maandag 25 juni 2018

Pedelec rijden en variatie

Voor deze week is aangekondigd dat de temperaturen elke dag hoger zouden worden. Regen is in de verste verte niet verwacht.
Daarnaast houdt Jan van variatie, dus bleef vandaag de Orca op stal. Ook de trike bleef in de garage: de pedelec zou deze keer de woon-werk afstand overbruggen.


Gisteren ging ik met wat kennissen een tentoonstelling bezoeken en daarna gingen we een hapje eten. Eén dame uit het groepje rijdt met een Thompson pedelec. Ze sprak van een bereik van 60 km. Dat is wat laag, maar aanvaardbaar. Ik weet al lang dat heel wat factoren daarin meespelen.

De accu van mijn pedelec had ik gisteren volgeladen. Vanmorgen stonden al zo'n 25 km op de teller toen ik vertrok voor de dagelijkse route. Met het bereik van die dame in het achterhoofd, nam ik veiligheidshalve de lader mee.

De Heinzmann is uitgerust met een achternaafmotor en een trap- en krachtsensor in de trapas. Dat wil zeggen: als je niet trapt, doet de motor niets. Als je wel trapt, wordt het vermogen afgegeven in verhouding tot wat je zelf doet. Theoretisch toch. In de praktijk wil het ding zo snel mogelijk naar 25 km/u om dan die snelheid aan te houden. 25 is dus de hoogste ondersteunde snelheid en tegelijk de snelheid waarop de motor het meeste verbruikt omwille van de hogere luchtweerstand. Dan verwacht je dat je niet zo ver raakt, toch?

Wel: vanmorgen had ik de wind mee. Toen ik vertrok, vertelde het schermpje me dat ik een bereik had van pakweg 120 km. Toen ik op het werk was, kon ik nog 200 km rijden... Hoe dat komt: met rugwind rij ik net wat sneller dan de ondersteunde snelheid. De motor doet dan niets. Theoretisch is het bereik dan onbeperkt, maar het display houdt het op 200 km en 5 uren fietsen. Anders gezegd: de motor is een acceleratiehulp. Meer niet.

Maar vanavond ging het even anders: de wind blies hard en kwam vanuit het oosten. Recht op kop dus. Dan wordt het lastig om 27 km/u of meer te rijden, toch met een bukfiets. De motor hielp en dat was welkom. Tegelijk ging het bereik naar beneden. Uiteindelijk, toen ik aan de garage stond, toonde het scherm dat ik nog 80 km kon rijden, wat ook niet slecht is.

Voor wie zegt 'ik hoef al die ellende niet, ik doe het wel zonder motor': gisteren, in het gezelschap, reed ik met dezelfde fiets. De ondersteuning schakelde ik uit, uit solidariteit. Dan fietst die Heinzmann amper zwaarder dan een gemiddelde stadsfiets. Bergop is het wel wat lastiger, maar dan grijpt de motor in als ik dat wil.

Morgen wordt het weer de Orca. Die is toch heel wat comfortabeler en sneller: vorige donderdag, met een stevige noordoostenwind, kon ik op het jaagpad een kruissnelheid van 40 km/u aanhouden. Voor een Orca is dat helemaal niet slecht. Alleen: als het echt warm wordt, zo richting 30°, is zo'n velomobiel ook niet ideaal. Dan neemt de trike het over. Of de pedelec, om me eraan te herinneren hoe comfortabel een ligfiets is...

2 opmerkingen:

  1. Tiens, les embarrassements des choises...

    Wijnandt -die nooit goed is geweest in de franse taal.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. :-) (l'embarras du choix)
      Het is al eenvoudiger geworden: geen Seiran 24 meer, mijn oude stadsfiets is ook weg (containerpark) en waarschijnlijk gaat er binnenkort nog een Trek de deur uit ook. Less is more ;-)

      Verwijderen