gezelschap, reed ik met dezelfde fiets. De ondersteuning schakelde ik uit, uit solidariteit. Dan fietst die Heinzmann amper zwaarder dan een gemiddelde stadsfiets. Bergop is het wel wat lastiger, maar dan grijpt de motor in als ik dat wil.

Morgen wordt het weer de Orca. Die is toch heel wat comfortabeler en sneller: vorige donderdag, met een stevige noordoostenwind, kon ik op het jaagpad een kruissnelheid van 40 km/u aanhouden. Voor een Orca is dat helemaal niet slecht. Alleen: als het echt warm wordt, zo richting 30°, is zo'n velomobiel ook niet ideaal. Dan neemt de trike het over. Of de pedelec, om me eraan te herinneren hoe comfortabel een ligfiets is...

donderdag 14 juni 2018

eTangens met nieuwe accu: hoe doet die het op reis?

Laat me even de historiek van eTangens overlopen:
  • gebouwd in 2004 door Thorax, als Tangens - het topmodel van hun trike-aanbod en in dit geval zo goed als 'full option'. Inderdaad: Thorax is Duits, dus er zijn heel wat opties (spatborden, automatische kettingafstelling, bagagedrager, verlichting ...)
  • loodzwaar, door alle 'noodzakelijke' toevoegingen: ik schat 30 kg droog aan de haak
  • bij mij in huis gekomen in oktober 2017
  • zo goed als meteen uitgerust met een Bafang BWX02 naafmotor in een 26" achterwiel
  • net voor de reis is de 'range extender' accu die ik van de Orca leende (Crystalyte 360 Wh LiFePo4) vervangen door een Enerprof 750 Wh accu

De motor

Ik werd ervoor gewaarschuwd dat een naafmotor en hellingen niet samengaan. Waar een middenmotor samenwerkt met de versnellingen en dus meestal in zijn optimale bereik kan werken, mits correct schakelen, zit een naafmotor in het achterwiel.



De omwentelingssnelheid van de motor is dus recht evenredig met die van het wiel. M.a.w. hoe trager je rijdt, hoe trager de motor draait.
Bij een klim ga je traag en vraag je veel vermogen, dan zou de motor overbelast kunnen raken. Effectief: Belle signaleerde dat de GoSwiss drive in haar HP Velotechnik S-Scorpion uitviel bij een klim. Een vriendin met een Azub trike met nadien ingebouwde Crystalyte naafmotor, heeft die zelfs moeten vervangen omdat hij gewoon verbrandde in de Alpen...

Ikzelf heb tijdens de afgelopen reis niet heel erg veel gefietst, niet één dag op twee, maar deed daarbij wel flinke klimmen. Hoe moet je hellingen van 10 tot 19 % anders noemen? eTangens gaf geen krimp!

Nu zijn er natuurlijk veel variabelen die dit mee bepalen. Een vaak gehoorde kritiek is dat een pedelec geen fiets meer is, maar een brommer. Dat bepaal je grotendeels zelf, door de keuze van de ondersteuningsgraad. eTangens is nu zo afgesteld dat er 5 ondersteuningsniveaus zijn, die 20, 40, 60, 80 en 100 % van het motorvermogen leveren. Gedurende de hele reis gebruikte ik enkel de niveaus 1 en 2. Dat betekent dus toch flink werken, zeker indien je rekening houdt met het gewicht van de trike. Jawel: ook de klim naar Quéribus, tot 19%, deed ik stand 2 en in de kleinste versnelling.

Denis, de invoerder van Bafang waar Fietser.be zijn materiaal aankoopt, had bevestigd dat ik me geen zorgen hoef te maken: de motor is thermisch beveiligd. Indien hij te warm zou worden, zou hij gewoon uitvallen. In de praktijk werd hij hooguit wat lauw. Meer niet.

