Posts tonen met het label velomobiel. Alle posts tonen
Posts tonen met het label velomobiel. Alle posts tonen

donderdag 6 juni 2013

Het gaat vooruit: elektrango (1)

Enkele berichtjes geleden kondigde ik aan dat er plannen zijn om te kijken voor een troonsopvolger: eFAW is stilaan pensioengerechtigd en vervanging wordt noodzakelijk.

Gebaseerd op mijn shortlist selecteerde ik drie troonpretendenten:
  • de eWAW
  • de eOrca
  • de elektroMango
De eWAW voelde ik al aan de tand; daarover schreef ik wat artikelen. De rest van de tests moest nog volgen. Arjan Vrielink nodigde me alvast uit om de eOrca te smaken. Dat komt wellicht binnenkort.

En kijk: kort na de aankondiging kreeg ik een vriendelijke uitnodiging van Gert Jan Reilink. Hij ging bij Sinner zijn Mango afhalen. Indien ik zin had, kon ik meerijden en meteen de elektroMango (elektrango) proberen. Daar zeg je niet neen op: Groningen is een flink eind rijden en met z'n tweeën is het toch net wat aangenamer om die zes uren te overbruggen.

Goed. De elektroMango dus. Mijn referenties op dit moment zijn (natuurlijk) eFAW en dan de eWAW (Foxy).

Het uiterlijk

De Mango op zich is een bekende binnen het VM-wereldje. Uiterlijk is het een voertuig dat veel meer aansluit bij de Alleweder dan de WAW. Ook het basisconcept lijkt er meer op: zelfde wielbasis, zelfde stuurprincipe, zelfde ophanging (maar dan wat actueler en nu met Rissedemper achterin). Niet identiek, maar duidelijk op dezelfde leest geschoeid. Het grootste uiterlijke verschil is een stroomlijn die gemaakt is uit glasvezel/epoxy, waar - zoals gekend - een Alleweder 2 beschikt over een aluminium huid.


Qua vormgeving wint de WAW zonder twijfel: zelfs stilstaand lijkt dit een volbloed. De Mango is wat dat betreft banaler. Het blijft een velomobiel, dus ook de Mango doet hoofden omdraaien, maar om andere redenen. Mensen kijken omdat een VM een weinig gekend gegeven is en niet omdat een Mango er bloedsnel uitziet. De bolle neus en afgeronde vlakken zijn puur functioneel en vermoedelijk makkelijker te produceren in een mal, maar maken de fiets tegelijk anoniemer. Een WAW oogt als een sportwagen, een Mango valt eerder te vergelijken met een comfortabele compacte monovolumer.


Ik word er niet warm of koud van: dit is een puur functioneel ontwerp. Maar daar gaat het niet om, wel om hoe de VM rijdt en of die voldoet aan mijn eisen.

De binnenruimte en afwerking

De Mango die Sinner voor mij klaargezet had, was een Mango Sport, die nauw aanleunt bij de originele mal. Het nadeel is dat die minder ruim is dan de + of de Tour: achteraan, achter het zitje, is de Sport namelijk wat smaller. De "rugzakproef", waarvoor de WAW gezakt is, maakte dit duidelijk. Die rugzak - die ik dagelijks gebruik om de spullen naar het werk mee te nemen - kon nog net in de Sport. Geslaagd dus, maar net. De andere varianten zijn achteraan wat ruimer en voldoen dus beter op dat vlak.
Qua afwerking valt er niets op aan te merken. Geen scherpe randen, netjes in de lak, de instapopening mooi afgewerkt en in het interieur zag ik ook niets fouts.
Tegelijk is er weer iets waar Fietser uniek bij is: in Foxy was de binnenkant extra luxueus. Bij de WAW kun je opteren voor een afwerking met akoestisch vilt, wat vooral de fiets stiller maakt, maar tegelijk voor een heel ander gevoel zorgt. Toch heb ik de indruk dat de Mango heel wat stiller is dan de WAW.
In de Mango kijk je tegen glasvezel aan, net zoals eFAW binnenin bloot aluminium is.

