vrijdag 25 maart 2016

Nog maar eens een wiel maken - deel 2

De basis

Een collectie onderdelen lag klaar:


  • een velg
  • 32 spaken
  • 32 nippels
  • een naaf
  • een remschijf (met toebehoren)
  • velglint
Dat alles moest samen opnieuw een voorwiel worden voor de Seiran 24

Voorbereidende berekening

Normaal gezien kies je een bepaald spaakpatroon (radiaal, kruis 2 of 3) en bereken je aan de hand daarvan welke spaaklengte je nodig hebt. Ik besluit het om te keren, om te vertrekken vanuit de beschikbare spaken.
Via de berekeningsmodule van Sapim bekijk ik wat mogelijk is. Daarvoor moet je een aantal maten opgeven. Om het eenvoudig te houden, haal ik de maten voor de naaf van de site van Shutter Precision.
Door te variëren met het aantal keren kruisen, kom ik - met de gegeven spaaklengte (234 mm) - uit op 3x kruisen. Dat wordt een stevig wiel! (verklaring: meer kruisen geeft een sterker wiel. Daarnaast is een kleiner wiel ook sterker. Met de originele Deorenaaf waren de spaken 2x gekruist.

Wiel vlechten

Dan begint de zen-taak: de naaf inspaken en het wiel richten. Voor de basis ga ik telkens naar dezelfde bron: de website van Sheldon Brown.

Eerste stap: de eerste acht trekkende spaken aan één kant.

Wiel van de rechterkant bekeken
Deze zitten van buiten naar binnen door de flens (spaakkop aan de buitenkant) en wijzen tegen de klok in.


Ter illustratie verdraaide ik de naaf wat. Je ziet dat je goed moet opletten. Er zit nog absoluut geen spanning op de spaken, waardoor ze beide kanten op kunnen wijzen.


Dan volgen er acht aan de andere kant, ook weer trekkende spaken.


Daarna begin ik met de duwende spaken aan de rechterkant.

De eerste duwende spaak zit erin
Vanaf hier wordt het iets moeilijker: je moet met 3 gekruiste spaken de duwende spaak over de eerste twee heen leggen - dat gaat vanzelf - en dan onder de derde door. Daarvoor moet je de spaak wat buigen en opletten dat je met het uiteinde de velg niet schendt.
 
Tenslotte volgen de duwende spaken aan de kant van de remschijf. Voor een voorwiel maakt het allemaal niet zoveel uit welke kant de duwende en trekkende spaken uit wijzen. Dat wiel loopt tenslotte maar mee. Bij een achterwiel is het van meer belang, want daar doen de 'duwende' spaken echt wat hun naam zegt: ze brengen de kracht van de naaf over op de velg.


Als alle spaken op hun plaats zitten, begint het afstellen. Spaken op spanning brengen en het wiel richten. Dit is het makkelijkste deel, maar het vraagt tijd indien je het goed wil doen.


Het wiel bij het begin van de klus
Daarbij moet je rekening houden met 4 factoren:
  • lateraal richten (kan leiden tot een heen en weer slingerend wiel)
  • verticaal richten (op en neer dansend wiel)
  • centreren (netjes in het midden ten opzichte van de naafeinden)
  • spaakspanning
Daarvoor gebruik ik twee hulpmiddelen: een wielrichter en een centreerboog.  



Bij de eerste wielen die ik maakte bestond die wielrichter eenvoudig uit een oude voorvork die in de bankschroef geklemd werd (je kunt ook een fiets op zijn kop zetten en zo werken). Om te richten zette ik op de vorkpoten een staafje/potlood met een elastiek vast. Met deze wielrichter gaat het wel makkelijker en je zet hem waar je maar wil werken. Voor ligfietsers die aan wielen willen werken, is het van belang dat je wielrichter met uiteenlopende maten (van 406 tot 622) overweg kan. Voor de centreerboog geldt hetzelfde.

Die dient om te controleren of je wiel mooi gecentreerd is ten opzichte van de naaf.
  
Het belangrijkste principe bij het stellen van een wiel is dat je zoveel mogelijk enkel de nippels aandraait. Zit er een slag of slinger in je wiel, dan corrigeer je dit door de spaken aan de tegenoverliggende kant aan te spannen. Niet door er losser te zetten.

5 opmerkingen:

  1. Dapper en bewonderenswaardig dat je dat altijd zelf blijft doen Jan.
    Ik moest even nadenken over de zin van het belang van de duwende spaken aan de kant van een achterwielnaaf. Ik denk dat je bedoelt dat je die beter niet als laatste er in kan duwen (van binnen naar buiten). Omdat ze daar potentieel zwakker van worden.
    Helemaal mee eens!

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik maak ze zelf om vooral twee redenen:
      - het zijn telkens 'one off' wielen, die je niet zomaar vindt
      - eigenlijk is het gewoon leuk
      Ik zou natuurlijk aan de fietsenmaker kunnen vragen om het voor mij te doen. Dat zou sneller gaan en zeker even goed zijn, maar nu heb ik het plezier van het zelf gedaan te hebben. Een keer je het geprobeerd hebt, is het ook helemaal niet moeilijk.

      Verwijderen
  2. Mooi zoals je dit doet en ook stap voor stap helder beschrijft. Ik ben meestal wat minder systematisch als ik weer eens een wiel spaak.
    Ik ben wel heel benieuwd naar je ervaringen met je Shutter Precision naaf! Ik ben na 9 jaar en 150.000 km nog steeds tevreden met de Shymano 3N80 die ik als kettingdynamo in de neus van mijn Quest heb zitten. Ondanks de zeer vele rondjes die hij al gedraaid heeft, is het nog steeds een betrouwbare bron van elektriciteit (in combi met accu's die door de dynamo geladen worden).

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Wel: in zowat alle fietsen in huis, ook in die van de jeugd, zit een naafdynamo. De meeste zijn - dat valt te verwachten - Shimanonaven. De oudsten zijn ondertussen ruim 12 jaar oud en doen het nog steeds. In de Birdy zit al sinds 2012 een SV-8. Da's een vouwfiets, dus die doet niet zoveel kilometers, maar de naaf doet zijn werk zoals het hoort. De Seiran zal wel meer kilometers afleggen, dus daar zal ik de betrouwbaarheid beter kunnen beoordelen. Vermoedelijk zit er niet zoveel verschil tussen een 3N80 en een SD-8, maar het uitzicht is ook van belang, temeer omdat die in het voorwiel van de ligfiets zit en dus wel zichtbaarder is dan in de neus van een Quest ;-)
      Volgens een aantal blogs wordt Shutter Precision een gekend product bij brevetrijders, omwille van het lage gewicht, hoge rendement en prima prijs (vergeleken met een SON).
      De SRAM was de eerste defecte naafdynamo, maar die was helemaal niet nieuw toen ik hem kreeg en ik ken de voorgeschiedenis ervan niet.

      Verwijderen
  3. Mooie beschrijving van het wielvlecht proces Jan, zeer leerzaam. En inderdaad leuk om te doen, je moet er enkel aan durven beginnen, en het juiste gereedschap bij de hand hebben.

    Groeten, Adri.

    BeantwoordenVerwijderen