Over de Bafang BWX02 is heel weinig informatie te vinden. Uit wat ik op het schermpje kan zien, kan ik afleiden dat er een koppelsensor (of emulator) in de naaf moet zitten. Waar je zou denken: 20% betekent 50 watt, zie ik de waarde continu variëren, naargelang de weerstand en dus hoe hard ik trap. Op een vlakke weg doet de motor in stand 1 of 2 amper iets en dan hoor je die dus ook niet. Prima systeem.

Een nadeel op zo'n reis is dat die motor met een planeetwielstelsel uitgerust is. Een 'direct drive' kan als elektrische rem (met energierecuperatie) gebruikt worden. Dat kan met deze niet. Dat had in de steile afdalingen kunnen helpen en het spannende moment (losgekomen remhendel) had ik ook kunnen vermijden. Anderzijds woon ik in een vlakke omgeving, waar je niets hebt aan die elektrische rem. Ook betekent het hier toegepaste systeem dat de motor in een optimaler toerenbereik kan werken en dat hij compacter (en lichter) kan gemaakt worden.

Kortom: de motor werkte helemaal naar verwachting en zonder enige fout.

Bereik

Een naafmotor heeft een lager rendement dan een middenmotor, gewoon omdat de draaisnelheid rechtstreeks evenredig is met die van het achterwiel. Dat kun je simpel opvangen door een accu met grotere capaciteit te gebruiken.

Tijdens enkele langere ritten de laatste dagen bleek de combinatie erg efficiënt. Een dagje heen en weer naar Lyon - 80 km - en een dag 'le tour de Crémieu sans voir Crémieu' - 60 km - gaf telkens hetzelfde resultaat: geen problemen met de motor en na 80 km lichtten nog 3 van de 4 leds voor de accuspanning op.



Let wel: het gaat om een 750 Wh accu en dat is een heel flinke capaciteit. Voor velen is Ah een duidelijker gegeven en dan hebben we het over 20,7 Ah, maar die aanduiding is gerelateerd aan de spanning: een 48 V 20 Ah accu bevat veel meer energie dan een 36 V exemplaar. Daarom is Wh een duidelijker en correctere aanduiding. 750 Wh dus.


De trike op zich

eTangens is maar liefst 93 cm breed (87 cm spoorbreedte). Op één plek had ik een probleem, omdat ik niet tussen de paaltjes langs het fietspad door kon.



Anderzijds heeft de trike op geen enkel moment een wieltje gelicht, ook niet toen ik aan +50 km/u door de haarspeldbochten scheurde. Ik hoorde het rubber van de voorbanden schuren over het asfalt, dus voor de levensduur zal dat niet alles zijn, maar hij ligt als een blok op de weg.
Wel is het zo dat ik in de bochten flink naar binnen leunde, maar dat gebeurt automatisch. Doe je dat niet, dan krijg je het gevoel dat je naar buiten geslingerd wordt. Dat heeft meer met comfort te maken dan met wielen op de grond houden.

In Maury (bij Perpignan) heb ik de linker buitenband vervangen: die was doorgeprikt door een vlijmscherpe steensplinter. Dat is de keerzijde van de Trykers: de antileklaag is van een ander niveau dan bij de Marathon en zeker dan bij de Marathon Plus. De betere wegligging (vooral in bochten) en het rijcomfort (minder trillingen) staan daar tegenover. Ze slijten ook wat sneller, maar met een aankoopprijs (bike24) van 20 euro zal ik daar niet over klagen.
Onderweg was ik aan een Decathon vestiging gestopt om twee antilek-binnenbanden aan te kopen. Eén ervan legde ik meteen op de trike. Een kleine perforatie heeft dan geen gevolgen meer.

Het probleem met de losgekomen remhendel was veel gevaarlijker, maar dat is volgens mij echt een eenmalig iets. Nu zit er een langere bout met borgmoer op. Dat zal niet meer losraken. 

