zaterdag 12 juli 2014

Even naar Arzon - dag 6

Het ontbijt kan niet vroeger dan 9u, maar toch ben ik al om 7u uit de veren.

Na een deugddoende douche wordt alles netjes ingepakt. De spullen zijn droog en er is ruimte om systematisch te werken.
Er rest wel nog een klusje: gisteren is bij een ongelukkig maneuver de knop voor de rechter knipperlichten gesneuveld. Het vervelende is dat als de knop weg is, de knipperlichten continu werken. De verbinding moet dus onderbroken worden. Niet erg, want dat duurt amper vijf minuten. Wel erg, want dat betekent voor de rest van de reis geen rechter knipperlichten meer. Zelfs al had ik een knop, ik heb geen materiaal om te solderen, geen krimpkous, ... (die knop ligt natuurlijk thuis, in verbeterde uitvoering).

Gezien het zakkende tempo - het reliëf is toch anders dan ik verwacht had - besluit ik de route alweer lichtjes te wijzigen. Ik sla Saint-Malo en Dinard over en rij rechtstreeks naar Dinan.

Het heeft de hele nacht geregend, maar nu lijkt het toch wat op te klaren.

Na een heerlijk uitgebreid ontbijt, kan ik tegen 10u aanzetten.



15%? Dit lijkt bijna vlak, na wat ik langs de kust voor de kiezen kreeg...

Om 11u ben ik in Avranches, vlakbij de baai met de Mont Saint-Michel, die ik vanuit de verte kan zien.



Avranches blijkt over een mooi, oud centrum te beschikken en - hoe kan het ook anders - over zeer steile straten. Dit is het uiterste zuiden van Normandië, dat naadloos overgaat in Bretagne.


 De snelweg, ergens tussen Avranches en Pontaubault. Vroeger reed ik met de auto langs daar.
Nu gaat het wat langzamer, maar de beleving is veel intenser.


De Mont Saint-Michel blijft nog even in het zicht
Mooi vooruitzicht: een lange afdaling
Prachtige, dreigende wolken
Op de middag ben ik in Pontorson. De hele tijd kan ik de Mont Saint-Michel rechts van me zien wenken.


The long and winding road
Ik maak van mijn hart een steen, laat het aantrekkelijke monument voor wat het is en rij verder op en neer.

Iets na 14u parkeer ik de Orca voor een restaurantje in alweer een onooglijk plaatsje: Pleudihen. Tijd om de accu te laden en de honger te stillen. Ik eet een heerlijke bio-galette (een pannenkoek van boekweitbloem), gevuld met ei, kaas en wat groenten (in Bretagne heet dit: une galette complète). Daarbij hoort uiteraard een "bolée" cider: dit is Bretagne, tenslotte.

Het goede nieuws is dat het verbruik gedaald is tot 5,1 Wh/km. De hellingen zijn hier minder steil en de wind komt van opzij. Dat betekent meteen dat de autonomie stijgt en het tempo eveneens.



Vanuit de Orca is zo'n dreigend wolkendek minder erg dan vanop een bukker.

Eigenlijk had ik voor vandaag afgesproken met enkele Franse ligfietsers en velonauten, want er is namelijk het Franse kampioenschap in Malestroit. Ik betwijfel of ik het haal. Het tempo is gezakt en de rechter achillespees speelt op als gevolg van de zware belasting. Zonder mij zullen ze hun wedstrijd ook wel rijden.

Het worden dus telkens tussendoelen. De gps wordt anders ingesteld: eerste doel is Caulnes. Daarbij passeer ik om 15u in Dinan. Weer hetzelfde: een indrukwekkend zicht op een oude vestingstad, maar binnenin alweer veel steile straten.


Bij het verlaten van Dinan gaat het verder omhoog... Hier, in het noorden van Bretagne, wordt de grootste plaats (Vannes) vlak bij mijn uiteindelijke bestemming al aangegeven.



Tegen 17u ben ik in Caulnes. Ook weer een onooglijk plaatsje, dat enkel op de kaart staat omdat het iets groter is dan de andere onooglijke plaatsjes. Onderweg bleek alles dicht te zijn. Het is zondagnamiddag en dan slaapt blijkbaar heel Frankrijk, ook alle bars, café's, ...

In Caulnes is een koppel bezig de auto te laden voor een verhuis. Ze bieden me meteen aan om de accu bij hen te laden. Die verhuis blijkt naar Arles te gaan. Ze blijven wel in het eigen land, maar zullen maar liefst 1200 km verder wonen! In België bedraagt de grootste afstand een goeie 300 km...

