woensdag 30 april 2014

WAW Mk IV

Her en der was al te lezen dat er een update komt van de WAW.

Foto: Ronny Van Huffel
Deze keer lijkt het echt meer te zijn, zoals te lezen valt op het Franse forum vélorizontal.

Een korte opsomming van de voornaamste wijzigingen zoals die te zien zijn op het prototype (foto's op vélorizontal):
  • ketting loopt grotendeels door een afgesloten tunnel
  • gelcoat in plaats van laklaag
  • glasvezel in plaats van aramide
  • ketting vooraan volledig afgeschermd
  • het cabriodak is nu scharnierend bevestigd, waarbij de spiegelbevestiging tegelijk het draaipunt van de scharnieren vormt
  • betere integratie van de kap in de romp
  • waterdichtheid bij de aansluiting van de kap op de neus is geoptimaliseerd
  • algemene stijfheid is verbeterd
  • leds voor voorste knipperlichten geïntegreerd in de spiegelkappen
  • algemene afwerking staat op een veel hoger niveau (hoewel dit de voorbije jaren gaandeweg en zichtbaar verbeterde)
Eigenlijk lijkt dit eerder een nieuwe velomobiel te zijn, met wel dezelfde vorm als de WAW III.

dinsdag 29 april 2014

Testrit

De zitpositie in de Orca (en om het even welke velomobiel) wijzigen is een eerder ingrijpende aanpassing. Als je in een velomobiel meer naar achter gaat zitten, verandert je blikveld. Ook wijzigt het zwaartepunt: je zit dichter bij het achterwiel. Hoe meer naar achteren, hoe meer onderstuur je creëert (meer naar voor betekent dus overstuur). Ook verandert de manier waarop de rijwind over je stroomt, want je positie ten opzicht van de stroomlijn is niet meer dezelfde.
Binnen in de fiets betekent het dat de ruimte achter het zitje - de plaats voor bagage dus - vermindert.

De initiële reden was dat ik naar mijn indruk te dicht op het stuur zat. Daardoor moest ik mijn ellebogen meer naar achteren houden, met als gevolg dat mijn schouderbladen drukten tegen het frame van de spanzitting. Niet veel, maar voldoende om niet helemaal comfortabel te zijn.

Na alle aanpassingen is een testrit aangewezen. En omdat het om iets gaat dat je niet zomaar merkt, moest het maar meteen een flinke rit worden.

Tijdens verschillende tochten zag ik al bordjes die de LF30 bewegwijzeren. Eentje vlak bij huis, wat andere her en der en onlangs ook eentje in de buurt van mijn broer zijn optrekje. "Connect the dots": na LF30 opgezocht te hebben, leek me die Schelde-Delta-route een mooie test.

LF30 bordje, Laarne
In het totaal werd het dus een testritje van bijna 100 km: de heenrit volgde de noordelijke helft van LF30 en de terugrit ging volgens de kortste route. Dat heet dan het nuttige aan het aangename paren.

De noordelijke helft van LF30 geeft een mooie doorsnede van het Vlaamse landschap: rivieren (de Schelde), kanalen (Moervaart en Lange Lede) en grachten worden gevolgd en gedwarst. 

Moervaart (grens Wachtebeke en Moerbeke)
Je rijdt over fietspaden en rijbanen, over asfalt, beton, grint, kasseien,... Langs dreven, door bosgebied, langs akkers en weiden, ...

ergens rond Zeveneken: onverhard
Hier en daar loopt de route door een dorpskern: Laarne, Zeveneken,... op andere plaatsen rij je door statige dreven, met rijen hoge populieren links en rechts of langs een kanaaltje, doorsneden door korte, steile bruggetjes met kasseien belegd.

Zalig fietspad ergens ter hoogte van Moerbeke
Heidebos, Moerbeke
Deze jongen had het zo druk met eten zoeken, dat ik moest wachten tot hij er genoeg van had

De hele rit diende uiteindelijk twee doelen: uiteraard die LF30 eens bekijken, maar ook proberen beoordelen of het vele werk om de zitpositie aan te passen geloond had. En jawel: het verschil is opvallend op meerdere vlakken. Eerst en vooral is de houding nu beter: de armen zijn iets meer gestrekt, waardoor ik comfortabeler zit. Maar ook het perspectief is gewijzigd, doordat ik meer naar achter zit in de Orca. De rijwind is ook minder aanwezig. Qua rijcomfort is het dus op alle vlakken een stap vooruit. Daarvoor moest wel wat bergruimte achter het zitje opgeofferd worden.

Met de eerste woon-werkrit merkte ik nog een ander gevolg: meer naar achter betekent ook minder stabiliteit. In een scherpe bocht die ik ondertussen goed ken, ging het net niet fout deze keer: het binnenwiel ging hoog de lucht in. Enkel snel bijsturen kon voorkomen dat de Orca op zijn kant ging.

Alles tegen elkaar afgewogen is de nieuwe positie beter: het comfort is iets waar je voortdurend mee geconfronteerd wordt, elke rit, de hele rit lang. De iets verminderde bagageruimte is niet onoverkomelijk en de wat mindere bochtenstabiliteit speelt maar af en toe een rol. Mocht dit een race-VM zijn, dan waren de afwegingen wellicht anders, maar de Orca is een forens- en reisvelomobiel.

zondag 27 april 2014

Elk voordeel...