De techniek

Aan de linkerkant voor het zitje bevindt zich het paneel met de schakelaars voor de verlichting. Zo op het zicht zitten de schakelaars nogal willekeurig verspreid, maar er zit heel wat op: dagrijlichten, gewone lichten, mistachterlicht, ... De boordcomputer is netjes verlicht door een led. Aan de rechterkant zit wat extra: daar is de accu tegen de wielkast geplaatst en wat verder naar voor zit de bediening voor de motor: aan/uit-schakelaar, instelling van de mate van ondersteuning (in drie stappen) en aanduiding van de lading door middel van een rij leds.
Op die manier kan het stuur heel eenvoudig gehouden worden: enkel een bar end shifter, de remhendel, een koordje voor de (wettelijk verplichte) bel en twee schakelaars voor de knipperlichten en de claxon.


De remhendel is ook al een verder ontwikkelde versie van wat in eFAW zit: de grendel voor de parkeerrem is met een veer uitgevoerd. Je moet maar even aan de hendel trekken en de parkeerrem ontgrendelt. Ook is een sensor voor het remlicht ingebouwd. Het enige wat ontbreekt, is een houder voor de gps. Dat is dan ook alles wat ik kon bedenken. Voor de rest zit er echt alles op, zonder zichtbare bedrading waar je aan kunt blijven haken.

De aandrijving is een mooi systeem: er wordt gewerkt met een tussenas, waardoor de versnellingen helemaal binnen de stroomlijn en dus mooi afgeschermd zitten. De hele aandrijflijn is trouwens mooi beschermd door glasvezel/epoxy panelen, die met klittenband vastgezet worden.

De elektro-aandrijving is bij Sinner anders aangepakt dan bij Fietser: de WAW gebruikt hetzelfde principe als wat ik in eFAW toepas. Daar zit een (Cyclone) elektromotor voorin gebouwd, die het voorste tandwiel aandrijft (wel met een freewheel) en die met een gashendel bediend wordt. Sinner bouwt een Sunstar S03 motor in: dit is een equivalent van de Bosch en Panasonic motoren die je op de betere elektrische fietsen vindt. De motor is rechtstreeks met de trapas verbonden en er wordt met een koppelsensor gewerkt.
Het voordeel is duidelijk: dit is een eenvoudig systeem (bracketas eruit, motor er omheen bouwen) met als nadeel dat je vooraan maar van één tandwiel gebruik kunt maken.

Interessant is dat Sinnerbikes een naafdynamo (Shimano DH-3N80) op de tussenas als optie aanbiedt. Daar hou ik van: voor essentiële zaken zoals verlichting ben je dan niet afhankelijk van batterijen. Die hebben de onhebbelijke gewoonte leeg te raken op het minst gepaste moment, zoals 's morgens als je op het punt staat naar het werk te vertrekken. Mooie optie, dus.

De volgende post: rijervaring met Elektrango.

maandag 7 november 2011

bedenkingen bij het concept velomobiel

In Europa heb je blijkbaar twee loten aan de velomobielboom: de ene is de oer-Alleweder en al zijn nazaten (de Nederlandse, Belgische en Duitse ontwerpen) en de andere is de Leitra en aanverwanten.

Hotsebotsend over onvervalste Vlaamse kasseiwegen, hobbelend door bemodderde dreven en dooreengeschud op fietspaden vol kuilen en slechte betonnaden, kon ik de voorbije maanden dikwijls mijn gedachten de vrije loop laten. Sta me toe om met mijn zeer beperkte velomobielervaring de volgende kritische geluiden te laten horen.

