De mentale batterijen, wel te verstaan.
Intro
Vrienden hebben een woning ter hoogte van Chimay (Wallonië), maar aan de Franse kant van de grens. Met de auto is het 200 km rijden tot daar. Dat is een mooie afstand om in één dag te fietsen met de Orca.Wallonië en die Franse regio - die luistert naar de regionamen "Aisne", "Picardie" en "Avesne", naargelang de historische periode - zijn niet direct vlak, waardoor de hellingen weer een extraatje waren. Sommigen kijken erg op tegen het klimmen, maar bij hoogtemeters horen ook afdalingen en die kunnen dan weer erg leuk zijn. Slingerende wegen over en langs heuvels beloven ook constant variërende uitzichten.
Omdat er voldoende logeerplaats is, kon ik licht reizen: enkel wat nodig is voor onderweg en kleren voor ter plaatse, meer hoefde niet mee. Maar omdat er ook geblogd wordt, ging het fotomateriaal mee. In dit geval - wegens voldoende plaats en zin - de Nikon DSLR en een collectie objectieven, waarmee ik een bereik van 8 tot 200 mm had.
Dat is het crop-bereik: voor wie in kleinbeeldformaat denkt, betekent dat 12 tot 300 mm.
Dag 1: de heenrit
Maandag 17 augustus ging de rit naar daar.Om 8u15 ging de poort achter me dicht. Ik had op beter gehoopt, maar ik vertrok onder een grijze hemel en met lichte regen.
Bij wijze van experiment had ik de heenroute als "route" opgemaakt voor de Oregon 450. Dat moest in twee delen, want het ding kan maar routes tot 50 waypoints aan. Als backup had ik ook de track geladen. Dat bleek algauw nodig, want routeren met die Oregon bleek een ramp: mocht ik de instructies volgen, dan reed ik rondjes, omwegen, einden in de verkeerde richting, ... Exit route, enter track.
Ver zuidwaarts moet ik niet rijden om de vlakke wegen te verlaten: een keer voorbij Melle - een buurgemeente - verandert het reliëf. Vanaf daar wordt het golvend. Ter hoogte van Zottegem, parallel aan de grote baan, worden de hellingen langer.
Tussen Zottegem en Geraardsbergen, onder een lichte regen |
Tussen Geraardsbergen en Galmaarden: lange hellingen |
Oponthoud |
Een kerk, een dorpscafé en enkele huizen: Sint-Pieters-Kapelle |
Je merkt het aan alles: de wegen zijn pokdalig, de huizen grijs, recreatieve infrastructuur erg beperkt. Hier stopte het eindelijk met regenen en kwam de zon voorzichtig tussen de wolken door piepen. Het dakje ging er meteen af, zodat het zicht op de omgeving verbeterde.
In deze regio volgde ik een RaVel: een tot fiets- en wandelroute omgebouwde spoorlijn.
Een klein eindje lijn 422, wat verder lijn 109 |
De oorsprong is duidelijk: het oude stationnetje en nog een eind spoorlijn |
Maar andere stukken gaan kilometers door, zonder ook maar één hindernis. Soms denk je dan: "mocht er nu iets fout gaan, dan sta ik voor uren vast", maar ik heb alle vertrouwen in de degelijkheid van de E-Orca.
Helaas: ook de RaVel-routes blijken niet vrij van hindernissen. Er moet een onweer of iets dergelijks gepasseerd zijn, want enkele grote bomen liggen dwars over het pad.
Onvoorziene hindernis |
Een heel eind verder ligt er weer een boom over de weg, maar daar loopt een pad langs, net breed genoeg voor de Orca.
Daarnaast loopt een gracht, dus het is opletten geblazen.
De afdalingen op de RaVels zijn zalig: zonder trappen cruisen aan +40 km/u, terwijl de omgeving langs je passeert. De velomobiel wordt je universum, waar de wegen onderdoor glijden, waar het decor voorbij glijdt. De hoogste snelheid in de heenrit bedroeg alweer een mooie 73 km/u en ook dat ging in alle vertrouwen: een mooie asfaltlaag, geen onoverzichtelijke of korte bochten, geen zijstraten. Dan kun je alles los laten (behalve de stuurknuppels) en de fiets zijn gang laten gaan.
Andere gedeelten zijn dan weer minder bevorderlijk voor de snelheid.
Aan de grensovergang, bij Hirson, werd het even moeilijk: de track stuurde me op een lange oprit naar een erf. Daarna wilde hij me over een andere privéweg sturen, naar een bosrand waar geen weg liep. Hier ging een half uur verloren met zoeken naar een haalbare route. Uiteindelijk ging ik de grens over aan het "forêt domaniale de Saint-Michel", waar blijkbaar restantan van de Maginotlinie te vinden waren. Hier vond ik ook het afgrijselijkste asfalt dat ik ooit al meemaakte: meer putten dan weg, met scherpe randen. Dit was gedurende enkele kilometers voorzichtig laveren, om lekken te vermijden.
Daarna bracht de track me op landbouwwegen: versleten asfalt, twee sporen met gras ertussen, grint en andere ondergronden die niet bevorderlijk waren voor het tempo. Ter compensatie kreeg ik weidse zichten voorgeschoteld.
Het resultaat:
- 191 km afgelegd
- 7u50 gereden
- topsnelheid: 74,5 km/u
- 1231 hoogtemeters
Hoi Jan, leuk lezen en herkenbaar. Heerlijk de voies vertes te rijden, maar inderdaad vaak stoppen. Ik mis wel een beetje een kaartje met route, want heb niet goed een idee waar je nu gereden hebt. Leuk hè, die lange tochten. We hadden elkaar bijna tegen kunnen komen op deze dag.
BeantwoordenVerwijderenGroeten, Wilco
Ik zal eens kijken om nog een kaartje toe te voegen aan het bericht. Omdat ik toch werk met Garminconnect, mag dat niet zo moeilijk zijn om de track erbij te zetten.
VerwijderenIk zal linken in een tweet Jan. Wij waren afgelopen weken ook in Belgie. Eerst WK in Maasmechelen en daarna door 'de streek waar de economie tot stilstand is gekomen' Jawel, prachtige landschappen, maar wat heb je eraan als er geen plek voor recreatie is? Geen campings, geen winkels, geen enkele ondernemerschap. We hebben ons er doorheen geworsteld maar haalde opgelucht adem toen we de Schelde bereikt hadden. Op naar Gent! Idd de jaagpaden in Vlaams Belgie zijn erg leuk en goed te rijden. Veel RaVel routes goed te doen. Alleen Namen was een grote ramp. Als je door navigatie te veel wordt afgeleid, gaat dat ten koste van het fietsgenot. We hebben wat afgesleept met onze overvolle zware fietsen door sluizen, hekjes en andere barieres. OK avontuur, maar soms was het niet leuk. Dan verlang je naar een camping. Als die ook keer op keer ook niet meer bestaat....ik zou daarover een boek kunnen schrijven....
BeantwoordenVerwijderen