vrijdag 29 september 2017

Groepsreis met de velomobiel: op weg naar Charleville-Mézières - dagen 1 en 2

De onlangs aangekondigde meerdaagse trip is net voorbij. Hieronder volgt een kort verslag van de zesdaagse reis.

Om het wat leesbaar te houden, komt het verslag in enkele episodes.

De voorbereiding

Als je niet alleen reist, moeten afspraken gemaakt worden. Birger startte een spreadsheet via Google Drive, zodat iedereen wist wat de anderen zouden meebrengen. We kwamen overeen dat er gekampeerd zou worden. De maaltijden zouden we onderweg wel ergens vinden.
Kamperen betekent heel wat bagage, dus de velomobielen waren flink beladen.
Brecht hield het erg spartaans, terwijl ik de Cyclone fietskar nodig had voor wat hij als 'luxekamperen' omschreef. Alles is relatief...

We kwamen een week of zo voor het vertrek samen om de route grofweg te bepalen. Ook wat andere zaken werden op dat moment vastgelegd.

De eerste dag

21 september begon met een onaangename verrassing: Joop had al laten weten dat hij tijdens zijn recente reis een longontsteking opgelopen had. Die was nog niet helemaal genezen en dan is het niet verstandig om een fietsreis te maken. Joop en Anita konden dus niet mee. Balen, vooral voor hen, want ze keken er echt naar uit, net zoals de rest. Toen waren we nog met drie...

Voor het vertrek hadden we bij mij afgesproken: Birger en Brecht zouden naar mijn optrekje komen.


Brecht herschikt zijn bagage
De volgende afspraak was met Helen, die ons een heel eind tegemoet reed. Daarna ging de rit tot bij haar thuis.

Dit was bekend terrrein: langs de Schelde, over een prima jaagpad.



Bij Dendermonde hielden we onze middagpauze.


Inkopen voor het middageten
Ter hoogte van Bornem, aan de Drie Goten, namen we de veerpont. Daar hadden we het meteen aan de stok met de veerman, die vond dat dit geen fietsen waren en ons bijna de overtocht weigerde. 'Niets van aantrekken,' was de commentaar van een andere fietser, 'elke keer als we hier oversteken, heeft hij wel met iemand ruzie.' Jammer: prachtig weer, een mooie job en dan zo chagrijnig zijn...

Een eind verder stond Helen ons op te wachten. We reden verder langs waterwegen tot zover dat ging.


Orca en Mango reden hier zo over, maar voor de WAWs was het niveauverschil te groot
Verder met de gids voorop
Daarna rolden we langs landwegen, overal tussendoor, tot onze eindbestemming voor die eerste dag. Heerlijk weer, mooi tempo, aangenaam gezelschap... De trip kon niet beter beginnen.
Die eerste nacht was comfortabel: niet in ons tentje op een camping, maar geleidelijk aanpassen. Daarvoor kregen we een hele ruimte ter beschikking, met voor elk een matras. De velomobielen stonden veilig en droog in de garage.



Wat data:
  • 105 km afgelegd
  • bewogen gemiddelde van 25 km/u
  • 103 hoogtemeters

Dag 2

(22 september)
Helen had gezegd dat ze vandaag mee zou rijden tot waar we ook zouden eindigen. De afspraak was dat we zo weinig mogelijk vaste bestemmingen zouden kiezen. We zouden rijden tot we het genoeg vonden en dan een camping zoeken. De grote lijnen voor vandaag, vrijdag: een RAVel (fietsroute over een oude spoorlijn) vanaf Hoegaarden tot Namen (Ligne 142). In Namen kom je aan de Maas en die zouden we verder volgen tot het eindpunt van de trip: Charleville-Mézières in Frankrijk.


Klaar voor het vertrek
Eerst dienden we vanaf Kortenberg tot aan Hoegaarden te raken. Dat kan niet langs waterwegen, maar we kregen wel andere zaken voorgeschoteld!


Smalle fietsroutes
Kasseien
En nog kasseien (tot aan het centrum van Hoegaarden)
 In Hoegaarden begonnen we met een ander reisthema: bier. In Hoegaarden drink je... Hoegaarden.