Een gekende uitspraak.

Een Orca is een schitterend afgewerkte velomobiel, zo ongeveer gebouwd voor de eeuwigheid: degelijke componenten, gesloten aandrijflijn, subframe, ... Dat maakt dat er amper onderhoud aan is.

Met de keerzijde maakte ik donderdag, vrijdag en zaterdag kennis. Ik vond al een poosje dat mijn zithouding niet optimaal was, vermoedelijk omdat de afstand tot de stuurhendels te kort was. (eigenlijk had dit moeten bekeken worden toen ik de Orca ophaalde, maar door de problemen met de aandrijving verdween de rest toen naar de achtergrond)
Die laatste zijn niet regelbaar, dus moet het zitje achteruit. Dat is op zich geen probleem, maar het betekent dat de afstand tot de pedalen groter wordt en dan moeten die ook verplaatst worden. Dat is waar het addertje onder het gras schuilt: de gesloten aandrijving betekent dat je niet zomaar de trapas vooruit of achteruit kunt schuiven. De trapas zit "zwevend" geklemd tussen twee platen, die in twee posities op het traphuis kunnen gezet worden. In elke plaat zitten twee openingen voor de as en zo krijg je vier mogelijke afstanden (Flevobike spreekt van S, M en L, maar het lijkt me dat die M varieert naargelang de richting van de platen).

Linkerplaat losgeschroefd
Het was me niet helemaal duidelijk hoe dat moest, dus stuurde ik de vraag naar Arjan Vrielink, die me prompt een uitgebreid antwoord bezorgde, met duidelijke schetsen erbij. Voor wie elke dag aan Orca's sleutelt, is het ongetwijfeld een fluitje van een cent, maar ik hoor niet bij die mensen. Ik rij er wel elke dag mee, maar het sleutelen bleef tot de voorbije dagen heel erg beperkt.

Je zou kunnen zeggen: "blijf er dan af en laat Flevobike het werk uitvoeren", maar ik weet graag hoe mijn voertuig in elkaar zit, tot het laatste schroefje.

De werkvolgorde is:
  • cranks verwijderen
  • aan één kant de moeren rond de trapas (3 stuks) losmaken
  • aan dezelfde kant de 8 torx-schroeven waarmee de plaat vastzit losschroeven
  • aan de andere kant ook die schroeven losmaken
  • beide platen 180° draaien
  • aan één kant de plaat weer min of meer vastzetten
  • aan de andere kant ook de drie moeren rond de trapas losmaken
  • de trapas van de positie M naar S verplaatsen (of van M naar L of van L naar M, naargelang)
  • alles weer vastschroeven
Dat klinkt evident, maar omdat op de trapas ook een kettingblad zit en daar een ketting onder spanning over zit, is het niet zo vanzelfsprekend. Na veel kijken, nadenken en voorzichtig werken, was het uiteindelijk gelukt.

plaat links, met de posities M en S (trapas in M)
Uiteraard was waar Arjan al voor gewaarschuwd had het geval: de ketting was te lang en de kettingspanner kon het verschil niet opvangen.

Dat betekent dat de ketting moest ingekort worden. Alleen: hoe doe je dat in een gesloten behuizing? Dat vroeg weer wat nadenken.

de Orca op de operatietafel
De voorste bodemplaat (tussen de voetopeningen) werd losgeschroefd en verwijderd, waarna ik de ketting een eindje naar buiten kon trekken. Dan moest het slotje gevonden worden. Een keer ik zover was, legde ik met enkele oude spaken de ketting, een schakel of vijf aan elke kant van dat slotje, vast, zodat die niet zou verdwijnen in het inwendige van de Orca zodra het slotje los was. Vier schakels gingen er tussenuit.

De ketting zag er trouwens smetteloos en prima gesmeerd uit. Nu ik toch wat schakels over had, maakte ik die even schoon. Het resultaat: een eindje ketting dat er nagelnieuw uitziet. Flevobike gebruikt ook hiervoor prima materiaal: een KMC X1 die vernikkeld is ("silver plated").

Het verwijderde eindje ketting

Ook de cranks zijn van nobele afkomst.


Nadien werd alles weer samen gestoken en volgde een testrit. Na enkele meters was het al duidelijk: er klonk geratel vanuit het vooronder! Dus ging de Orca weer op zijn kant.
Ik zei het al: het was allemaal nieuw voor mij. Een keer je de ervaring hebt, moet dit veel vlotter gaan, maar dat zal wellicht nooit meer hoeven.
Het eerste idee was dat ergens een ringetje vergeten was of dat ik enkele bouten van verschillende lengte gewisseld had, waardoor er eentje tegen de ketting sleepte. Dat bleek niet het geval.
Denkend aan de waarschuwingen van Arjan, maakte ik aan één kant de moeren vast die de trapas vastklemmen en verzette de as een millimeter. Het kon zijn dat die lichtjes schuin stond. Die ene millimeter is niet veel, maar op de as zit ook het kettingblad en daar wordt op de omtrek de verschuiving veel groter.
Dat bleek de correcte oplossing.

De operatie was geslaagd: het geheel staat een heel eind naar achter.
Het zitje instellen hield niet veel in: de stoelblokjes loszetten (vier inbusbouten) en alles een eind achteruit schuiven. Daarna werd de beugel die de helling van de rugleuning bepaald wat lager gezet en dat was het.