Al bij al zijn de bergritten met de trike heel erg meegevallen. Zo is het veel leuker dan met de Orca, waarbij de bochtsnelheid veel lager moet gehouden worden. De reden ligt voor de hand: de spoorbreedte is minder, het zwaartepunt ligt hoger en je kunt je gewicht amper of niet verplaatsen. 
En voor de combinatie auto/fiets is de trike veel handiger dan de Orca. Toegegeven: een 'gewone' fiets of ligfiets zou dan achterop de auto kunnen en dat is nog eenvoudiger, maar het rijplezier met de trike compenseert dit nadeel dan weer.

zondag 10 juni 2018

Katharen en eilanden en zo: deel 2

De dag na de imposante (en spannende) rit langs de katharenburchten was ik aan de tent gekluisterd: regen. De hele dag lang. Dat was het moment om deel 1 neer te pennen.

Voor de rest bleek bloggen onderweg niet zo evident: de kostprijs voor Wifi swingt de pan uit op vele campings. Met de telefoon als dataconnectie lukt het meestal ook, maar zelfs met een 5 GB limiet kom je niet zo heel erg ver als er ook foto's bij moeten. Als je dan op een treffen komt, waar vrienden op je wachten, liggen de prioriteiten weer anders. Dus moest deel 2 even wachten. Tot nu.

Zo'n regendag, met de verwachting op meer van hetzelfde, deed me besluiten om een dag vroeger te verkassen. De volgende bestemming was Malaucène, aan de voet van de Mont Ventoux. Roadtripday dus.
Deze keer ging het door alweer heel andere streken. Eerst langs de Middellandse Zee tussen Perpignan en Montpellier, vervolgens door de Camargue, compleet met roze flamingo's en halfwilde paarden. Dan langs het immer imposante Avignon tot in de Provence.

Malaucène

Voor ik hier ook maar iets spectaculairs zou doen, was het nodig om de trike weer compleet te maken. Om na dat gevaarlijke avontuur bij de afdaling van Peyrepertuse weer te kunnen remmen, had ik met een bout van de drinkbushouder de remhendel weer bevestigd. Maar als je lang rijdt in de warmte, moet je voldoende kunnen drinken. Ik vind het systeem van Terracycle, waarbij de drinkbus (of 75 cl fles) rechts naast het zitje in de houder zit, heel erg praktisch.


Een boutje zoeken wordt gecombineerd met een ritje naar Buis les Baronnies via kleine en middelgrote wegen.
Het weer is opnieuw zoals gewoonlijk en helemaal niet zoals normaal in deze streek: wisselvallig, aangenaam van temperatuur maar met geregeld buien. Er is dus geen rit dat ik geen regenkledij bij heb. Vaak wordt die ook nog gebruikt en dat is bij deze rit niet anders. Vervelend: zonder regenjas raak je doorweekt bij zo'n plensbui en met de jas, hoe licht ook, heb je meteen te warm. Dat betekent dus geregeld stoppen om de jas aan en dan weer uit te doen. Op zo'n momenten is een velomobiel handiger, maar die staat bij Fietser, voor een groot onderhoud. Da's handig: terwijl ik op vakantie ben, mag een ander aan mijn vehikel sleutelen.

Zoals zowat overal in de zuidelijke helft van Frankrijk, is er bijna geen bergtop waar geen kerk of burcht op staat. In Vlaanderen zijn er niet zoveel bergtoppen (net als in Nederland), maar ook lijkt het aantal burchten in Occitanië veel groter dan bij ons, of is dat omdat de meeste bij ons ondertussen verdwenen zijn? Het getuigt in elk geval van een verleden met veel strijdgewoel en een constante militaire dreiging. Enfin, die observatie leidt tot een aantal bedenkingen onderweg. Geschiedenis is altijd weer interessant.