Ik besluit toch nog een eind door te rijden, want na nog maar een flinke bui lijkt het nu toch op te klaren. Verder onderweg kom ik in het departement terecht waar ik de komende tijd zal verblijven.



Het volgende stadje - als het die naam waard is -, is Mauron. Dit is enkel het vermelden waard omdat hier eindelijk een "voie verte" begint. De V3 is aangelegd op een oude spoorlijn.

Afstandsaanduidingen naar de vroegere stations, nu grotendeels verdwenen
Dat betekent dat er amper van hellingen sprake is. De ondergrond is perfect en er is geen kat te zien.


Het gevolg: de snelheid stijgt naar 30 km/u en zo kan het een eind doorgaan. Dat geeft moed!

Zo belandt ik om 19u in Ploërmel, waar weer een korte pauze volgt in een pizzeria. Dit is zowat de enige zaak in het stadje die open is, maar de bediening is heel erg hartelijk.

En zo beslis ik om toch tot Malestroit te rijden. Het wordt wel laat, maar het weer is weer prima en het gaat goed. Dus: waarom niet?

Uiteindelijk kom ik er aan om 22u. Meteen wordt de tent opgezet op de "camping municipal", naast de tentjes van een Nederlands viertal dat een rondje Bretagne fietst op hun Koga's. Ik probeer in te schatten waar de zon zal opkomen, zodat er weer met een droge tent kan vertrokken worden.
Een Orca vinden ze duidelijk een raar bakje, want "geef ons maar onze Koga". Nou ja, dat is hun goed recht, natuurlijk.
Na een late maaltijd is het hoogtijd voor bed, want vandaag is maar liefst 188 km afgelegd, ondanks de zeurende achillespees.

De Franse ligfietsers zijn natuurlijk al lang vertrokken.

Kilometerstand bij aankomst: 843 km.

Wat het laden betreft: ik had voordien al gemeld dat de autonomie moeilijk te bepalen is indien tussendoor bijgeladen wordt. Ik leer om hiervoor geen rekening meer te houden met het opgenomen vermogen, maar met de accuspanning. Na een poos merk je dat die sneller zakt onder belasting en zo leer je inschatten wanneer bijladen nodig is.

3 opmerkingen:

  1. Haha, het gaat wat langzamer, maar de beleving is veel intenser. Hou dat vast Jan!
    Sorry voor de koga's. (met rode Ortlieb tassen?)Wij Nederlanders zijn wat bot in uitdrukken. Velomobielen lijken bij de meeste hun goodwill verspeelt te hebben in Nederland. Jammer. Tegen vooroordelen valt niet te vechten. Moet je ook niet willen.
    Gewoon lachen, praten en zwaaien tegen iedereen. Vooral de jeugd, die heeft de toekomst en omarmen die 'geile' dingen op een vanzelfsprekende manier. :-D

    Misschien moet je eens wat grote zwarte vlekken op je Orca schilderen en een vriendelijke orca-ogen en mond aan de voorkant, Haha! Er is al een Big white SharkQuest, een Quemo en een Koi-Quest.
    Mijn brandweerstrepen en de schildpadden op de fiets van mijn meisje (allias: Stoffel) lokken ook vaak uit opgewekte opmerkingen of klanken als: Tatuuuuh-tatuuh! Lachen!

    BrandweerQuest

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De Ortliebs waren zwart ;-)
    Ach ja, dan reageer ik met "elk kiest zijn eigen voertuig". Voor de rest was het wel aangenaam, hoor. Onder ernstige fietsers (wat dat ook moge betekenen) heeft Koga trouwens ook zijn glans verloren...

    Wat decoratie op de Orca is misschien geen slecht idee. De ogen zijn er al: de lampen, met zwarte omlijning, doen goed dienst daarvoor. Een glimlach erbij? Even over nadenken.
    In elk geval ontbreekt het hier niet aan belangstelling. Toen ik vanmiddag aan de kade wou vertrekken, heeft het zowat een kwartier geduurd eer ik weg kon. Iedereen wou weten wat het was: voor de Fransen is een velomobiel nog veel krediet, want ze weten aan geen kanten wat het is. Voortdurend moet ik uitleg geven en meestal gaat dat met veel plezier (gelukkig is mijn Frans net goed genoeg hiervoor).
    Ik heb er zo'n vermoeden van dat de Orca hier binnenkort druk zal circuleren op het internet.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Beste Jan, ik geniet van alle verhalen, of ze nu van een Koga, Orca of Strada komen. We zijn allemaal onderdeel van de fietsfamilie.
    Maar velomobiel verhalen hebben natuurlijk net een streepje voor. Heerlijk om met je mee te reizen.

    Wilco

    BeantwoordenVerwijderen