Klinkt eenvoudig, niet? In de praktijk ben ik er enkele dagen - niet ononderbroken - zoet mee geweest.

Het volgende bericht: testrit!

donderdag 24 april 2014

Daar moet je rijden

De wegcode wijkt voor velomobielen in Nederland niet ver af van bij ons, in België: met meer dan twee wielen wordt het voertuig een rijwiel in plaats van een fiets en dus mag, maar moet je niet op het fietspad.
Met andere woorden: naargelang de omstandigheden kun je kiezen waar je rijdt.

Dat doe ik dan ook: slecht(er) fietspad in een zone waar auto's maximum 50 km/u mogen rijden, betekent meestal dat ik op de rijweg ga, want dat rijdt gewoon vlotter en ik word niet gehinderd door tragere fietsers.

En zoals iedere velonaut al ervaren heeft, kennen de meeste automobilisten (en de meeste fietsers en weggebruikers in het algemeen) die regel niet... Vanmorgen weer: op een baan met vrij veel en traag rijdend verkeer (De Pintelaan, Gent, waar werken zijn) reed ik aan een matig tempo - zeg > 30 km/u - op de rijweg, toen ik achter mij een auto hoorde toeteren. De wagen kroop me voorbij en de bestuurder maakte een niet mis te verstaan gebaar: met een uitgestrekte arm wees hij naar rechts: "daar moet jij rijden".

Ik heb even vriendelijk gewuifd. Op geen enkele manier kan op die momenten duidelijk gemaakt worden dat ik rij waar het mag.

Nu zou de wegcode nog verder moeten aangepast worden: je moet uiterst rechts houden op de weg, waardoor je in de verdrukking komt. Eigenlijk zou je midden op het rijvak moeten rijden, uit veiligheidsoverwegingen.
Deze man was nog vriendelijk: hij toeterde en wees, meer niet. Sommigen komen naast je rijden en drukken je bijna de goot in, overtuigd van hun gelijk en niet stilstaand bij het feit dat ze je in gevaar brengen.

Waarom zou je als velonaut niet op de weg mogen rijden? Ik verwacht dat de bestuurders twee argumenten zullen kunnen aanhalen:
  • dat mag niet (wel dus, maar dat weten ze niet)
  • dat is gevaarlijk (ik vraag me dan altijd af waarom)
Neen, in de praktijk bedoelen ze: "je hindert me, want ik wil sneller". Het gevaar is dan niet dat ik daar rij, maar dat zij me rakelings passeren of opzij drukken. Met andere woorden: niet ik ben het gevaar, maar hun anderhalve ton staal en plastic. Wie fietsers opzij drukt, gebruikt zijn auto als wapen.

woensdag 23 april 2014

De E-Orca als forensvelomobiel

Wie de blog al een poosje volgt, kon vorig jaar de testverslagen lezen na de ritten met de eWAW, eMango en E-Orca. De keuze die ik maakte, was voor sommigen een verrassing en voor anderen zeer logisch.

Het blijft altijd afwachten of die beslissing achteraf gezien de juiste was. Eigenlijk kun je het nooit echt weten, want een andere keuze kon, alles samen, even goed uitvallen.
Maar goed, de E-Orca kwam dus in huis en werd vanaf december 2013 gebruikt voor voornamelijk woon-werk verplaatsingen.

Nu heeft die velomobiel al ruim 4000 km op de teller. Op de initiële problemen met de ondersteuning na, heeft de velomobiel nog geen enkel defect gekend dat aan het voertuig toe te schrijven is. Goed, ik had een lekke band in februari, maar dat kan met elke fiets voorvallen. Voor de rest verloor ik nog geen minuut door problemen. Integendeel: het gaat een pak vlotter dan met de Alleweder.

Eén van de eisen bij de selectie was het gebruiksgemak, in de zin van
  • instappen zonder veel te moeten nadenken over wat je aan hebt
  • bagage vlot kunnen wegstoppen, zonder specifieke routines (eten moet op die plaats, voor een trui of jas kan het enkel daar, ...)
  • betrouwbaarheid en beperkt onderhoud
Tot op heden blijkt de Orca dat allemaal waar te maken: geen kettingsmeer aan de broek of benen, nog niets moeten bijstellen. Gewoon fietsen en niets anders.
Uiteindelijk is dat voor een forensfiets belangrijk: je moet je woon-werk verplaatsing vlot kunnen maken, door weer en wind, in alle veiligheid. Nu is dat laatste natuurlijk relatief. Iedere ligfietser of velonaut kent die vragen en opmerkingen wel: "is dat wel veilig?" of "ik vind dat toch gevaarlijk". De enige confrontaties die ik had, die gevaar konden opleveren, waren er telkens met automobilisten die vonden dat hun voertuig blijkbaar voorrang heeft op iets wat geen auto is (lees: kleiner en lichter, dus voor hen in alle veiligheid aan te rijden; het recht van de sterkste dus). Dat heeft niets met "onzichtbaar" te maken.

Dat doet me eraan denken dat ik helemaal in het begin een aanpassing deed om de zichtbaarheid te verbeteren: in de spaken van de gietwielen werd reflecterende folie aangebracht.

Zwarte reflecterende folie (3M) in de spaken
Maar nog eens: dat is geen defect, geen gebrek, maar iets waarvan ik dacht "dat moet nog beter kunnen".