Een ruïne van de zoveelste burcht (Entrechaux)

Kerk bovenop een rots (Mollans)



De dag erop is het alweer wisselvallig, maar met de nadruk op regen en stortbuien. Geen fietsweer, dus ik ga het dorp verkennen. De historische kern is echt een bezoek waard en da's iets dat de meesten compleet over het hoofd zien: ze komen voor de Mont Ventoux en niets anders.
Dat is ook duidelijk in het dorp: op het langgerekte plein met de handelszaken vind je de ene fietswinkel naast de andere. Je kunt er racefietsen kopen of huren - drie keer raden waarvoor je die dan zou gebruiken - en uiteraard worden er ook pedelecs verkocht, net als alle levensnoodzakelijke racekledij.
Maar het oude centrum ligt er vlak naast, met smalle, steile straatjes en steegjes en mooi onderhouden huizen.




Na een stortbui: de straat wordt een bergbeek
Het blijft regenen en in het informatiebureau wordt er met nadruk op gewezen dat dit geen weer is voor het beklimmen van de Mont Ventoux: het is een kale berg, zonder enige beschutting. Bij onweer trek je dan bliksem aan. Daarnaast blijkt dat de afdaling met zo'n weer een bijzonder riskante onderneming wordt. In de brochure die ik meekrijg, met de verschillende vertrekpunten, afstanden en hellingsgraden, wordt ook nog eens benadrukt dat de meeste ongevallen bij de afdaling gebeuren.

De Mont Ventoux lonkt

Ik wil wel de Mont Ventoux op, maar het moet leuk blijven; het gaat niet enkel om de uitdaging, maar ook om het genieten. Al die elementen samen doen me besluiten dat het een andere keer zal worden. De Mont Ventoux loopt niet weg.

Als dan nog blijkt dat de bustent niet opgewassen is tegen de zoveelste hoosbui, besluit ik een dag vroeger naar het ligfietstreffen te vertrekken: het weer iets noordelijker lijkt toch beter.

1 juni: naar deVélorizon

Het gaat dus verder noordwaarts, tot aan de rand van de Rhonevlakte, op zowat 30 km ten oosten van Lyon, langs de oever van diezelfde Rhone.
Daar blijf ik enkele dagen bij de deelnemers van een 'Vélorizon'; een treffen van de Franse ligfietsers. Dit is een Vélorizon die een week lang duurt. Niet verrassend dat de meeste deelnemers op rust zijn.

Opvallend is dat de gemiddelde keuze van ligfiets is helemaal anders dan bij de treffens in de Lage Landen. Er is niet één velomobiel bij en de grote meerderheid rijdt met een trike. ICE is duidelijk sterk vertegenwoordigd, met zelfs 2 VTX'en. Ook Azub is daar geen uitzondering, terwijl hun trikes bij ons amper te bespeuren vallen. Iedereen rijdt met heel degelijk materiaal; er is duidelijk in geïnvesteerd.

Een andere constante: de grote meerderheid van de ligfietsen is ondersteund. Daarbij gaat het zowel om tweewielers als trikes. En wat die ondersteuning betreft, zijn er opvallend veel uitgerust met een Bafang BBS trapasmotor.

Nog iets wat je bij ons niet ziet: één van die trikes beschikt over een dakje, dat bestaat uit twee zonnepanelen om de accu te laden. Het systeem blijkt feilloos te werken, want de eigenares reed er vorig jaar enkele maanden mee door Marokko, waarbij de fiets enkel via zonneënergie geladen werd. Ook nu, op het treffen, is de zon ruim voldoende om de accu vol te laden.

Goed. Saint-Romain-de-Jalionas dus. Op donderdag, zo rond 16u, kom ik er aan. Dat gaf me ruim de tijd om mijn kampplaats goed in te richten. Ik ben de eerste van het gezelschap; de rest zou op vrijdag of zaterdag arriveren.