De Gforce trike was vooraan met 20" en achteraan met een 26" wiel uitgerust, compleet ongeveerd. Ballonbanden (47 mm Perfect Moirees) konden het comfort wel verbeteren, maar vervangen geen vering. eFAW is rondom geveerd en rondom met 20" wielen uitgerust. Op de meeste hedendaagse velomobielen zit achteraan een 26" wiel: meer comfort, minder rolweerstand en de naaf zit een pak hoger, waardoor ketting en eventuele derailleur minder snel vuil oppakken. Het comfort met eFAW is dus wel beter dan met de Gforce, maar die kleine wieltjes zijn een vloek op een slecht wegdek. Op (versleten) klinkerwegen danst eFAW alle kanten uit; de achterkant slingert heen en weer en de voorkant zoekt zijn eigen weg, waardoor de fiets naar mijn gevoel soms bijna dwars op de rijrichting staat. 't Is ook niet alles, maar in die omstandigheden is mijn Trek met 2 keer 28" wel meer aangewezen.

Op de Gforce had ik een upgrade uitgevoerd met gekoppelde hydraulische schijfremmen, met een enorme remkracht; eFAW is uitgerust met de klassieke 70 mm trommelremmen en weegt het dubbele. Sinner biedt nu een optiepakket aan, met schijfremmen, geschikt voor een hele rits velomobielen. Alleen: ik ondervond met de Gforce dat schijfremmen het verwijderen van het wiel heel wat gecompliceerder maken binnen het concept trike en velomobiel, omdat er niet met een uitvalnaaf maar met een as gewerkt wordt waar het wiel over geschoven moet worden (enkelzijdige ophanging). De remklauwen zitten vast op het frame en klemmen de schijf vast. Dat betekent dat je om een wiel uit te halen ook de remklauw moet losmaken. Ik zag het Sinner-systeem nog niet in de praktijk; het is mogelijk dat ze hier een oplossing voor verzonnen hebben.

Met die ervaringen in het achterhoofd vroeg ik me enkele zaken af. Zoals: zou het niet mogelijk zijn om een bruikbare velomobiel te ontwerpen met 24" (of 26") voorwielen en een even groot achterwiel ? Binnen het Allewederconcept (laten we het maar zo noemen) wordt dat problematisch, want ten eerste zou je de wielkasten dan heel groot moeten uitsnijden, maar daarnaast moeten die ook diep zijn, anders kun je niet meer draaien: een groter wiel betekent een grotere wieluitslag, dus de zijdelingse verplaatsing vergroot. Dan komt het Leitra-idee in beeld: zet de wielen buiten de stroomlijn. Aërodynamisch zal dat wellicht minder gunstig zijn dan wat met pakweg een Quest gedaan is (gesloten wielkasten), maar het comfort zal met 24" (of 26") geveerde wielen wel veel beter zijn, kan ik me zo voorstellen en de rolweerstand verlaagt nog ook.
Meteen maak je het ook makkelijker om met schijfremmen te werken, want de remklauwen zijn veel makkelijker bereikbaar en met open wielen heb je geen wielkasten die alle water en vuil naar die schijven sturen. Natuurlijk moet je ook hier, om de stuuruitslag voldoende  te maken, je wielen ver genoeg naar buiten zetten, wat een grotere spoorbreedte betekent. Eigenlijk vraag ik me gewoon af: is dit ooit al gedaan ? De spoorbreedte moet ook weer aan een aantal voorwaarden voldoen: hoe groter, hoe beter de stabiliteit, maar hoe meer je de kans vergroot dat je op vele plaatsen niet meer door kunt. Tenslotte zijn er ook wettelijke grenzen aan die breedte, variërend van land tot land. In België mag een drie- of vierwieler tot 2,5 m breed zijn, dus er is wel enige marge...

Ik weet het: ook 90 mm trommels zijn een alternatief om de remkracht te vergroten, maar die zou je ook op 24 of 26" wielen kunnen gebruiken.

Ik vrees alleen dat de nadelen overwegen, want anders zouden er wel velomobielen volgens zo'n concept rondrijden. Het zou wellicht ook meer comfort georiënteerd worden en minder op prestaties gericht, maar ook daarvoor is er een markt, toch ?