Woon-werkverkeer met de Orca betekent: fietsschoenen aantrekken - er zitten namelijk tweezijdige klikpedalen (Shimano PD-M525) in -, spullen achterin gooien en fietsen.

gesloten aandrijving
bagageruimte (met pomp)
Ik hoef amper rekening te houden met weersomstandigheden - enkel een laagje meer of minder aantrekken - en ook voor de rest hoeft er niet vooruit gepland te worden. Simpelweg routine dus.

Conclusie na 4000 km: de Orca doet precies wat ik ervan verwachtte.

Eindnoot: de keuze werd gemaakt in functie van het woon-werk verkeer. Mocht het doel anders geweest zijn, bijvoorbeeld voornamelijk recreatieve verplaatsingen, dan had ik wellicht andere velomobielen (of helemaal geen velomobiel) in het vizier gehad. Op dat moment primeren andere kenmerken (performantie in de zin van minimaal gewicht en maximale snelheid, bijvoorbeeld) dan bij het forenzen. Dat neemt niet weg dat de Orca het ook prima doet als reisfiets (langere afstanden zijn voor de komende maanden) en om boodschappen te doen, maar daarover volgt in een later bericht meer.

dinsdag 22 april 2014

2000 km met de Giro Surface

Neen, dat is niet nog een ligfiets in de stal, maar een fietshelm. "Skaterstyle". Bedoeld om te dragen op de Kobra en in de Orca, omdat de snelheid met die fietsen toch wat hoger ligt, zoals in: meer dan 30 km/u als kruissnelheid.

Vooreerst: ik heb nog steeds mijn twijfels bij de effectiviteit van een helm op de ligfiets en zeker in de velomobiel. Ik vond nog geen onderzoeksresultaten hierover, dus is het nattevingerwerk.
Voor gewone fietsen is dit een mooie informatiebron, maar een ligfiets betekent toch een heel andere houding en dus ook wellicht een ander "first contact" bij een aanrijding of valpartij. Met een velomobiel zal het weer anders zijn, want daar zit je in je voertuig. De enige manier om met je hoofd in contact te komen met de buitenwereld is als je omgaat.

Toch kies ik ervoor om (meestal) een helm te dragen. Dat werd dus de Giro Surface.




Daarmee is, zoals in de titel staat, ondertussen ruim 2000 km ervaring opgedaan.

Wat het uiterlijk betreft, zijn de meningen verdeeld. Mensen zijn duidelijk niet gewoon aan zo'n helm. Dat merk je aan hoe je begroet wordt: "piloot", "soldaat", "kajakker"... In elk geval is de Giro prima afgewerkt en erg sober van uitzicht. Ik koos bewust voor de "titanium" uitvoering, omdat felle kleuren in de velomobiel toch niets uitmaken (je ziet me amper zitten).



Qua pasvorm valt er niets op aan te merken: met het stelwieltje achteraan kan je de helm snel en precies aanpassen. Met een ander stukje aan de achterkant (binnenin) kun je instellen of de helm meer voor- of achterover moet staan, naargelang de vorm van je hoofd. Als ik dat vergelijk met de Ekoi City+ die ik voordien sporadisch gebruikte, is het comfort op dit vlak alvast stukken beter.
Ook de kinriem is prima te regelen en die lijkt nog niet verlopen te zijn: de afstelling blijft mooi gelijk. De sluiting hiervan is al even prima: eenvoudig, degelijk en snel te bedienen.

De helm is wel zwaarder (456 g) en het materiaal van de schaal is veel dikker. Toch merk ik er niets van, als gevolg van die prima pasvorm.

Het klepje vooraan is tegelijk een voor- en een nadeel: het houdt de zon wat meer uit de ogen, maar je zicht naar boven is iets beperkter. Dat klepje zit altijd in het zicht. Bezwarend is dat niet, maar het is er wel. Anderzijds zorgt het mooi voor wat schaduw op je ogen en dat is heel wat interessanter dan dat iets beperkte zicht.



De ventilatie is iets bijzonders: aan de buitenkant zie je een beperkt aantal ventilatie-openingen, maar aan de binnenkant zijn wat luchtkanalen aangebracht, waardoor de lucht wat vrijer kan stromen over mijn hoofd. Tot nu was dat ruim voldoende, maar ik verwacht dat dit geen ideale zomerhelm zal worden.


 
De luchtkanalen zijn aan de binnenkant duidelijk te zien
In de (zachte) winter beviel de Surface prima en ook in het voorjaar werd warmte (nog) geen probleem. Omdat de afstelling zo vlot verloopt, is het absoluut geen probleem om er 's morgens een helmmuts onder te dragen en die 's avonds uit te laten. Op enkele seconden is de helm bijgesteld.