1 juni: naar Lyon

Op vrijdag besluit ik even tot in Lyon te rijden. Daar vind je 'Cyclociel': een ligfietswinkel. De groep zou de winkel de week erop bezoeken, maar dan zou ik er al niet meer zijn. De reden voor het bezoek: ik had mijn reserveband gebruikt en had dus een nieuwe nodig. Ik wilde het niet riskeren om de ritten mee te doen zonder reserve. Het was al duidelijk geworden dat de hellingen afrazen en hard door de haarspeldbochten gaan veel vergt van de voorbanden, dus wil ik wat zekerheid hebben.
De rit laat me ook toe de streek wat te verkennen, te bekijken hoe de fietsinfrastructuur in en rond een grootstad - een half miljoen inwoners - is. Daarenboven is het mooi weer, dus wil ik wel eens een flink eind rijden zonder geregeld in een bui terecht te komen.

De rit wordt een mix van wegen: een eind over de 'départementales' (middelgrote verbindingswegen); een flink stuk fietsroute langs de Rhone; een eind veldwegen (verrassing van de gps); fietsroutes in de voorstad en tenslotte wat stadsverkeer.

Prima weg, mooi uitzicht
Langs de Rhone
Fietsersbrug over de Rhone

Alweer wordt bevestigd wat ik bij de vorige ritten in Frankrijk al merkte: de Franse automobilisten houden heel goed rekening met fietsers. Geen enkele keer heb ik een conflict, geen enkele keer komt een auto rakelings langs mij. In Frankrijk moet je wettelijk anderhalve meter afstand houden bij het inhalen van een fietser en die ruimte krijg ik zeker.  
Een belangrijke reden voor dat respect: Frankrijk kent al jaren een rijbewijs met punten. De gendarmes zijn ook erg strikt en talrijk aanwezig: er wordt niet gelachen, niet door de vingers gekeken. De gevolgen zijn er ook: als je de huidige mentaliteit vergelijkt met pakweg 20 jaar geleden, is het rijgedrag spectaculair verbeterd. Als fietser pluk je daar overduidelijk de vruchten van.

Op één moment kom ik vast te zitten: de paaltjes staan op 80 cm van elkaar en met een trike van 93 cm breed raak je daar dus niet door. Gelukkig kan ik via de graskant wel verder. Voor de rest zijn er geen onoverkomelijke hindernissen.

Iets te weinig ruimte
Cyclociel is weer zo'n typische ligfietswinkel: meer werkplaats dan toonzaal en aan de inrichting is weinig aandacht besteed. Het is gewoon een ruimte waar ligfietsen en trikes in verspreid staan, zondermeer. Geen informatie, geen prijzen, niets van dat alles.
De prijs van mijn band is zoals verwacht: de Schwalbe-richtprijs of het dubbele van wat ik via mijn vaste (internet-)leverancier betaal. Maar dat leerde ik in Gent al bij mijn vaste fietshandelaar: in Duitsland (voor mij: bij Bike24) koop ik goedkoper dan de inkoopprijs van een Belgische fietshandelaar.

Op de terugweg zorgt de Oregon nog voor een verrassing: het asfalt op de te volgen weg stopt plots en ik krijg een keienweg onder de wielen. De keien worden al snel groter. Niet alleen is het risico op schade hierdoor groot, maar het gaat ook niet vooruit. Ik maak rechtsomkeer en navigeer dan maar op de kaart en op intuïtie.

Dit lukt niet, toch niet als het wat vooruit moet gaan

Ik leg bij die rit, die vrij vlak verloopt, 80 km af. Na aankomst is de accu nog voor drie kwart vol. Dat is een constante bij de ritten, trouwens. De actieradius met de 750 Wh accu moet zo'n 200 km bedragen, schat ik.

2 juni: de groep groeit

De zaterdag staat op de planning als een ontvangstdag, zonder fietstocht. Francine en Jim waren al op vrijdag aangekomen. Beiden had ik vorig jaar in Lunéville, op een ander treffen, leren kennen. Francine is onder de indruk van mijn bustent. Ze wist niet dat zoiets bestaat. Aangezien zij van plan is om een viertal maanden rond te trekken met haar monovolumertje (Citroen Berlingo), wil ze ook wel zoiets.
Daarom besluiten we met Jims auto naar de rand van Lyon te trekken, naar enkele kampeerwinkels, om iets gelijkaardigs te zoeken. We vinden inderdaad een tent om aan een monovolumer te koppelen, voor een heel schappelijke 180 euro (Trigano, een befaamd merk, maar nu 'made in China').
In de namiddag wordt haar tent opgesteld en maken we een kleine verkenningrit in de gemeente.