Het belangrijkste nadeel, zegt Johan Vrielink (Flevobike), is dat de zijdelingse krachten sterk toenemen bij een grotere wieldiameter, vooral omdat bij een driewieler de wielen niet kantelen in de bocht. De velgen, naven en spaken krijgen het dus zwaar te verduren. Misschien kun je dat opvangen met bredere naven, maar dan neemt het gewicht weer toe.

Hoe dan ook: een fiets in de stijl van een Leitra, met grote 26" wielen en een instap als bij de Flevobike Orca, dat lijkt me wel wat !

woensdag 16 maart 2011

routine

Zo gaat dat. Met de trike net als met de bukker. Op een bepaald moment heb je je vehikel naar je hand gezet en zo lang er niets mis loopt, rij je er gewoon mee.
's Morgens gaat de garagepoort open, buiten schijnt het zonnetje (of niet), je vleit je neer in je comfortabele zitje en vertrekt naar het werk. De fiets maakt de vertrouwde geluiden, de banden zoemen over het asfalt (de fiets huppelt over slechte betonklinkers), het stuur losjes in de handen; je benen vinden het gekende ritme en de kilometers tellen bij op je teller.
Geen lekke banden, geen te verbeteren gebreken, enkel ikzelf en de trike (of de bukker).

Dit kan niet ! Dit moet beter kunnen ! Sneller, met minder inspanning, zodat ik nog meer met de fiets naar het werk kan, zodat de auto nog langer werkloos voor de deur kan staan, tot op het punt dat die laatste weg kan. Dat is pas zero emission op het vlak van mobiliteit... Dus komt de velomobiel in het zicht.

Twee grote hindernissen en wat kleinere:
  • een velomobiel kost behoorlijk wat, zelfs tweedehands
  • ik vrees dat zo'n machine in de zomer in een sauna verandert, dus moet de trike daarnaast ook nog blijven
Trike + velomobiel betekent heel wat ruimte. Die is er wel, maar nu wordt de garage ook al goed gebruikt. Een redelijk deel van de woonwerkverplaatsing, zeg de eerste 8 km, is in een stadsomgeving. Dat betekent veel remmen en aanzetten. Met een massa van om en bij de 35 kg (velomobiel met allerlei accessoires; het opgegeven gewicht is altijd een minimum) tegenover de 20 van de trike, zal er veel harder op de pedalen geduwd moeten worden. Dan komt een elektromotor van pas, maar dat is dan weer heel wat extra gewicht...

Dan moet ook de afweging tussen comfort (vering, bergruimte, ...) en performantie gemaakt worden, moet ik inschatten of de investering echt kan opbrengen, of de tijd die in de verplaatsingen opgaat opweegt tegen de extra inspanningen. Geef toe: met de auto is lekker gezellig, zeker indien je zo goed als nooit in de file moet staan. 't Is ook niet zo dat ik maar 5 km moet doen om op het werk te raken (zou ik eens van job veranderen om dichter bij huis te werken ?), dus er zal tijd in kruipen !

En kijk: op het einde van de vorige maand organiseerden we met de Gentse Liggers een "velomobieltestdag" ! Ideaal als aanzet, niet ? De - heel korte - test met een WAW was in elk geval veelbelovend. Dit moet nog eens in het lang en in het breed herhaald worden. Dat wordt een WAW huren voor een week en dan op basis van die ervaring ook enkele alternatieven bekijken. WAW heeft alvast twee grote voordelen: de producent is gevestigd op enkele kilometers van de deur en het ding weegt niet veel. De standaard-WAW weegt al minder dan 30 kg (nou ja: niet veel is duidelijk relatief).

Tja, het dringt niet. De trike nadert de perfectie, binnen het concept waar de Gforce voor staat (tadpole trike, ongeveerd, met kuipzitje), dus zolang er geen defecten ontstaan, kan ik rustig genieten. Aan de Trek (bukker) is weer wat werk, maar het is nog steeds wachten op de onderdelen (voornamelijk een nieuwe kettingkast).