donderdag 9 juni 2011

anuuzel menneken

Vanmorgen bij het opstaan verwelkomde een stralende zon aan een staalblauwe hemel me. Dit was duidelijk weer een dag waarop de woonwerk-rit zeer aangenaam zou verlopen. Na de nodige voorbereidingen - kledij voor op het werk wegstoppen, fietskledij aantrekken, proviand en fototoestel in de fietstas - liet ik me in mijn ligzetel zakken en zette aan.

Ik heb het al enkele keren laten vallen: het eerste deel van de rit - op dit moment tot aan de Schelde op de grens tussen Merelbeke en Zwijnaarde - is niet het aangenaamste. Als er al fietspaden liggen, bestaan die voor het grootste deel uit hobbelige, verzakte betonklinkers.

In dat eerste deel, nog in Gentbrugge, passeer ik een kruispunt waarvan ik weet dat het opletten geblazen is. Automobilisten hebben daar de neiging om geen rekening te houden met de andere straten, zeker niet als het om voorrang verlenen gaat aan fietsers.

Nochtans is het duidelijk. Dit is waar ik vandaan kom. Let op het verkeersbord aan de rechterkant (waar anders ?).


Van de tegengestelde kant kwamen twee auto's aangereden. Ik nam voor alle zekerheid maar aan dat ze linksaf zouden slaan (knipperlichten zijn natuurlijk niet nodig), maar reed "met rustige vastigheid" door. Niet te snel, zodat ik tijdig kon stoppen, maar tegelijk duidelijk aangevend dat ik dat niet zomaar zou doen.

De eerste auto, met een jonge kerel aan het stuur, raasde dwars voor me langs zonder ook maar blijk te geven dat hij me gezien had. De tweede automobilist kon niet dat niet zomaar en wilde me tot stoppen dwingen. Nou, mooi niet... Hij moest dus op de rem staan en blijkbaar is dat slecht voor de bloeddruk en de zenuwen, want er volgde getoeter en gegesticuleer van achter het stuur.

Met gesloten ramen is het moeilijk praten, dus ik stak even mijn armen op, als om te vragen "wat is het probleem ?". De man begon zijn deur open te maken, maar sloot die snel weer. Te gevaarlijk waarschijnlijk ? Dan ging zijn raampje naar beneden en een knalrode kop verscheen. Schuimbekkend, amper verstaanbaar in één of ander dialect vernam ik "awel, wa peisde gij wel ? Nog nie g'hoord van voorrang zekerst ?". Een paraplu had ik nog net niet nodig om de speekselvloed op te vangen. Zo te horen kwam de kerel van ergens in het Waasland of langs de Dender of Durme. Ik vermoed dat de verkeersregels daar anders zijn.

"Wel, meneer, wil u even tonen waar aangegeven is dat u voorrang heeft ?"

"Doa, doa stoat da plakkoat", wees hij ergens achter mijn rug. Tja, dat was dan weer iets nieuws: het bord dat hem voorrang zou verlenen (zie foto hierboven - meneer was fout) stond aan mijn kant...

"Gaan we dan even kijken naar dat bord meneer ? Ik denk dat u het fout heeft"

Dit was duidelijk teveel. De man raakte niet meer uit zijn woorden. Ik bond maar in, want het was toch hopeloos. Zijn laatste, doorslaggevende argument van zijn gelijk was een oprecht "anuuzel menneken" en met een stevige trap op het gaspedaal stoof hij achter me langs, op weg naar het volgende kruispunt waar hij ongetwijfeld ook weer voorrang had.

En het bord aan zijn kant ?

Dit is het


2 opmerkingen:

  1. eeuwige reiziger9 juni 2011 om 22:29

    Ach, Jan, 't is soms verbazend vast te stellen hoe sommige mensen ronduit onverdraagzaam worden wanneer ze achter het stuur plaats nemen. Vanavond ook weer eens meegemaakt. 't Laatste stukje van m'n woon-werktraject gaat door een stuk bos waar slechts een smal weggetje ligt. Op het einde van dat stuk zag ik in m'n spiegel met grote snelheid een mercedes naderen. Op het ogenblik dat hij juist achter mij zit, begint hij te toeteren en doet me teken dat ik aan de kant moet gaan. Waarom dan wel? Zijn er onlangs nieuwe verkeersregels dat traag/trager vervoer aan de kant moet voor snellere vervoersmiddelen? Of is het gewoon de arrogantie dat wie met een grote auto rijdt, de weg volledig voor zich meent te kunnen en mogen opeisen? Is het soms de omgekeerde Calimeroreflex: "Jij bent klein maar ik ben groot..."? Wat er ook van zij, ik heb de man lik op stuk gegeven, want voor de rest van de weg bleef ik in het midden van de weg rijden.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De onverdraagzame chauffeur zal het wellicht anders ervaren, maar er zouden veel meer assertieve "zachte" weggebruikers moeten zijn. De auto bekleedt nog altijd een veel te centrale plaats, niet in de laatste plaats voor wie ermee rijdt!

    BeantwoordenVerwijderen