3 juni: 'le tour de Crémieu sans voir Crémieu'

Op zondag is een rit van 60 km gepland. Met ongeveer 25 personen vertrekken we. Deze keer gaat het oostwaarts, naar heuvelachtiger gebied met enkele flinke hellingen. 60 km en een hele dag (vertrek om 9u30), dus het gaat er rustig aan toe. Geregeld wordt halt gehouden om wat te bekijken, om wat te praten...

Klaar voor het vertrek

Ergens onderweg, aan het einde van de klim
Pauze bij een kapelletje

Een mooie rit met schitterende afdalingen (63 km/u maximum), waarbij we met enkelen voluit gaan. Het valt op dat vooral de dames (en er rijden er toch wel wat mee) veel voorzichtiger zijn en met dichtgeknepen billen naar beneden gaan. Ik controleer geregeld of de bout door de remhendel nog wel op zijn plaats zit. Geen remmen, dat wil ik nooit meer meemaken.

4 juni: verkassen

Er is nog één stop voorzien: iets ten noorden van Clermont-Ferrand zou ik bij een kennis langsgaan. Jim en zijn gezinnetje zijn vorige maand verkast van Oostende naar Saint-Priest-des-Champs. Daar wordt nu hard gewerkt aan wat een chambre d'hotes moet worden, waar tot 4 gezinnen kunnen verblijven. De opening is voorzien voor over een jaar, maar er is nog heel veel werk. Het is fijn om te zien hoe mensen bereid zijn veel tijd en energie te investeren om hun droom waar te maken.

De Auvergne is de zoveelste schitterende streek in Frankrijk. Vanaf het domein heb je zicht op het Centraal Massief, met goed weer zie je zelfs de Puy de Dome. De omgeving is ongelooflijk rustig en 4 Mains is een ideale uitvalsbasis voor aangename ritten. Vandaag lukt dat niet meer: het onweer dreigt en het is al te laat om nog een eindje te rijden.

Zicht vanop mijn plekje

5 juni: de laatste rit

Op dinsdagmorgen trek ik erop uit. Een eindje verder ligt een stuwmeer met daarboven een ruim 100 jaar oude spoorwegbrug. Dat vormt een spectaculair zicht en je moet het gewoon zien als je daar bent. De wegen zijn weer schitterend: mooi geasfalteerd, stijgend, dalend en slingerend, met af en toe een haarspeldbocht. Bij het stijgen zakt de snelheid vaak tot rond 10 km/u, bij het dalen loopt die makkelijk op tot 50. Sneller is moeilijk omwille van de vele bochten en het beperkte uitzicht: het is vaak bos rondom mij. Dan heb je geen zicht op mogelijke tegenliggers, dus neem je geen risico.

Viaduc de Fades
Ter hoogte van de vroegere spoorlijn, aan het vroegere station

Helaas is het weer dezelfde constante als tijdens de hele reis: halfweg de rit begint het te regenen. Dan is de pret ervan af. Voor woon-werk ritten maakt dat allemaal niet uit, maar in de vrije tijd rij ik liever onder betere omstandigheden.

Prima wegen, maar een beetje te nat

Als ik rond de middag terug aankom bij het busje, heb ik besloten de boel in te pakken en naar huis te rijden. Een tiental uren later ben ik bij mijn eigen optrekje aangekomen. De roadtrip/fietsvakantie zit erop.

In de volgende posts heb ik het over hoe de trike zich hield bij die, voor ons, ongewone rijomstandigheden en volgen wat observaties over het verschil tussen de Franse en onze treffens.