Een dikkere schaal en wat meer buffermateriaal (polystyreen ofte piepschuim) maakt meteen een helm met een grotere omvang. Dat heeft zo zijn gevolgen. Ten eerste zou dit moeten betekenen dat de veiligheid verbetert, maar dat hangt natuurlijk samen met het gebruikte materiaal en de constructie. De dikkere schaal betekent vermoedelijk ook dat de levensduur wat langer wordt. Dat hangt natuurlijk ook af van hoe die reageert op veroudering, op de invloed van UV, ...
Een grotere omvang kan binnen het gegeven "velomobiel" conflicten geven met het dakje. Dat valt bij mij toch mee: enkel bij het draaien van mijn hoofd - en dan spreken we over pakweg 90° - stoot de helm al eens tegen de rand van het dakje. Dat is erg afhankelijk van een aantal factoren. Bij de Orca heb je bijvoorbeeld drie maten van zitblokjes en die bepalen hoe hoog het zitje staat. Ook de helling van de rugleuning en de vorm van het dakje zullen daarin meespelen.
Als je zonder dakje of kap rijdt, maakt dat natuurlijk niets uit.

Een ander comfortaspect is wel manifest: als ik de helm draag in de Orca zonder dakje noch schuimdek, wordt de Surface luidruchtig. Ik vermoed dat dit te maken heeft met de vorm van de schaal rond de oren. Rijden met of zonder helm in die omstandigheden maakt duidelijk verschil. Eigenlijk zou je hiervoor decibelmetingen moeten doen, maar het lijkt me aangewezen om in die omstandigheden oordopjes te dragen. Hierbij moet ik opmerken dat ik dit (nog) niet vergeleken heb met andere helmen, dus kan ik niet zeggen of de Surface hierin anders is.

Ook bij het rijden zonder dakje of minivizier en aan hogere snelheid, lijkt de klep vooraan een rol te spelen als windvanger. Dan lijkt het erop dat die ervoor zorgt dat de helm wat achterover geduwd wordt. Nu is dat misschien wel vervelend, maar het rijden zonder óf het dakje óf het minivizier zorgt ook voor veel meer geluiden, omdat de wind dan recht op mijn hoofd zit en dat is duidelijk nog minder comfortabel.

Al bij al is het een helm waarvan je snel vergeet dat je die op het hoofd hebt. Voor zowat € 60 heb je dan een prima stukje veiligheid erbij.

zondag 20 april 2014

???

Onlangs, aan de Albert Heijn aan de Overpoort in Gent, was ik nog niet uitgestapt toen een koppel vroeg of ze een foto mochten maken (natuurlijk). Tijdens het afsluiten van de Orca draaide alweer iemand rond de velomobiel.

Archieffoto (Vrijdagmarkt, Gent)
Bij het buitenkomen maakte iemand de opmerking: "daar moet je toch gigantisch op aangesproken worden?", terwijl alweer een ander persoon de Orca vanuit alle hoeken vastlegde op zijn mobieltje. Terwijl ik de boodschappen in de fiets legde, vroeg de volgende al wat dat is...


Het is inderdaad zo dat de Orca nog veel meer tot vragen en opmerkingen leidt dat de Alleweder en dat wil wat zeggen.

Hieronder volgt een overzicht van de frequentste bemerkingen. De vragen en bemerkingen zijn in categorieën in te delen.

Interesse
"Hoe snel rijdt dat?"
"Is dat een fiets?"
"Moet je daar zelf in duwen of zit er een motor in?"
"Is dat niet erg moeilijk om mee te rijden?"
"Hoe moet je daarmee sturen?"
"Waarom rij je eigenlijk met zoiets?"
"Zelf gemaakt?" (werd met de Alleweder veel frequenter gevraagd)
"Zoiets heb ik nog nooit gezien" (en dat in de stad waar de WAW ontwikkeld is)
"Waar kun je dat kopen?" 
"Waar moet je daarmee rijden?" of "Mag je daarmee op het fietspad?"

Opmerkingen uit bezorgdheid
"Je zou er beter een vlag opzetten, dan zou je meer opvallen"

De velomobiel als aanleiding om de eigen mening te verkondigen
"Ik vind zoiets erg gevaarlijk" (nou, ik vind auto's veel gevaarlijker)
"Je ziet dat bijna niet" (hoe kun je er dan een opmerking over maken?)
"Wie daarmee rijdt, doet dat enkel om aandacht te trekken" (ja, hoor, zal ik even een berg geld uitgeven, gewoon om op te vallen)
"Wat? € 10.000? Daar koop je beter een auto voor!" (wel, met de Orca is het ongeveer afgelopen daarmee. Bij een auto begint het pas: verzekering, belastingen, brandstofverbruik, ...)
"Je zou beter met een normale fiets rijden"
"Ze zouden dat beter verbieden"

Kwetsende reacties
Luidkeels, al wijzend, in lachten uitbarsten
"Wat een belachelijk bakje is dat"

De zaken uit de eerste categorie leiden geregeld tot een boeiend gesprek, met mensen die oprecht meer willen weten. Dan gaat de kap open, wordt de Orca van binnen en van buiten gekeurd en wordt ik bedankt voor de tijd die ik nam om te antwoorden. Voor de vlag-opmerking wil ik ook nog wel tijd maken, maar voor categorie drie en vier is het meestal de moeite niet om te reageren. Boter aan de galg... Dergelijke opmerkingen acht ik ook niet echt uitnodigend om op in te gaan.
.

donderdag 17 april 2014

Forenzen met de fiets is genieten

Ik benijd ze niet, de mensen die dagelijks in hun blikken doos aanschuiven op weg naar het werk en weer naar huis.

's Ochtends is het wel wat fris deze week, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de prachtige zichten, de kleuren van de opkomende zon, de nevelslierten en de geuren van een ontwakende natuur.


