Rond 8 u ben ik klaar. Dit wordt de langste rit van de trip: er staat ruim 190 km op het programma!
Algauw kom ik aan de Maasvlakte - het industrie- en overslagterrein aan Rotterdam - en via prima fietspaden beland ik aan een met de fiets niet te nemen hindernis: water. Geen nood: er is een Fast Ferry die me naar Hoek van Holland kan brengen.
Wachten op de overzet |
Vanaf de overkant slingert de LF1b verder noordwaarts. De rit gaat langs een aantal plaatsnamen die ik al kende, maar waar ik me geen beeld bij kon vormen: Kijkduin, Scheveningen, Wassenaar,..
De route blijft even afwisselend: open vlakten, bossen, hoogten en laagten. Het is geen route waarbij je in slaap zal sukkelen.
Ook in Nederland vind je snelheidsremmers op de fietspaden. Er zijn erbij waar duidelijk niet gedacht is aan het bestaan van velomobielen. Ik vraag me af of je hier met een Quest, WAW of Milan over raakt: zelfs met de Orca moet ik in de remmen gaan.
Aan Katwijk aan Zee verlaat ik de Noordzeeroute en dan gaat het richting Amsterdam en Almere. De bedoeling is om in Almere aan te pikken op de Flevoroute. De verbinding loopt grotendeels langs riviertjes en kanalen. Afwisselend rij ik links of rechts van het water, telkens over prima fietspaden: vlak, met weinig rolweerstand, breed en vrijwel verlaten. Ik rij langs pittoreske haventjes, langs stille dorpen - waar de bestrating meestal uit klinkers bestaat -, langs uitgestrekte akkers en dat alles onder een licht bewolkte hemel en bij een aangename fietstemperatuur. Er is bijna geen moment dat er niet minstens één windmolen in zicht is en langs het water liggen overal boten en bootjes aangemeerd. Dit zijn constanten voor de hele trip: windmolens, water, schepen en fietsers.
Tussen Katwijk en Amsterdam |
Dit is Nederland (Holland) zoals ik het me voorstelde: met kanalen die hoger liggen dan de akkers en weiden ernaast, met huisjes tegen de dijken aangebouwd.
In de omgeving van Roelofarendsveen (Nieuwe Wetering) stop ik aan een brasserie langs het water. In de verte zie ik geregeld vliegtuigen die van Schiphol vertrekken. Heerlijk rustig is het hier. Af en toe tuft een bootje langs of passeert een fietser langs de dijk, maar voor de rest is hier niets dan rust.
Dan gaat het weer verder oostwaarts. Langs de Westeinderplassen rij ik richting Amsterdam. De stad zelf laat ik links liggen, maar via de Amsterdamse Bossen (mooi recreatiegebied), Amstelveen en de Bijlmer rij ik verder naar Almere.
Op weg naar Almere |
Almere zelf lijkt me uitermate saai, toch minstens wat de architectuur betreft (op enkele uitzonderingen na). Enfin, het is moeilijk een oordeel te vormen op basis van even een poosje (maar het lijkt eindeloos) langs de stadsrand fietsen.
Daarna volgt de Flevoroute. Dit is duidelijk een ander, ouder soort fietsroute. Een betonpad, amper breder dan de Orca, slingert zich een weg door de bossen en langs rietvelden. Nu eens rij ik langs het water (Oostvaardersplassen) en dan weer een eind er vandaan. Er zijn amper zijwegen, dus de gps hoef ik niet echt in het oog te houden. Fout rijden is uitgesloten.
Het laatste eind is dan weer typisch voor de Flevopolder: eindeloos en kaarsrecht. Onderweg kruis ik Johan Vrielink, die met een Greenmachine op weg is naar huis.
Rond 17u30 kom ik aan bij Flevobike. Er is vandaag 193 km afgelegd.
De velomobiel deed het prima: over het comfort kan ik absoluut niet klagen. De spanzitting is zalig op zo'n momenten. Ook de stuurgreep, met twee stuurknuppels, is lekker ontspannen.
Het schuimdekje is mee, voor het geval dat, maar ligt tot vandaag de hele tijd onder het zitje. Ook de nieuwe bidonhouder, voor het zitje, valt goed mee. Helemaal binnen bereik en absoluut niet storend.
De Orca wordt leeggemaakt, zodat hij klaar is voor het onderhoud morgen. Ik fris me even op en ga het stadje in om een hapje te eten. Dan volgt een gezellige babbel met André en Arjan Vrielink, waarna ik het bedrijfsgebouw voor mij alleen heb.
Dag 2 zit er ook weer op.