Naast het terrasje op het marktplein van Hoegaarden
Vanaf daar ging het via de RAVel tot aan het eindpunt ervan, in Namen. Een oude spoorlijn, dat betekent heel geleidelijk klimmen en dalen, in dit geval over voortreffelijk asfalt. Het enige nadeel, zeker in het eerste deel: bij elke kruising moet je voorrang verlenen. Onze Waalse buren vinden blijkbaar dat fietsers ondergeschikt zijn aan automobilisten. Zelfs aan de kleinste landweg of oprit naar een boerderij dien je te stoppen.



Het laatste eind tot Namen was zalig: kilometers lang geleidelijk afdalen. Amper of niet trappen en toch flink vooruit raken. Denk er een perfect vlak asfaltlint bij, dwars door het bos, en je kan in gedachten mee genieten.

Langs de kaaien in Namen
Tussen Namen en Dinant: alweer kasseien
Tussen Namen en Dinant: even poseren
Camping 1 lag langs een grote baan, dus die werd het niet. De tweede was veelbelovend: een eindje van de route, maar aan de oever van de Lesse. Dat zou lekker rustig worden.

Eerst moest een probleem met Helens tent (uit de vorige eeuw) opgelost worden: een glasvezel stok was gebroken.

Birger en Brecht spalken de stok
De herstelde stok, die het de hele nacht uithield

De realiteit bleek anders: 'Villatoile' is duur: we betaalden maar liefst 20 euro per persoon, voor telkens een klein tentje en een velomobiel... (3 euro extra per persoon om langs het water te staan). Er was slecht sanitair (bijbetalen voor de douche, dat was de enige keer dat dit hoefde, en ze waren absoluut ondermaats), de keuken was dicht (dat was anders aangekondigd aan de receptie) en daar bovenop kregen we gratis de hele nacht luide muziek... Dit was de duurste en tegelijk slechtste camping van de hele trip. Op andere plaatsen betaalden we minder voor ons drieën dan hier per persoon en we genoten van meer comfort.



De gegevens van dag 2
  • 123 km gereden
  • bewogen gemiddelde 22 km/u
  • 760 hoogtemeters
Dit was ook de dag met de mooiste afdaling, waarbij de Orca met Cyclone fietskar maar liefst 65 km/u haalde! Brecht registreerde 74 km/u in zijn eWAW... De staat van het wegdek liet niet toe om nog sneller te rijden.

Het mooiste deel moet echter nog volgen. Daar genoten we van tijdens de dagen 3 en 4 van onze trip.

Toen ging het licht uit

Dat mag je letterlijk nemen.

Gedurende de laatste rit van de voorbije velomobielreis merkte ik dat de led die aangeeft dat de boordspanning aan staat het niet deed. De knipperlichten ook niet en eigenlijk niets meer. De accu (12 V LiPo) gaf nochtans met drie van de vijf leds aan dat er nog voldoende energie zou moeten zijn.

Tja, onderweg kun je daar niets aan doen, behalve doorrijden zodat je voor donker thuis bent.

Gisteren keek ik het zaakje na. Het was snel duidelijk: op de stekker van de accu stond geen spanning. Geen of een slecht intern contact dus.

De accu werd opengemaakt.


De oorzaak was meteen zichtbaar: de connectie tussen het accupak en de aansluiting was gebroken.



Gelukkig was het zo eenvoudig: even opnieuw solderen, de boel weer monteren en er was opnieuw licht.

Aangezien het tegenwoordig nog donker is om 7u - mijn vertrekuur voor het werk -, heb ik maar meteen de lichtvin op de Orca gezet.

De lichtvin op de E-Orca
Over zichtbaar zijn in het duister kan ik alvast niet meer klagen.

Volgende taak: de tweede BuM Cyo Premium monteren. Het verschil tussen de vier jaar oude Cyo en de recente Premium-uitvoering is groot, vooral wat de breedte van de lichtbundel betreft.

Lichtbundel van de originele Cyo
Lichtbundel van de Cyo Premium

zondag 17 september 2017

Fijnafstelling

Geregeld wordt ook de Seiran gebruikt. Enkelen merkten het al op en zelf vond ik het ook niet alles: ik moet grote stuurbewegingen maken en daardoor lijkt de fiets ook niet erg stabiel. Niet goed, niet handig.

Nu heb je bij ligfietsen voornamelijk twee stuurtypes: boven- of onderstuur. Een bovenstuur kun je vergelijken met een helmstok op een boot: door het ding naar links of rechts te bewegen, stuur je. Hoe langer de helmstok, hoe groter de hefboom. Je kunt dus meer kracht zetten, maar de prijs die je daarvoor betaalt, is dat je een grotere beweging moet maken. Eigenlijk is dat helemaal niet nodig.

