dinsdag 16 oktober 2012

Mobiliteit en politiek

Zondag 14 oktober, waren er weer gemeenteraadsverkiezingen in België en we zullen het geweten hebben ! Thema nummer 1 op ieders agenda blijkt - o, wat een verrassing - mobiliteit te zijn.

Mobiliteit lijkt voor velen, niet in de laatste plaats vele politici, beperkt te zijn tot: "help, er zijn veel files. Hoe kunnen we die verminderen ?"

Dat was ook duidelijk enkele weken geleden, op het grote Mobiliteitsdebat dat het Gents Milieufront organiseerde in Vooruit, met kopstukken van de grote partijen. Mobiliteit is voor veel mensen "hoe kunnen we vlotter vooruitraken", dus zoeken politici naar oplossingen hiervoor. De tijd van "meer snelwegen, meer rijvakken" lijkt achter de rug, maar over hoe het wel moet, blijft onenigheid bestaan.

De kern lijkt me, en niet alleen mij, dat we onze hele mobiliteit - onze nood tot verplaatsing - kritisch moeten bekijken. Dat zegt ook Kris Peeters.
Is het wel zo evident dat we in één stad wonen - omdat we het daar aangenaam vinden, bijvoorbeeld - en in een andere stad werken ? Is het evident dat we de verplaatsing van pakweg 60 km (van Gent naar Brussel, om iets te noemen) in drie kwartier kunnen maken ? Hoort het dat we in een gerenoveerde boerderij op het platteland wonen en om de haverklap de wagen instappen om boodschappen te doen, kinderen van hot naar her te voeren, naar onze werkplaats te rijden ? Dat we het vliegtuig twee keer per jaar nemen om te reizen ?
Dat maakt de zaak natuurlijk veel complexer en het overschrijdt de lokale politiek. Zo'n ideeën vang je ook niet in slogans. Meer nog: mensen horen dit niet graag, want het betekent dat wat we al enkele als normaal beschouwen niet zo normaal is. Het betekent ook dat we onze gewoontes moeten veranderen.

Ik kan mezelf zeker geen mobiliteitsspecialist noemen, verre van, maar wel iemand die ermee begaan is. Stap even vijftig jaar terug in de tijd: woonkernen waren er om te leven, niet als huizen die toevallig langs een weg stonden waarlangs je zo snel mogelijk van A naar B rijdt. Niet dat het leven toen ideaal was - er was geen internet, bijvoorbeeld -, maar op het vlak van verkeer liep het wel even anders.
Anders gesteld: hoe sneller we ons kunnen verplaatsen, hoe groter de afstand die we willen afleggen. Leuk, maar hoeft dat ?

Mobiliteit is dus het hoofdthema voor de afgelopen verkiezingen. Dat heeft als gevolg dat heel veel verbetering beloofd wordt, maar die beloftes gaan alle kanten uit. In Gent willen alle partijen plots de B401 slopen (de afrit van de snelweg die in het centrum - het Zuidpark - de stad binnenkomt), maar hoe het verder moet, daarover zijn de visies sterk verdeeld, als er al visies zijn. De ene partij wil de auto uit het centrum weren, de andere wil net een betere doorstroming (hoe doe je dat, als alles al verzadigd is ?)... Ik ben benieuwd waar we over zes jaar zullen staan.

Ondertussen heeft het centrumlinkse kartel (rood-groen) de meerderheid behaald. In hun programma staat onder andere dat ze het hele centrum autoluw willen maken, één grote zone 30 met veel meer aandacht voor de bewoners. Kortom: het centrum vooral leefbaar maken. Nu is het afwachten of dit ook realiteit kan worden. De tegenstand zal wellicht niet te onderschatten zijn. Zou er iemand van de verkozen politici bereid zijn om het programma erdoor te drukken, wel wetend dat dit hem of haar zijn ambt kan kosten omdat die niet herverkozen zal raken ? Klaus Bondam, uit Kopenhagen, heeft daar voldoende ervaring mee.

Onze burgervader, die met een ruime voorsprong herverkozen is, wil van Gent het Vlaamse equivalent van (het ideaalbeeld van) Freiburg maken. Dat is geen geringe opdracht, maar binnen Vlaanderen lijkt het erop dat Gent de beste papieren heeft om dit waar te maken.

Over zes jaar zullen we eens achterom moeten kijken.

2 opmerkingen:

  1. Jij durft! Een openbaar betoog. Moedig hoor! ;-P
    Deze week was Gent heel even in het Nederlandse nieuws. Daar werd ik blij van. Maar jou gegevens zeggen iets anders. Hier liet men ons geloven dat Gent ruim voor 50% een groene overwinning had behaald.
    Iets waar ik in Nederland op gehoopt had, maar een grote flop en blamage is geworden. Daar maak ik me echt grote zorgen over.

