zaterdag 4 april 2015

Een bandenhistorie

Wil je scoren met een fietsblog, dan moet je over banden schrijven. Da's namelijk een eindeloze discussie: rolweerstand, lekweerstand, grip, levensduur, ... Als je denkt eruit te zijn, wijzigt de fabrikant zijn modellenlijn en het begint van vooraf aan. Niemand kan tippen aan wat Wim Schermer doet met zijn proeven, maar er zijn andere benaderingen...

Of het nu over een velomobiel gaat, een lage racer, een vouwfiets of mountainbike: het lijkt alsof er naast Schwalbe zo ongeveer niets meer bestaat in onze contreien. In de trekkingwereld heb je nog de Panaracer Pasela en al de rest is Schwalbe voor en Schwalbe achter.

Wel: op mijn Trek 7320 toerfiets wissel ik af, maar dan zonder dat ene merk. In de koude, natte helft van het jaar liggen er Vredestein Perfect Tour banden op en in de aangename helft gebruik ik al jaren dezelfde Continental SportContact slicks.






Die laatste zijn, wat mij betreft, fantastische banden die voldoen aan alles wat hierboven staat. Absoluut betrouwbaar en zeer aangenaam rijdend. Zonder aarzelen en zonder vertragen scheur ik ermee door de bochten, zo lang het asfalt blijft. Dat scheuren vol vertrouwen heeft er al meer keren toe geleid dat ik met een pedaal het asfalt raak. Waarom? Omdat het gewoon leuk is om in volle vaart lekker schuin hangend door de bocht te gaan, zonder op te houden met trappen. De rolweerstand lijkt dan ook nog eens laag; het zit wel goed met die SportContacts. Ze liggen al sinds april 2011 op de Trek, dus ook met de levensduur is niets mis. En als klap op de vuurpijl: ze zijn nog nooit lek geraakt!

De Vredesteins zijn maar zo zo. Geen lekken of zo, maar ze rijden niet zo aangenaam. Het lijkt alsof de doorsnede wat "vierkanter" is en daardoor willen ze niet zo de bocht in gaan. Ze zijn ook stugger, minder comfortabel dan die Conti's. Anderzijds zijn het banden met profiel en als het nat ligt of het gesneeuwd heeft raak ik op die manier tenminste vooruit.
Ooit eens geprobeerd om met slicks door modder of sneeuw te rijden? Dat lukt echt niet: je achterwiel kan geen vermogen over brengen en je blijft staan of glibbert wat heen en weer. Bij de eerste de beste bocht gaat je voorwiel rechtdoor en jijzelf onderuit. Vandaar: zomer- en winterbanden.

Jawel: Continental en geen Schwalbe. Ook op de Kobra ligt achteraan een Conti: een Grand Prix 28-622. Eigenlijk is die net te breed voor de Kobra. Een 25mm zou beter zijn, want de 28 durft al eens tegen de remhoeven te slepen en het wiel monteren wordt op die manier echt millimeterwerk.



Ter compensatie ligt vooraan een Schwalbe; een Durano 28-451. Hier had ik niet veel keuze, omwille van die 451.



Breder is wel comfortabeler, maar op zo'n oude racer is dat simpelweg uitgesloten. Dit zijn banden die gewoonweg doen wat ze moeten. Eén doorslaglek vooraan en dat is het zowat.
 
De Birdy vouwfiets is af fabriek met Schwalbe Marathon Racers uitgerust en dat laat ik voorlopig maar zo. 


Ook hier weer: een Birdy werkt met 18" (ETRTO 355) wielen en in die maat is het bandenaanbod nogal beperkt. De Racers doen ook wat ze moeten, dus dat hoef ik niet te veranderen.
Onlangs was van de achterband een lap rubber verdwenen, met een lekke band als gevolg, maar dat was aan de leeftijd te wijten. De fiets en de banden dateren van 2006. Met die kleine, snel draaiende wielen en hogedrukbanden (6 à 7 bar) gaat de slijtage dan wel snel. Omdat een vouwfiets niet echt een kilometervreter is, is dat "snel" wel relatief: dit was de eerste vervanging sinds de aanschaf van die fiets in februari 2012 (ongeveer 3000 km).

Op de Orca is al wat gevarieerd, maar ook hier bleef het bij Schwalbe. Zodra je afwijkt van 559 of 622 als wielmaat, vermindert de keuze heel erg snel. Ook is het zo dat op de Orca achteraan de maximale breedte beperkt is tot 47 mm en vooraan tot 40. Daarmee verengt de keuze verder.
De huidige configuratie bestaat uit een Energizer Plus (47mm) achteraan en Trykers vooraan. De Energizer doet zijn werk onopvallend en goed, nu al 4000 km.




Vooraan vond ik de Marathons niet zo lekker rijden - trillingen en lawaai (maar ze bleken wel betrouwbaar) - en kwamen er dus weer Trykers op. Ze mogen dan al wat harder slijten, het rijcomfort is toch heel wat beter. Nu gebruik ik ze op 5 bar en dat lijkt prima.



Er is een reservesetje besteld. Trykers zijn vouwbanden, dus ook makkelijk als reserve. Een draadband meenemen is minder handig.

Waarom dat verschil: de achterband dient om vermogen over te brengen en moet in zijn eentje behoorlijk wat gewicht dragen. De voorbanden hebben een andere functie (steunen en sturen) en dat vraagt andere eigenschappen.

In een volgend bericht ga ik wat dieper in op de ervaringen met diverse banden op de E-Orca.

1 opmerking:

  1. Snelheid is niet de enige factor die balangrijk is uiteraard, en bochtgedrag, levensduur, veercomfort, lekbestendigheid en wat niet meer daar kun je het lang over hebben ja.

    Bij velomobilen zien we wellicht weleens over het hoofd dat wegglijden over de voorwielen wellicht veiliger is dan heel veel grip, omdat je dan juist kunt gaan kantelen.

    Bij liggende 2 wielers is dat weer anders, te weinig grip in de bocht en je ligt op je zitvlak.....Toch gebruiken we veelal dezelfde fietsbanden op fiets, ligfiets en velomobiel.

    De Duitsers hadden een fietstunnel ( meerdere ) ontdekt op een voormalige spoorlijn om hun "welke velomobiel is de snelste" hobby te beoefenen. Hun redden is dat daar geen verstorende wind is en de temperatuur maar heel traag veranderd. Ideaal voor zo gelijk mogelijke metingen. Dat gaat natuurlijk ook op voor bandentesten op dezelfde fiets/velomobiel. Dus als je Wim nog eens naar de kroon wilt steken ( met bandentesten die hij niet interessant vind ) vind een goede (fiets)tunnel met een redelijk hellingspercentage ;-)))

    BeantwoordenVerwijderen