Bij het weerkeren is de temperatuur doorgaans heel wat hoger - behalve maandag, toen waaide een stevige noorderwind - en met de wind in de rug gaat het dan erg vlot. Doordat we weer met het zomeruur opgescheept zitten, zit de zon rond 17u nog behoorlijk hoog, waardoor de schaduwen minder mooi zijn, maar wat zou het: genieten blijft het!


Aan een kant denk je dan: meer mensen zouden met de fiets naar het werk/de school moeten rijden, maar nu heb ik het rijk voor mij alleen (of toch bijna).

dinsdag 15 april 2014

VITO

Van het VITO (Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek) kwam recent een verzoek binnen bij Fietsersbond Gent: of we hun oproep wilden publiceren. Het VITO koos namelijk, als technisch adviseur bij een doctoraatsonderzoek, samen met de KU Leuven, Gent uit om het verplaatsingsgedrag na te gaan van personen die hun ritten maken met een elektrische fiets.
Hun project kreeg de naam "Sprint". Daarvoor zochten ze, volgens de aankondiging, 300 vrijwilligers in de regio.

Het begrip "fiets" ruim interpreterend, stelde ik me kandidaat, met daarbij de melding van het soort "fiets" waarmee ik me verplaats met elektrische ondersteuning. En kijk: ook het VITO interpreteert de omschrijving ruim, want ik werd één van de fietsers die gedurende een jaar gevolgd wordt.

Het hoe en wat wordt stilaan duidelijk. De informatie komt druppelsgewijs binnen. Recent is een gps-datalogger in de Orca geïnstalleerd.

Van boven naar onder:
  • Cycle Analyst V2.3
  • LiIon accu (12V) voor verlichting en dergelijke
  • gps-datalogger
Zodra de Orca in beweging is, wordt alle relevante informatie over de verplaatsing opgeslagen en doorgestuurd.

Ondertussen kreeg ik toegang tot het ledengedeelte van de site en daar kan ik dan mijn routes van de vorige dag weervinden.

Daarna zal allicht het volgen beginnen (enkel de routes lijken geregistreerd te worden; geen snelheden). Ik ben benieuwd hoe dit allemaal zal lopen.
Aangezien ik in de Orca de gps continu gebruik (voornamelijk als super-fietscomputer), heb ik voor mezelf ook per definitie alle tracks van alle afgelegde routes sinds de aankoop. Daarnaast worden de meeste verplaatsingen ook via Strava geregistreerd.
Nu zullen die data ook in een ruime databank terechtkomen. Hopelijk volgt er voldoende informatie, zodat ikzelf en de andere testpersonen ook kunnen zien hoe een elektrische fiets gebruikt wordt.
Mijn verwachting is dat dit voor een velomobiel toch wat anders zal lopen: het lijkt me typisch dat hiermee grotere afstanden afgelegd worden. Nu kan op een objectieve manier nagegaan worden of dat buikgevoel overeenstemt met de realiteit.

Dat zou een mooie basis kunnen vormen voor het promoten van de velomobiel als transportmodus. De vraag is in hoever in het onderzoek een onderscheid gemaakt wordt naar het type fiets. Gebeurt dat niet, dan is er geen basis hiervoor, tenzij indien ik mijn resultaten kan vergelijken met het gemiddelde of indien iemand van VITO of KU Leuven bereid is me die informatie te verstrekken. Vermoedelijk is dat niet relevant voor het doctoraatsonderzoek, maar mij interesseert het zeker wel!

Aanvulling: ik had er niet bij stilgestaan, maar de kans is groot dat de Orca de enige velomobiel is die gevolgd wordt. In dat geval is het statistisch niet erg relevant hoeveel kilometers die aflegt. Het kan wel een aanduiding zijn van het potentieel, meer niet.

maandag 14 april 2014

Had ik het geweten...

Elektrische fietsen. Ze zijn niet meer weg te denken uit ons straatbeeld. In Nederland rijden er heel wat meer dan in Vlaanderen, maar het aantal groeit ook hier gestaag. Iedereen lijkt er een te willen en alle fietsmerken springen erop.
Je vindt ze in alle prijsklassen en alle varianten: motor in de voor- of achternaaf of op de trapas; accu onder de bagagedrager, op de voorbuis of op de zadelbuis en ook de accutechnologie varieert.

Toen ik deze week bij mijn vaste fietshandelaar was, hadden we het over dat fenomeen. Bij hem staan er niet zoveel modellen in de toonzaal. Pakweg een tiental elektrische fietsen tegenover misschien 150 tot 200 andere. Toen ik daar een opmerking over maakte, kwam de reactie prompt: "had ik het geweten, ik was er nooit aan begonnen."

Een eerste probleem, volgens hem, is de betrouwbaarheid. Accu's die na een jaar niet meer over de helft van de capaciteit beschikken, motoren die alle dienst weigeren en zelfs blokkeren, elektronische storingen die moeilijk op te sporen zijn,... Dit zijn problemen bij de producten zelf.