De oplossing

Dat was dus het probleem: de afstand tussen de stuurhendels en het balhoofd was te groot naar mijn zin. De helling van de stuurstang werd verminderd, waardoor de afstand al verkleinde, en de lengte ervan bracht ik tot het minimum terug.

Stuurstang bijna op de kortste stand

Hellingshoek aangepast

Het resultaat: een rechtere en kortere stuurstang
Het resultaat: ik rij stabieler. Soms zit het in een kleinigheid.

Voordelen

Dat is al gezegd: stabiliteit. Ik hoef minder te corrigeren of de correcties vragen een kleinere stuuruitslag. Goed voor de rust. Op langere afstanden maakt dat rijden ook aangenamer.

Nadelen

Tja, die zijn er ook.
Omdat het stuur rechter staat, zitten de kabels meer in het zicht. Ik zou dit kunnen oplossen door het zitje rechter te zetten, maar dan neemt de luchtweerstand algauw toe. Daarenboven voel ik me comfortabeler als ik wat platter lig. Alles is relatief, natuurlijk: op een Seiran Tour lig je nooit echt plat.
Mijn knieën en bovenbenen passeren dichter langs de stuurstang, waardoor ik algauw de kabels raak. Misschien kan ik de bevestigingen wat aanpassen om dit probleem op te lossen. De tijd moet uitwijzen of ik dit echt nodig acht.

dinsdag 12 september 2017

Tripje in de maak...

Dit jaar heb ik, wat vakantie betreft, bijzonder veel geluk. Vorig jaar werd veel en hard gewerkt en als gevolg daarvan had ik heel wat overuren staan. Dit jaar is het even wat rustiger, dus maak ik er gebruik van om die uren op te nemen. Vandaar: veel vakantieperiodes.

Heel wat jaren geleden, toen ons clubje nog de 'Gentse Liggers' heette, hadden een medeligger en ik het erover dat we er wel eens een weekje met de velomobiel op uit zouden willen trekken. Toen kwam het er maar niet van.
Ondertussen haalde Joop een tweede velomobiel in huis, waardoor hij en zijn vrouw samen kunnen reizen. Anita zag het eigenlijk ook wel zitten, dus waren we al met drie.

Dit jaar, bij één of ander treffen, werden de plannen stilaan concreter. Terwijl we erover praatten, hoorden enkele anderen ons bezig en werd het: 'zou ik ook mee kunnen?'. Zoals het er nu voor staat, vertrekken we op 21 september met vijf personen voor een weekje velomobielreizen. Vijf is nog net te behappen. Een periode is nog redelijk makkelijk vast te leggen; samen komen lukt ook nog goed en er valt niet teveel te organiseren.
Er is één extra deelnemer voor een tweetal dagen.

Zoiets vergt wel wat voorbereiding. Je moet bepalen waar je naartoe wil. Daarna bekijk je hoe je wil reizen. Met de velomobiel, natuurlijk, maar wordt het kamperen, B and B... Koken we zelf of eten we onderweg? Wie neemt wat mee?

Wel: we kamperen. Elk heeft zijn tentje mee. Echt koken zullen we niet doen; daarvoor moet teveel mee en de tocht is te kort daarvoor. We eten dus onderweg, maar nemen wat mee 'voor het geval dat'.

Zo zijn er heel wat praktische zaken te regelen voor je weg kunt met een groepje.

Archiefbeeld
De geplande route is grosso modo dit


Dik 500 km. Tijd genoeg om het rustig aan te doen. Onderweg kunnen we de route nog wijzigen, mochten we te snel gaan bijvoorbeeld. Dan breien we er een stukje aan.

De planning: 3 dagen rijden, één dag rust en dan 3 dagen terug.Over pakweg een week is het zover. Slingerende asfaltlinten, een kleurige sliert velomobielen, slapen in tentjes... Ik kijk er al naar uit.

En als het meevalt, wie weet, krijgt dit de komende jaren een vervolg.

zaterdag 9 september 2017

Bandenadvies: aanvulling (oeps)

Vrijdag 8 september.
Jan wil een ritje maken: even 30 km heen en even ver terug, met een bezoekje tussendoor.
Er is slecht weer aangekondigd: regen en rukwinden tot 60 km/u.

Orcaweer dus.