    In Nederland is de lobby en discussie over mobiliteit aardig opgang aan het komen. Het klinkt hoopvol en lijkt de goede kant op te gaan. De bobo's met macht en centen moeten nog een mindbender doorstaan, maar de signalen klinken positief. Er zijn diverse gerenomeerde instantie en onderzoeksburo's constant op ze in aan het beuken, vragen om aandacht en gaan gesprekken met ze aan. Een kwestie van lange adem hebben.

    De fiets in al zijn vormen wordt steeds meer als alternatief serieus genomen. Meer en betere voorzieningen in de stad, meer ongehinderde doorstroming voor fietsen lokaal maar zelfs ook al interlokaal. (Fietssnelwegen) Bedrijven worden ondersteund om de auto te laten staan en duurzamer te denken. Forensen wordt het makkelijk gemaakt uit de auto te stappen en voor een alternatief vervoermiddel te kiezen. (E-bike subsidie)
    Al dit soort oplossingen zijn vrijwel altijd minder kostbaar dan die auto in beweging te houden. Het resultaat is vrijwel direct positief meetbaar van die investering. Daar houden beleidsmakers en politici van. Korte termijn denken. Overzicht.

    Maar er schuilt al weer een addertje onder het gras met al die positive ontwikkelingen. Er moet ook een gedegen lange termijn visie aan ten grondslag liggen. Ad hoc oplossingen en snel scoren kan in het gezicht exploderen. Ook fietsen moeten ergens een plekje vinden als ze niet gebruikt worden. Het gedrag van fietsers moet gestroomlijnt blijven. Met grote aantallen kunnen ze evengoed nog schade en overlast aanrichten.

    Typisch Nederlands probleem in mijn ogen is de diversiteit in voertuig types. Dat zou weer terug moeten naar vroeger, kort door de bocht, snel verkeer en langzaam verkeer. Dan is het duidelijk voor iedereen waar zijn plaats op de weg is en hoe te gedragen. Een landelijke overheidstaak in nauwe Europesche samenwerking. Schept duidelijkheid voor iedereen.
    Ons fraaie fietspadennetwerk dreigt vervuild te worden met opgevoerde e-bikes, brommobielen, en grote snelheidsverschillen onderling. Werkt irritatie en gevaarlijk weggedrag in de hand. Geen reclame voor fietsen en schrikt potentiele fietsers af.

    Verder ben ik een groot voorstander van lokaal. Als alles lokaal kan, is het overgrote deel ook als vanzelf duurzaam. De mobiliteitsdruk kan dan ook minder. Altans het groot snelverkeer kan dan duurzaam klein langzaamverkeer worden, bakfiets bijvoorbeeld.

    Dat vraagt nogal wat aanpassing in ondernemingstructuur, maar ook van de consument. Sommige dingen staan dan simpelweg niet meer tot de beschikking. Nou boeien. Wie mist nu al die prullaria? Ik niet. Consuminderen zou ons consumenten sieren. Maar helaas andere missen het dus wel degelijk. Probleem dus. Zolang er vraag is wordt er geleverd. Ondernemers spelen daar op in....Lastig.

    Vliegen voor vakantie? Dat is nog het miste probleem. Gewoon niet gaan en lekker fietsen. Desnoods naar verre oorden eerst met de trein en daar met eigen of gehuurde fiets (of auto!) verder. Maar gewoon niet gaan vliegen. Dat is gewoon een keus die je maakt. Goederen vervoer dat met het vliegtuig komt is een lastigere zaak. Daar zouden een landelijk of europesche overheid een keus in moeken maken. Daar zijn veel belangen mee gemoeid.

    Ik heb de keus gemaakt.
    Ik vlieg uiteraard niet. Werk (zeer) lokaal. Heb een fietsdienst. Doe veruit het meest met de bakfiets en ligfiets/fiets. Woon buiten (4 km naar het dorp) maar heb geen SUV nodig. De auto is handig, maar beslist niet noodzakelijk meer.
    Ik bied mijn vervoersdiensten maar merk dat in een dorp die behoefte niet zo dringend is. Wel is staat men er positief tegenover. Misschien kan ik beter bakfietsen en ligfiets gaan bouwen en verkopen? Maar dan wel lokaal natuurlijk...

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ondanks de verschillende aanpak in het verleden, lijken dergelijke ideeën in Vlaanderen/België en Nederland naar elkaar toe te groeien. Logisch, want we hebben met dezelfde problematiek te maken.
      Lokaler denken, consuminderen koppelen aan minder mobiliteit, lijkt voor een (groeiend) aantal mensen logisch, maar de meerderheid heeft het liever zoals het was: makkelijker en je moet niet veranderen van gewoonte. Vandaar dat het mij gelukkig lijkt dat het rood-groene kartel het haalde: de overheid (lokaal en andere) moet ingrijpen en sturen, want als het van "de mensen" afhangt, zal het niet zo gauw veranderen.

      Verwijderen