Aan de andere kant is het extra techniek in de fiets en daar moet je als gebruiker ook mee leren werken, maar - zoals bij elke aankoop - mensen doen de moeite niet om de handleiding te lezen of het nodige onderhoud te plegen. Bijgevolg wordt de elektrische fiets een zomer gebruikt om daarna tot de volgende zomer in het schuurtje te verdwijnen. Na negen maanden stilstand doet de accu het niet meer, dus gaan ze naar de fietsenhandelaar om te klagen. "Hoezo, dat moet geladen worden als die blijft staan? Hoezo, op de accu is geen twee jaar waarborg? U heeft me rommel verkocht!" "O, ik moet de handleiding lezen? Nu gaat u me nog vertellen dat het mijn fout is ook!" Een accu van een e-bike valt ook niet te vergelijken met een AA-cel, maar ook dat is blijkbaar erg moeilijk te vatten.

De veelgeprezen Boschmotoren zijn volgens hen ook niet je dat. In een aantal gevallen blokkeerde de hele handel. De aanpak die Bosch voorschrijft is dat de handelaar het integrale motorblok eruit moet halen en vervangen. De defecte motor wordt naar Bosch gestuurd. De handelaar heeft er dus geen idee van wat er precies fout loopt, want die mag het blok niet openmaken.

Uiteraard heb ik absoluut geen idee van het uitvalpercentage en van de verhoudingen tussen echte defecten en gevolgen van geen of gebrekkig onderhoud door de gebruiker. Het is wel een feit dat het hele elektrische systeem betekent dat er behoorlijk wat extra componenten op zo'n fiets terecht komen. Ik kan me voorstellen dat fabrikanten dan op zoek gaan naar die onderdelen die passen binnen de gestelde verkoopsprijs en winstmarge. Dan worden compromissen gemaakt en die hebben altijd gevolgen. Al die extra onderdelen vergroten ook nog eens de kans op defecten.

En neen, het gaat niet om goedkope producten, maar om fietsen van Trek, Gazelle, Kettler, ... Sommige merken en modellen houden het eenvoudig: monteer op een geschikt frame het Bosch Intuvia-systeem en klaar is kees. Anderen zoeken naar eigen oplossingen. Dat kan prima zijn, maar bijvoorbeeld Gazelle blijkt daar een kwalijke reputatie aan overgehouden te hebben. Wellicht is dat al lang verleden tijd, maar die naam sleep je mee.

Je hebt het al met gewone fietsen, dat mensen ervan uitgaan dat die het eeuwige leven hebben zonder enig omkijken. Dan zijn ze ontgoocheld als er toch iets stukgaat, terwijl het voor de meesten dan weer evident is dat je auto om de zoveel kilometer binnen moet voor een onderhoud. Dat een elektrische fiets een gewone fiets is + een hele boel extra wat stuk kan gaan, dat is blijkbaar erg moeilijk te vatten.

zaterdag 12 april 2014

Paaltjes

... dienen toch om auto's van het fietspad te houden? Ik vraag me af welk type auto ze in gedachten hadden toen de afstand tussen de paaltjes hier beslist werd.

Albert Moreelstraat, Gavere
Ooit hoorde ik eens beweren dat de norm zou zijn: "je moet er met een rolstoel door kunnen". Tiens, ik ben wellicht naïef, maar ik dacht dat het zou zijn: "je mag er met een auto niet tussen kunnen". Tussen een rolstoel en een auto zit toch heel wat verschil in breedte.

Ter informatie: een Orca is 78 cm breed.

Wat bezielt de wegbeheerders om koppig verder te gaan met deze absurde norm?

dinsdag 8 april 2014

conflict

Heb ik nu ook al een camera nodig? Da's misschien wat overdreven, zo'n camera voor het geval dat...

In elk geval krijg je als fietser geregeld te maken met verkeersagressie. In het recentste geval was de agressor op de koop toe een andere fietser!

Zondagavond ging ik nog snel om brood en omdat het zo zacht was, besloot ik er meteen maar een ritje aan te koppelen. Zalig fietsweer: rond 20u nog ruim 15° C, amper wind en overal was het rustig, dus vanaf de bakker was een eindje Scheldedijk en wat fiets- en wandelpaden een mooie verlenging.
Maar: helemaal op het einde van de rit, terwijl het al flink schemerde,  reed een eind voor mij in een rustige woonwijk, een man in houthakkershemd op een onverlichte oude koersfiets. Hij hield een gezapig tempo aan, waardoor ik besloot om hem voor de aankomende haakse bocht (geen kruispunt) in te halen. Tijd en plaats genoeg.
Uiteraard begon de man te versnellen toen ik naast hem kwam. Hij maakte een vaag handgebaar, dat ik interpreteerde als "passeer maar" en tegelijk sneed hij de bocht af. Tegelijkertijd kwam er uitgerekend op dat moment een auto van de andere kant. Mijn opties waren dus erg beperkt: aan één kant een auto, aan de andere kant een fietser die steeds dichter kwam... Bijna aanrijding, heet zoiets!

Daarop begon de "bezadigde" fietser te schelden en "moest ik uitkijken". Mijn opmerking dat we met twee waren om uit te kijken, deed hem over de rooie gaan: een been schoot uit in de richting van de Orca. 

bron: Wikimedia

Op zo'n moment reageer je instinctief: een ruk aan het stuur en de Orca schoot naar rechts, in de richting van de kokende wielerterrorist. Geen nood: het was helemaal niet de bedoeling om hem aan te rijden, maar eerder "dat doe je toch niet?". Een schot voor de boeg, heet zoiets.
Nou ja, ik reed verder, met een oog op mijn spiegels, want je weet maar nooit wat er volgt. 100 m verder ging ik rechtsaf, een nieuw aangelegd fietspad dwars door een natuurgebied op. En jawel: ik zag de kerel aanstalten maken om de andere kant uit te gaan, maar de woede haalde blijkbaar de bovenhand: hij maakte een 180° bocht, ging op de trappers staan en kwam achter me aan.