Jawel: ik rij dus vooraan met Schwalbe Marathon banden (40-406) waar ik toch wel tevreden over ben.

Onderweg gaat het goed: rugwind, zo'n 35 km/u in de volgebouwde straten van Sint-Amandsberg, een deelgemeente van Gent. De wegbedekking: klinkers. De omstandigheden: nat. Ik rem, want een eind voor mij vertraagt een auto. De remmen happen, de wielen blokkeren, de Marathons schuiven! Ik kan net zo goed niet remmen. Niet goed. Een spannend moment dat gelukkig goed afloopt.

Marathons en natte klinkers: geen goede combinatie dus. Marathons en herfst zijn misschien toch geen zo'n goede combinatie. Zal ik toch maar de Trykers nog eens proberen? Die zou ik onder dezelfde omstandigheden moeten kunnen testen. Pas zo kan ik weten of de remcapaciteit bij nat weer beter is. Maar liever niet: geen zin om in oncontroleerbare omstandigheden terecht te komen. De Orca was niet meer te besturen: hij gleed gewoon rechtdoor.
Ook in bochten meende ik al enkele keren te merken dat de zijdelingse grip wat minder is: de Marathons neigen tot schuiven, ook op droog wegdek.

Voor de rest was de rit erg aangenaam. Dakje erop, schuimdeksel voor de eerste keer sinds deze zomer. Lekker knus in t-shirt. 40 à 45 km/u. Muziek in de oortjes. Het landschap gleed voorbij. Op naar het noorden, bij de buren op bezoek.



De rit duurt amper langer dan met de auto, maar de beleving is veel intenser. Daarnaast is het beter voor de conditie, voor het milieu en zo zijn er nog wel wat argumenten. Het belangrijkste: ik beleef er veel meer plezier aan.

Herinnering: de onder velonauten veelgeprezen Shredda vouwbandjes heb ik ook al gehad. Het is moeilijk meten met een ondersteunde velomobiel. Tegenover de Trykers was het voornaamste merkbare verschil dat ze zowat het dubbele kosten. Ik ging niet sneller, de grip was ongeveer gelijk, de rijgeluiden iets hoorbaarder (profiel tegenover profielloos) en ze gingen niet lang mee. Dure bandjes zonder voor mij merkbare voordelen dus. Een hype?

Bijhorende bedenking: een E-Orca weegt zowat 50 kg (47 volgens Flevobike, maar ik heb meestal wel wat extra's mee: herstelspullen, een fietspomp, deze keer een rugzak met andere kleren). De accu zit ongeveer in het midden tussen beide voorwielen. Dat betekent dat de zijdelingse belasting in bochten toch wel wat hoger is. De fiets - en dus de banden - krijgen meer zijwaartse druk te verwerken. Een Orca heeft ook geen erg strakke vering en gaat dus makkelijk naar de buitenkant van de bocht hellen. Ik vermoed dat het buitenste wiel hierdoor extra belast wordt. Een van de voorbanden krijgt het dus telkens zwaar. Daar bovenop vind ik het vaak leuk om grenzen op te zoeken; zo weinig mogelijk te vertragen in de bochten. Zo kom je soms aan de limiet van wat de banden aankunnen.
Dat is een ander criterium dan minimale rolweerstand om wedstrijden te rijden of omdat je je eigen spierkracht optimaal wil benutten.

donderdag 7 september 2017

Bandenadvies

Bedenking

Banden.
Een eeuwigdurende discussie onder fietsers.
Je raakt er ook niet uit, want er zijn teveel parameters:
  • type fiets
  • gebruikelijke routes
  • rijstijl
  • gemiddelde afstanden
  • belading
  • voorkeuren
Je ervaringen tellen vaak enkel voor jezelf. Een ander kan er soms wat mee, maar moet flink interpreteren en relativeren.
Als je dan tests bekijkt en de zaken wat volgt, blijkt dat de grote fabrikanten wel typenamen behouden, maar de eigenlijke band jaarlijks veranderen. Praktisch: een test van pakweg een Marathon + uit 2015 zegt weinig tot niets over de kwaliteiten van de huidige band.

Voorbanden

Ik merk een verschuiving in de prioriteiten voor mezelf. Waar ik tot dit voorjaar heel vaak met Schwalbe Trykers reed, heb ik naar aanleiding van de fietsvakantie eind mei gekozen voor zekerheid. De Trykers voor gingen eraf en werden vervangen door een weloverwogen combinatie:
Het was een bewuste keuze: wat minder comfort, want meer rijgeluiden en trillingen, maar ook minder kans op lekken en een langere levensduur van de banden. De kwaliteit van de 'voies vertes' indachtig, was het belangrijk om met echt stevige banden te vertrekken.