Bijzonder onverstandig: een velomobiel inhalen is geen evidentie en zeker niet op een behoorlijk rechtdoor lopende vlakke betonbaan. Het tempo werd iets opgevoerd, om alle risico op conflicten te vermijden, maar adrenaline geeft blijkbaar vleugels, want het duurde nog zeker een kilometer eer de boze fietser in het duister oploste.

Dat heet dan een "rustige" zondagavondrit. Ik was beter in de tuin gaan werken...

maandag 7 april 2014

Banden zijn weer actueel

Er lijken meer bloggers en andere fietsers van banden te wisselen deze dagen. Ik ook.

De Hutchinson Greenvilles liggen er vooraan al een hele tijd op - bijna 1400 km - en doen het prima. Ik had twijfels bij de harde compound en bij echt nat weer blokkeren ze snel bij het remmen, maar voor de rest: niets op aan te merken. Geen lekken, prima snelheid en even goede wegligging als met de Trykers. Van slijtage is er nog geen spoor. Met € 10 per stuk lijken dit spotgoedkope bandjes te worden, die heel wat kilometers mee kunnen. Ik laat ze nog even liggen; de Trykers voor vooraan mogen nog wat wachten.



De CX Comp achterband heeft er ondertussen al 1900 km op zitten en ook die presteerde behoorlijk, op een lek op 70 km na. Nu het weer zo mooi wordt (we hebben net de zonnigste maart in 100 jaar achter de rug) en de temperaturen stilaan oplopen, mocht de CX Comp weer plaats maken voor de originele Tryker.


De crossband heeft onlangs nog prima diensten bewezen op modderige landwegen en het is de band waarmee ik mijn tot nu hoogste snelheid (64 km/u) haalde.
Er zijn twee zaken op aan te merken. Het eerste is een typisch Orca-euvel: een 47mm band met noppen durft aan te lopen. Zowel bij het inveren als in snel genomen bochten raspen de noppen langs de wielkast. Veel speling is er dus niet. De tweede bemerking gaat over de rijgeluiden. Vanaf 40 km/u geeft de CX een brommend geluid. Meer niet. Gezien het gehaalde maximum lijkt het ook geen beperking op te leveren.

Sinds een tweetal weken ligt de Tryker er weer op en het lijkt erop dat de snelheid toch net wat hoger ligt. Deze loopt niet aan en dat is logisch: met 40 mm is hij liefst 7 mm smaller.
Een ander profiel (glad op het loopvlak), smaller en met 6 bar ook een hogere druk (4,5 bar op de CX Comp). Dit zou toch minder rolweerstand moeten geven. Na enkele weken valt hierover natuurlijk nog weinig te zeggen. Wel lijkt het dat er net wat minder inspanning nodig is om dezelfde snelheid te halen. Dat kan evengoed aan de weerstomstandigheden liggen...
Omdat de band smaller en lager is, kan ook de veervoorspanning wat naar beneden, wat het rijcomfort dan weer verhoogt.

zaterdag 5 april 2014

rustdag voor de Orca (niet voor mij)

De weersverwachtingen voor woensdag waren: minimum 10° C, maxima tot net boven 20° C, zwakke wind uit oostelijke richting en droog.

Dat was dus het geknipte weer om van fiets te wisselen en de avond ervoor werd de Kobra voorbereid: Small Sun fietslamp monteren, herstelspullen in de Radical banaantassen stoppen, de bandendruk even controleren en de fiets wat dichter bij de poort zetten.

Het valt me telkens weer op hoe hard die Kobra optrekt in vergelijking met mijn andere fietsen. Het hyperdirecte stuur is ook elke keer wennen: op lage snelheid valt dit niet mee (de poging van zoonlief vorig jaar om ermee te rijden strandde na één meter), maar een keer op tempo ligt de Kobra muurvast op de weg.
Ook de snelheid is aangenaam: met voor het gevoel dezelfde inspanning waarmee ik op de Trek toerfiets zowat 23 haal, gaat het met de Kobra vlot boven de 30 km/u. De kruissnelheid bedraagt zowat 32 km/u tijdens de woon-werkverplaatsing.

Een relatief warme nacht en halfbewolkt, dat leidde tot mooie nevelslierten boven de weiden langs de Scheldeoevers. Geen mist, maar een poëtisch beeld. 


Meteen kon ik ook weer de rechteroever nemen, die niet zo geschikt is voor een meersporige fiets.



Die Kobra vormt af en toe een welkome afwisseling voor de Orca: duidelijk wat langzamer en spartaanser, maar zonder die cocon rond je ben je meer betrokken bij de omgeving. Een open ligger produceert ook heel wat minder rijgeluiden.
Een stalen frame, een set wielen, 7 versnellingen en een heel eind ketting: dit staat heel ver van de gesofisticeerde Orca. Op zijn eigen manier is het wel een fiets die even aangenaam rijdt, zo lang het droog en warm genoeg blijft.

Wat een luxe, met de fiets naar het werk kunnen rijden!