Nu, vier maanden later, kan ik al een korte evaluatie geven.
Foto: Decathlon

Schwalbe Marathon (huidige staat)
De Decathlon binnenbanden zijn een handige oplossing: voor € 6,99 koop je een 20" binnenband waar de lekdichtende vloeistof al in aangebracht is. Je hebt er dus niet meer werk aan dan met een klassieke binnenband. Integendeel: je hoeft geen lekken meer te dichten. Het nadeel: ze wegen meer vanwege de vloeistof.

Lekken of andere problemen: absoluut niets. Het enige wat ik deed - en dat moet bij elke fietsband - is af en toe de druk controleren.
Rijcomfort: het is even wennen. Zoals ik al wist, maken de banden meer geluid. Vermoedelijk zijn het hardere loopvlak en het profiel hiervan de oorzaak. Dat is even wennen, maar een velomobiel is op zich al niet het stilste voertuig. En in vergelijking met de Trykers voel je wat meer trillingen, als je over klinkers rijdt bijvoorbeeld. De demping van hoogfrequente trillingen is gewoon wat minder. Daar veronderstel ik dat dit het gevolg is van het feit dat het een stijvere band is: draadband tegenover vouwband, dikkere zijkanten, stijver rubbermengsel.

Of het absoluut ontbreken van lekken vooral met de Marathons of vooral met de antilek-binnenbanden te maken heeft, ging ik niet na. De Greenguardlaag in de buitenbanden is de eerste verdediging: komt er niets door, dan heb je geen lek. De Decathlon antilek-binnenbanden vormen de laatste defensie: raakt iets toch door het loopvlak en door de binnenband, dan moet de vloeistof het lek meteen dichten.
Om de weten wat dat in de praktijk betekent, zou ik beide banden van de wielen moeten halen, het loopvlak inspecteren en nagaan of er perforaties te vinden zijn in de binnenband. Voor mij volstaat de constatering dat er geen lekken waren. De rest volgt als ik de banden aan het einde van hun levensduur vervang.

Achterband

Een conventionele velomobiel, dus slechts één achterband. Die werd na de fietsvakantie vervangen. Aangezien ik al in het begin lek reed, had ik het beter vooraf gedaan. Omdat ik er tevreden van was, werd dit dezelfde als voordien: een Continental RIDE Tour (47-406) en zonder antilek-binnenband.



Dit is een spotgoedkope band - € 8 - met een lange levensduur en een goede grip. Geen enkele reden om naar iets anders om te schakelen. Dit is voor de meeste velonauten van weinig belang, aangezien de meesten met een 26" achterwiel rijden.
Het enige nadeel dat ik tot nu ondervond, ook met het vorige exemplaar: op een natte, gladde ondergrond durft hij wat sneller doorslippen. Omdat het de achterband betreft, is dat geen enkel probleem.

Besluit

Voorlopig blijf ik met deze combinatie rijden. De herfst komt eraan, met meer regen, met modder. Dan zijn de Trykers, met hun gladde loopvlak waar allerlei rommel aan blijft kleven, geen goede keuze.

vrijdag 1 september 2017

't Is alweer voorbij

De jaren schuiven langs en terugkeren is er niet bij. Wat ik deed, wordt tot herinneringen.
Alweer naderen we het einde van een zomer. Het nieuwe schooljaar is vandaag gestart.

De voorbije mooi-weer-periode was leerrijk, was boeiend.

Lac de Panthier, Bourgogne, juni 2017
Parc Régional des Monts de l'Ardèche, augustus 2017
Nu is die periode voorbij. Dat is duidelijk te merken op de woon-werk-ritten.

Het schemert als ik vertrek (rond 7u) en de zon komt pas op terwijl ik onderweg ben.

Opkomende zon bij Gavere (langs de Schelde)
De populieren verliezen hun bladeren al.

De Pinte, op weg naar huis
Stilaan wordt het weer donkerder bij elke rit naar en van het werk. Het wordt tijd om de tweede B+M Cyo Premium in de Orca in te bouwen.
Deze week heb ik voor de eerste keer in maanden het Flevobike-dakje op de velomobiel gezet: het regende.